14-1-21 Engels 1E

Opdracht 12 met de vragen en het rad uitgevoerd
Verhaal van Nessie gelezen 
Ik kan mijn Engelse verhaaltje voorlezen
Ik ken de woorden die horen bij Lesson 4+5 
Opdracht 7 van Lesson 6
Engels 
14-1-21 
Nakijken
Woorden oefenen + grammatica

Hoe ging het?
Dinsdag: S.O. woorden Lesson 4+5 Unit 2
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Opdracht 12 met de vragen en het rad uitgevoerd
Verhaal van Nessie gelezen 
Ik kan mijn Engelse verhaaltje voorlezen
Ik ken de woorden die horen bij Lesson 4+5 
Opdracht 7 van Lesson 6
Engels 
14-1-21 
Nakijken
Woorden oefenen + grammatica

Hoe ging het?
Dinsdag: S.O. woorden Lesson 4+5 Unit 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze les nodig: 
- Engelse boek
- Computer/ laptop om de les te volgen
- Telefoon om mee te doen aan de LessonUp les (log alvast in!)
- Potlood 
timer
1:30

Slide 2 - Tekstslide

How are you?
Choose: not so well,
quite alright, pretty good
timer
1:00

Slide 3 - Open vraag

Opdracht 7 
"I guess I'm more of a dinosaur than a monster. I only eat plants, not little boys," she assured Lamont. "Say, would you like a ride on my neck?"

Hoe gaat jouw verhaal verder? 

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken

Slide 5 - Tekstslide

Nabespreken 

Slide 6 - Tekstslide

Even voorbereiden
Je krijgt nu 4 minuten om even de woordenlijst + grammatica van lesson 4+5 door te nemen. 
Hierna volgen een aantal vragen om te kijken wat je al kent ter voorbereiding op het S.O. van komende dinsdag. 
timer
4:00

Slide 7 - Tekstslide

Dairy=
A
dagelijks
B
zuivel

Slide 8 - Quizvraag

dish =
A
gerecht
B
bord

Slide 9 - Quizvraag

healthy
A
gezond
B
gezondheid

Slide 10 - Quizvraag

raspberry
A
aardbei
B
framboos

Slide 11 - Quizvraag

organic
A
organen
B
biologisch

Slide 12 - Quizvraag

vegetable
A
groente
B
vegetariër

Slide 13 - Quizvraag

to serve
A
Servië
B
opdienen

Slide 14 - Quizvraag

biscuit
A
beschuit
B
koekje

Slide 15 - Quizvraag

delicious
A
heerlijk
B
genieten

Slide 16 - Quizvraag

meat
A
ontmoeten
B
vlees

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal de zin:
Het regent veel in de herfst.

Slide 18 - Open vraag

Vertaal de zin:
Zij woont in een stad.

Slide 19 - Open vraag

Vertaal de zin:
Zij gaan naar buiten.

Slide 20 - Open vraag

activiteit
A
acting
B
activity

Slide 21 - Quizvraag

ervaring
A
experience
B
boring

Slide 22 - Quizvraag

vragenlijst
A
questionlist
B
questionnaire

Slide 23 - Quizvraag

podium
A
stage
B
cinema

Slide 24 - Quizvraag


A
throughout
B
while

Slide 25 - Quizvraag

vertaal:
schilderen

Slide 26 - Open vraag

vertaal:
knutselen

Slide 27 - Open vraag

vertaal:
lezen

Slide 28 - Open vraag

vertaal:
luisteren naar

Slide 29 - Open vraag

vertaal:
schrijven

Slide 30 - Open vraag

Vertaal de zin:
Hij zwemt in de zee.

Slide 31 - Open vraag

Vertaal de zin:
Zij leest geen stripverhalen.

Slide 32 - Open vraag

Vertaal de zin:
Tekent hij graag?

Slide 33 - Open vraag

Vertaal de zin:
Acteer jij in een film?

Slide 34 - Open vraag

Afronding
Hoe ging het? 

Huiswerk: Dinsdag S.O. woorden Lesson 4+5 

Morgen Engels van Wouter

Vragen?

Slide 35 - Tekstslide