2/10/20

Today
1. Homework check: exc. 2 t/m 6 + practise more, lesson 1 WORDS ONLY
2. Grammar: past simple & adverbs
3. (Home)work
5. Rounding up
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Today
1. Homework check: exc. 2 t/m 6 + practise more, lesson 1 WORDS ONLY
2. Grammar: past simple & adverbs
3. (Home)work
5. Rounding up

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
1. Je weet weer hoe het zat met de past simple
2. Je weet wat adverbs zijn en waar je deze in een zin moet neerzetten.
3. Je hebt goed meegedaan!

Slide 2 - Tekstslide

1. Homework check

Exc. 2 t/m 6
Open p. 49

Gemaakt? Ik controleer... jullie houden het volume laag

Samen nakijken: exc. 3/4/6
Tijdens nakijken:
- vinger opsteken als je iets wil zeggen, het is dus stil
- we luisteren naar elkaar
- je aandacht is vóór in de klas



timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

2. Grammar: Herhaling 'past simple'

Wat betekent 'past simple'?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd
C
Toekomende tijd (toekomst)

Slide 4 - Quizvraag

Hoe weet je dat je de past simple moet gebruiken?
A
Dat zie je aan het werkwoord
B
Er staat altijd in de zin wanneer het was

Slide 5 - Quizvraag

Welke 3 soorten zinnen zijn er?

Slide 6 - Open vraag

Welke zin klopt?
A
Do you saw that movie yesterday?
B
Did you see that movie yesterday?
C
Did you saw that movie yesterday?
D
Do you see that movie yesterday?

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin klopt?
A
No, I didn't see that movie.
B
No, I didn't saw that movie.
C

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een onregelmatig werkwoord?

Slide 9 - Open vraag

2. Grammar: Adverbs

Rarely
Always
Never
Ever
Often
Sometimes
Regularly


Wat vertellen deze woorden je?



Remember
- vingers
- naar elkaar luisteren

Slide 10 - Tekstslide

Bijwoorden van tijd
- uitleg: jullie luisteren en maken aantekeningen - 

  • Vertellen je iets over wanneer het was, maar niet precies. 
  • Sue rarely wears jeans.
  • He always does his homework
  • Als er maar één werkwoord in de zin staat, staat het bijwoord er voor.
  • I have never seen this before. 
  • He has often talked about it
  • Als er twee werkwoorden in de zin staan, staat het bijwoord altijd na het 1e werkwoord

Slide 11 - Tekstslide

Let op!

  • She is always late.
  • We are always on time.
  • Staat er AM, ARE of IS  ('to be') in de zin? 
  • Dan staat het bijwoord ALTIJD vóór am, are of is

Slide 12 - Tekstslide

Homework, Tuesday Oct. 6th

Maken: 
exc. 7 t/m 10 (p.50 t/m 52)

Leren: 
words lesson 1, unit 2

WORK!

In stilte
Muziek mag
Chromebook op een kier

Slide 13 - Tekstslide

5. Rounding up:
Wat vond je fijn aan deze les?

Slide 14 - Open vraag