Het geld en inkomen van Nederland 1

Welkom klas 3 h/v
Voor de volgende les wil ik dat jullie je vast gaan voorbereiden.  Hiervoor kijken jullie de video over de waarde van geld, deze staat op slide 3. 
Over deze video maak je een mindmap met als centraal woord het woord GELD. 
Deze mindmap neem je mee naar de les.


1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 3 h/v
Voor de volgende les wil ik dat jullie je vast gaan voorbereiden.  Hiervoor kijken jullie de video over de waarde van geld, deze staat op slide 3. 
Over deze video maak je een mindmap met als centraal woord het woord GELD. 
Deze mindmap neem je mee naar de les.


Slide 1 - Tekstslide

Mindmap
Maak een mindmap van alle dingen die je over geld hoort in de video op de volgende slide.

Maak de mindmap in je schrift!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welkom klas 3 h/v
Thema 2. Het geld en inkomen van Nederland

Slide 4 - Tekstslide

Lesopbouw 1. Wat is geld en wat zijn de risico’s ervan?
5  min:     Welkom & uitleg lessenserie thema 2
5  min:     Terugblik thema 1.
15 min:     Instructie 1 (wat is geld)
10 min:     Instructie 2 (geldezels)
35 min:    Ontwerp een strip (geldezel)
5 min:       Evaluatie les 
5 min:       Afsluiting.



Slide 5 - Tekstslide

Thema 2, het geld en inkomen van Nederland
In 7 lessen
1.                    Wat is geld en wat zijn de risico’s ervan?
2.                   Wanneer heb je geld nodig? 
3.                   Hoe betaal je slim in het buitenland?
Les 4-7
Project       Hoe sociaal zijn wij eigenlijk?
SO                Over thema 2


Slide 6 - Tekstslide

Terugblik 
thema 1 


Behoeften, 
middelen,
koopkracht.

Slide 7 - Tekstslide

Les 1. Wat is geld en wat zijn de risico’s ervan?
Leerdoelen:
Je kan de functies van geld noemen.
Je kan het verschil tussen directe en indirecte ruil uitleggen.
Je kan uitleggen waarom vertrouwen in geld noodzakelijk is.
Leerdoel in de praktijk:
Je kan uitleggen wat een geldezel is en de gevaren hierbij benoemen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Voorkennis
In het filmpjes vooraf aan de les is uitgelegd:
Producten verkrijg je door te ruilen, geld maakt indirecte ruil mogelijk 

Functies van geld zijn:
Ruilmiddel
Rekenmiddel
Oppotmiddel

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen directe ruil en indirecte ruil?
A
Bij directe ruil betaal je gelijk
B
Bij indirecte ruil gebruik je geld als ruilmiddel en bij directe ruil niet
C
Bij indirecte ruil koop je iets en ontvang je het pas later
D
Bij indirecte ruil krijg je je geld pas later

Slide 11 - Quizvraag

Welke functie of functies van geld herken je in de volgende zin:

De feestcommissie maakt een begroting voor de feestavond.
A
Ruilmiddel
B
Rekenmiddel
C
Oppotmiddel
D
Betaalmiddel

Slide 12 - Quizvraag

Welke functie of functies van geld herken je in de volgende zin:

Brigitte heeft een kaartje voor een concert gekocht.
A
Ruilmiddel
B
Rekenmiddel
C
Oppotmiddel
D
Betaalmiddel

Slide 13 - Quizvraag

Welke functie of functies van geld herken je in de volgende zin:

Jan spaart al een jaar voor een computer, nu een jaar later, na meerdere aanbieders te vergelijken heeft hij de perfecte pc gevonden en deze gekocht.
A
Ruilmiddel
B
Rekenmiddel
C
Oppotmiddel
D
Betaalmiddel

Slide 14 - Quizvraag

Voorkennis
In de filmpjes vooraf aan de les is uitgelegd:
Wat giraal en chartaal geld is?
Dat de waarde van geld met vertrouwen te maken heeft.

Slide 15 - Tekstslide

Als je contactloos betaalt ...
wat gebeurt er dan met jouw chartale
en girale geld?
A
chartaal: blijft gelijk giraal: neemt toe
B
chartaal: neemt toe giraal: neemt toe
C
chartaal: neemt af giraal: neemt toe
D
chartaal: blijft gelijk giraal: neemt af

Slide 16 - Quizvraag

Welke voorwaarde is correct om de 3 functies van geld goed te laten werken in een land
A
Er moet voldoende giraal geld zijn
B
De Centrale bank houdt niet teveel controle op het geld
C
De inwoners moeten het geld vertrouwen
D
Er moet voldoende chartaal geld zijn

Slide 17 - Quizvraag

Wat is inflatie?
Inflatie betekent een algemene prijsstijging van goederen en diensten.

