Formatieve Toets T5 Bs1-4
1 / 32
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Juist of Onjuist?
Een prikkel wordt gemaakt door een zintuig.
Een prikkel wordt gemaakt door een zintuig.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Juist of Onjuist?
De opperhuid is de bovenste laag van de huid.
De opperhuid is de bovenste laag van de huid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Juist of Onjuist?
Je wenkbrauwen zorgen ervoor dat er minder licht in je ogen valt.
Je wenkbrauwen zorgen ervoor dat er minder licht in je ogen valt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Juist of Onjuist?
Zenuwen horen bij het centraal zenuwstelsel.
Zenuwen horen bij het centraal zenuwstelsel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Welke prikkel hoort bij het oog?
A
Geur
B
Kleur
C
Licht
D
Smaak
Slide 11 - Quizvraag
Wanneer de prikkel van een geur in je neus sterk genoeg is, ontstaat...
A
Een impuls
B
Een prikkel
C
Een geur
D
Een zintuigcel
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de functie van talg in je huid?
A
Om ervoor te zorgen dat je het kouder krijgt
B
Voor een soepelere huid
C
Voor een goede doorbloeding
Slide 13 - Quizvraag
Als je een tattoo laat zetten, in welke huidlaag moet die dan komen?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
Slide 14 - Quizvraag
In welke laag van het oog zitten de bloedvaten?
A
Harde oogvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies
Slide 15 - Quizvraag
In welke laag van het oog zit de gele vlek?
A
Harde oogvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de functie van zweten?
A
afvalstoffen uit je lichaam krijgen
B
afkoelen van het lichaam
C
Warmte tegenhouden
Slide 17 - Quizvraag
In welke tijd was het onderhuids bindweefsel het belangrijkste?
A
Vroeger, want toen waren er periodes met weinig voedsel.
B
Tegenwoordig, want er zijn periodes met weinig voedsel.
C
Vroeger, want toen moesten mensen harder werken.
D
Tegenwoordig, want er zijn meer mensen met overgewicht.
Slide 18 - Quizvraag
Meneer Boomsma heeft een bril omdat hij dichtbij niet zo goed kan zien, is hij bijziend of verziend?
A
Bijziend
B
Verziend
Slide 19 - Quizvraag
Welk gedeelte van het zenuwstelsel wordt beschermd door je wervelkolom?
A
Hersenen
B
Ruggenmerg
C
Zenuwen
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de functie van het netvlies?
A
Het oog voorzien van voedingsstoffen
B
Het licht omzetten in een impuls
C
Zorgen dat je scherp ziet
D
De impulsen vervoeren naar de hersenen?
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Welke route legt het geluid af totdat het een impuls wordt?
Slide 23 - Open vraag
Het zenuwstelsel heeft twee functies, welke twee zijn dit?
Slide 24 - Open vraag
Sleep het begrip naar de juiste plek in de volgorde
Impuls
Hersenen
Zintuig
Zenuw
Slide 25 - Sleepvraag
Sleep de juiste omschrijving naar daarbijhorende woord
Zweetklieren
Hoornlaag
Kiemlaag
Talgklieren
Lederhuid
Bestaat uit resten van dode cellen
Bestaat uit levende cellen
Maakt talg
Bevinden zich de warmte-, koude-, druk- en tastzintuigen
Produceert zweet
Slide 26 - Sleepvraag
Wat is de functie van de hoornlaag?
Slide 27 - Open vraag
Bij sommige mensen kan het trommelvlies niet goed trillen, wat is hiervan het effect?
Slide 28 - Open vraag
Meneer Boomsma ziet een chocolaatje, zijn speekselklier gaat hierdoor werken. Leg uit wat een klier is.
Slide 29 - Open vraag
Welke prikkel hoort bij welk zintuig? Sleep het plaatje naar de juiste prikkel.
Geur
Licht
Smaak
Geluid
Aanraking
Slide 30 - Sleepvraag
Wat vond je van je eigen kennis over zenuwen?
