In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
13.4 Impulsoverdracht tussen neuronen
VWO 5 h13 Zenuwstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert hoe de overdracht van impulsen van het ene op het andere neuron plaatsvindt en wat er in het ontvangende neuron gebeurt.
Slide 2 - Tekstslide
De synaps
De synaps is: de ruimte tussen axon en dendriet.
Hier wordt een impuls doorgegeven
(of niet).
Slide 3 - Tekstslide
synapsen: pre, post en spleet
Slide 4 - Tekstslide
Wat wordt er in een synapsspleet gedumpt?
Slide 5 - Open vraag
Welke poorten gaan open aan het eind van een neuron om blaasjes met neurotransmitters te verplaatsen?
Slide 6 - Open vraag
Wanneer versmelten blaasjes met neurotransmitters met de synapsspleet?
Slide 7 - Open vraag
Impulsoverdracht in stappen
De impuls komt aan aan eind van axon.
Daardoor gaan de (spanningsgevoelige) Ca2+ poorten in open en Ca2+ ionen stromen het presynaptische neuron in.
Neurotransmitterblaasjes in verplaatsen naar het presynpatische membraan
Via exocytose komen de neurotransmitters in de synapsspleet en binden aan specifieke receptoren (ook Na+poort!) in postsynaptisch membraan.
Slide 8 - Tekstslide
Impulsoverdracht in stappen
5. Exiterende neurotransmitter: Daardoor gaat Na+poort open, dat zorgt voor depolarisatie postsynaptisch membraan en stimuleert doorgeven actiepotentiaal. OF
5. inhiberende neurotransmitters inhiberend: Daardoor gaat K+poort open, dat zorgt voor hyperpolarisatie postsynaptisch membraan en remt doorgeven actiepotentiaal.
6. Enzymen breken neurotransmitter in synapspleet af, resten gaan terug naar postsynaptisch neuron. Die maakt nieuwe neurotransmitter en verpakt die weer in blaasjes.
7.
Slide 9 - Tekstslide
Impulsoverdracht
Exciterende neurotransmitter zorgt voor EPSP
Exciterende
Post
Synaptische
Potentiaal
IPSP = remmend
Slide 10 - Tekstslide
1 activerende synaps is niet genoeg
Summatie: optelsom meerdere synapsen
Slide 11 - Tekstslide
Waar worden blaasjes met neurotransmitter opgeslagen?
A
In cellichaam neuron
B
In axon
C
In dendrieten
D
In synapsspleet
Slide 12 - Quizvraag
Neurotransmitters....
A
zorgen altijd voor het doorgeven van een impuls
B
sommige zorgen voor doorgeven van impulsen, sommige juist voor remmen
C
sommige zorgen voor het doorgeven van impulsen, sommige voor het doorgeven van prikkels
D
zorgen altijd voor het doorgeven van prikkels
Slide 13 - Quizvraag
Waaraan bindt een inhiberende neurotransmitter die in de synapspleet wordt losgelaten?
Slide 14 - Open vraag
Waarvoor is het van belang dat neurotransmitter in de synapsspleet snel wordt afgebroken?
timer
2:00
Slide 15 - Open vraag
Inleveren foto huiswerk
Lees en maak 13.4 opdracht 2 t/m 5.
Kijk na met een andere kleur pen,
maak een foto en lever deze in op de volgende slide.
Slide 16 - Tekstslide
Lever je gemaakte en nagekeken huiswerk van 13.4 in
Slide 17 - Open vraag
Heb je nog vragen over 13.4 of H13?
Slide 18 - Open vraag
Denk je dat je 13.4 beheerst?
A
Ik snap er niets van
B
Ik begrijp het een nog niet helemaal / vond de opdrachten nog lastig
C
Ik begrijp het redelijk, kon de meeste opdrachten maken en /of begreep daarna wat ik fout deed.
D
Ik begrijp het goed en kan de opdrachten allemaal zelf goed maken