Door inflatie wordt de koopkracht kleiner, als je inkomen niet net zoveel stijgt als de inflatie.

Het tegenovergestelde van inflatie noemen we DEFLATIE.

Slide 18 - Tekstslide

De gevaren van (snel)geld willen willen verdienen

Slide 19 - Tekstslide

Stel je kunt €500 verdienen door je pincode en pasje uit te lenen dan..
A
Zou ik dat zeker doen €500 cashen
B
zou ik twijfelen..
C
zou ik er niet op in gaan en negeren
D
zou ik nooit doen, ik kom in moeilijkheden

Slide 20 - Quizvraag


Je klasgenoot vertelt dat ze nieuwe sneakers gaat kopen.
Haar vader zou geld naar haar overmaken, maar haar pinpas is geblokkeerd. 
Ze kan het geld dus niet opnemen. Mag haar vader het naar jou overmaken,
zodat jij het kan opnemen bij een geldautomaat?
Nee, liever niet
Ik twijfel
Ja hoor, geen probleem

Slide 21 - Poll


Een kennis mailt: hij weet dat je krap bij kas zit en heeft een oplossing.
Hij verwacht €10.000 uit het buitenland, maar overmaken naar zijn rekening lukt niet.
Mag het via jouw rekening? Je mag €1.000 houden voor de moeite. 
Nee dat zou ik nooit doen
Ik twijfel
Ja, ik kan die €1.000 goed gebruiken

Slide 22 - Poll

Wat weet je van geldezels? 

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Video

Hoe het werkt
Iemand wordt opgelicht, bijvoorbeeld via WhatsApp.  
Geld van slachtoffer wordt overgeboekt naar bankrekening geldezel
Het gestolen geld wordt opgenomen of overgeboekt naar een (buitenlandse) rekening. 
De oplichter heeft zijn geld en blijft zelf anoniem.

Slide 25 - Tekstslide

Ronselmethodes
Je heb een dure spelcomputer verkocht via Marktplaats. Een dag later krijg je een e-mail van de koper: 'Ik heb het bedrag per ongeluk twee keer naar je overgemaakt. Kun je het teveel betaalde geld terugstorten op deze (andere) rekening?  

Verdachte vacatures:
  • Hoog salaris voor maar een paar uur werk.
  • Geen werkervaring of opleiding vereist.
  • Geen functieomschrijving. 
  • Jouw bankrekening is nodig voor overboekingen.
  • Vol spel- en taalfouten.
  • Afkomstig van een onbekend of internationaal bedrijf. 
Je wordt aangesproken op het schoolplein: 'Kun je me helpen? Ik heb mijn pinpas niet bij me, zou jij wat geld voor me kunnen pinnen? m'n moeder maakt het dan over naar jouw rekening, en je mag €20,-houden voor de moeite.'  
Via Instagram en Snapchat worden veel jongeren benaderd door accounts die snel geld beloven. Ze beweren dat wat je moet doen niet illegaal is, maar dit is het wel. 

Slide 26 - Tekstslide

Hoe voorkom je dat je als geldezel wordt gebruikt?

Word geen geldezel
  • Laat nooit iemand gebruik maken van je bankrekening.
  • Als een verhaal te mooi lijkt om waar te zijn, dan is dat het ook.
  • Vertrouw op je gevoel. Luister naar de alarmbellen die afgaan.  
  • Meld het bij de politie als je bent benaderd (0900-8844)

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Hoe voorkom je dat je als geldezel wordt gebruikt?

Maak zelf een stipverhaal over geldezels 
     Vorm groepjes van 2 personen.
     Bedenk een verhaallijn voor je strip.
     Met de strip moet je een vriend of vriendin kunnen wijzen op 
     de gevaren van geldezels.
     Maak samen de strip, je mag zelf bedenken hoe.  
     De strip hoort bij de weektaak van deze week.

Slide 29 - Tekstslide


Wat heb je van deze les geleerd?
LAATSTE VRAAG

Slide 30 - Open vraag

Weektaak
Lever je strip in  
Maak de opgaven uit je werkboek Pincode p14-18 
Bekijk de filmpjes hieronder voor de volgende les 
(LessonUp les 2)

Gebruik het werkblad als samenvatting. neem deze over in je schrift en vul deze in 
voor de volgende les.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video