2BKM Herhaling Lezen leerjaar 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

2BKM Lezen leerjaar 1

Herhaling leerjaar 1

Weet je nog wat synoniemen zijn?

1. een woord met verschillende betekenissen
2. woorden die hetzelfde klinken, maar iets anders betekenen
3. verschillende woorden met dezelfde betekenis
4. verschillende woorden met verschillende betekenissen

Wat is het synoniem in de zin?

Je kunt iemand besmetten met griep zonder dat je het weet. Vooral jonge kinderen kunnen elkaar gemakkelijk met het griepvirus aansteken.

1. griep
2. gemakkelijk
3. griepvirus
4. aansteken

Ook al zitten we allebei op een andere school, we blijven elkaar zeker zien en zullen ongetwijfeld nog leuke dingen doen.

1. school
2. elkaar
3. zeker
4. dingen

Een omschrijving of voorbeeld

Wat is de omschrijving?

Je moet de theorie letterlijk, precies zoals het er staat, overschrijven.

Wat is de omschrijving?
Iedere nieuwe leerling op onze school heeft een vaste begeleider uit een hogere klas. Zo’n coach helpt met allerlei schoolzaken.

Titel, onderwerp en hoofdgedachte

Titel: Wat staat er boven de tekst?

De schrijver probeert hiermee de aandacht te trekken.

Onderwerp: Waar gaat de tekst over?

Het onderwerp benoem je zo kort mogelijk in een paar woorden.

Hoofdgedachte: Wat is de belangrijkste boodschap van de tekst?

De hoofdgedachte schrijf je op in een zin.

Sleep de tekstblokken naar het goede onderdeel.

titel

onderwerp

hoofdgedachte

daling sportende jongeren

Generatie bankzitters op komst

Het is een probleem dat steeds minder jongeren sporten.

Het onderwerp van de tekst bepaal je door oriënterend te lezen.
Wat doe je dan?

1. afbeelding bekijken, titel en 1e alinea lezen
2. afbeelding bekijken, hele tekst lezen
3. hele tekst lezen en de bron bekijken
4. 1e en laatste zin van elke alinea lezen

Tekstdoelen en -soorten

Een strip in een krant is een

1. activerende tekst
2. amuserende tekst
3. informerende tekst
4. overtuigende tekst

Een bijsluiter bij een medicijn is een

1. activerende tekst
2. instruerende tekst
3. informerende tekst
4. overtuigende tekst

Inleiding, middenstuk en slot

In de inleiding

1. worden deelonderwerpen besproken
2. maak je kennis met het onderwerp
3. wordt een samenvatting gegeven
4. staat de afbeelding

In het middenstuk

1. worden deelonderwerpen besproken
2. maak je kennis met het onderwerp
3. wordt een samenvatting of conclusie gegeven
4. staat de afbeelding

In het slot

1. worden deelonderwerpen besproken
2. maak je kennis met het onderwerp
3. wordt een samenvatting of conclusie gegeven
4. staat de afbeelding

Om te bepalen wat de deelonderwerpen in een tekst zijn, lees je

1. oriënterend
2. globaal
3. zoekend
4. kritisch

Bij globaal lezen

1. kijk je naar de afbeelding en de titel.
2. lees je de tekst helemaal.
3. lees je de eerste en laatste zinnen van de alinea's.
4. lees je de inleiding en het slot.

Een tussenkopje laat je weten

1. wat het deelonderwerp van een alinea (of alinea's) is.
2. wat de afbeelding betekent
3. wat de inleiding en het slot is
4. waar het middenstuk over gaat