Les 2: Absolutisme

Oefenen met vragen
Beheers je de theorie als je kijkt naar de toetsvragen?

Maak opdracht 1 alleen in stilte
Daarna kort in tweetallen bespreken 
Vervolgens Klassikaal cheken

Schrijf je antwoord ook echt top!
timer
1:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met vragen
Beheers je de theorie als je kijkt naar de toetsvragen?

Maak opdracht 1 alleen in stilte
Daarna kort in tweetallen bespreken 
Vervolgens Klassikaal cheken

Schrijf je antwoord ook echt top!
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

De natuurkundige Robert Hooke publiceert in 1665 een boek met zijn waarnemingen over de natuur. Over de relatie tussen vuur en zuurstof schrijft hij:

Het lijkt redelijk om te denken dat er niet zoiets bestaat als een vuurelement, dat een vlam doet opstijgen, maar dat die schijnende tijdelijke massa die wij 'vlam' noemen, niets anders is dan een mengsel van lucht en vluchtige, zwavelhoudende delen van afbreekbare of brandbare stoffen.
Deze hypothese heb ik getracht te onderbouwen met een eindeloze hoeveelheid observaties en experimenten.

Vraag: leg uit dat de  ideeën van Robert Hooke  bij dragen aan het ontstaan van de wetenschappelijke revolutie van de 17e eeuw .


Slide 2 - Tekstslide

Antwoord
De ideeën van Robert Hooke dragen bij aan de wetenschappelijke revolutie, omdat hij in deze bron zegt dat wetenschappers onderzoek moeten doen/ zelf observaties en experimenten moeten doen om tot een conclusie te komen. Dit past bij de uitgangspunten van deze tijdsperiode.

Slide 3 - Tekstslide

Absolutisme
  • = Het streven naar absolute macht van de vorst, absoluut op alle domeinen:

  1.  Politiek & militair
  2.  Economisch (Mercantilisme)
  3.  Religieus (één geloof)
  4.  Cultureel (hofcultuur)

  • Grootse voorbeeld is Lodewijk XIV van Frankrijk (de Zonnekoning).

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Oefenen met vragen
Beheers je de theorie als je kijkt naar de toetsvragen?

Maak opdracht 2 alleen in stilte
Daarna kort in tweetallen bespreken 
Vervolgens Klassikaal cheken

Schrijf je antwoord ook echt top!
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Lodewijk XIV was in een oneindig aantal opzichten een groot vorst. Een fout tegen de grammatica of tegen de spelling kan op geen enkele manier de schittering laten verbleken van zijn reputatie, die gebaseerd is op tal van daden die hem onsterfelijk hebben gemaakt. Hij had alle reden om te zeggen:
 
"Ceasar est super grammaticam" (De keizer staat boven de grammatica). Ik ben op geen enkel terrein groot. Alleen door hard te werken kan ik me misschien op een dag nuttig maken voor mijn vaderland. Dat is het enige waardoor ik me hoop te onderscheiden. Kunsten en wetenschappen zijn altijd
producten van de overvloed geweest.

Vraag:
Welk kenmerk van absolutisme zit in deze bron? Geef dit aan met een voorbeeld uit de bron


Slide 8 - Tekstslide

Antwoord
- Kenmerk van het absolutisme is dat de koning de volledige macht heeft.
• Lodewijk XIV stond zelfs boven de grammatica regels /
Regels die voor iedereen gelden, gelden maar niet voor hem.

Slide 9 - Tekstslide

Waarom was de wetenschappelijke revolutie een belangrijke aanleiding voor het ontstaan van verlichte filosofen?
timer
2:00

Slide 10 - Open vraag

Twee politieke nieuwe ideeën
- Rousseau
- John Locke




Wat waren de ideeën van deze twee personen als het gaat om de politiek? Zoek dat voor alle drie de verlichte denkers uit. Volgende les bespreken we hun gedachtegoed.

Denk aan: De rol van de burger, koning en het historische begrip
Blz:   Havo:  130           Vwo: 202


Slide 11 - Tekstslide