In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Voorbehoedsmiddelen: Voordelen en Nadelen
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je de verschillende voorbehoedsmiddelen benoemen, en de voordelen en nadelen van elk middel opnoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Leg uit wat de leerdoelen zijn voor deze les, zodat de leerlingen weten wat zij aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet je al over voorbehoedsmiddelen?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn voorbehoedsmiddelen?
Voorbehoedsmiddelen zijn middelen die worden gebruikt om zwangerschap te voorkomen.
Slide 4 - Tekstslide
Introduceer het onderwerp en leg uit wat voorbehoedsmiddelen zijn.
Soorten voorbehoedsmiddelen
Er zijn verschillende soorten voorbehoedsmiddelen, waaronder condooms, de pil, spiraaltjes, anticonceptieringen, en meer.
Slide 5 - Tekstslide
Beschrijf de verschillende soorten voorbehoedsmiddelen die beschikbaar zijn.
Condooms
Condooms zijn een vorm van voorbehoedsmiddel die zowel zwangerschap als seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA's) helpen voorkomen.
Slide 6 - Tekstslide
Beschrijf het condoom als een voorbehoedsmiddel en leg uit waarom het belangrijk is om SOA's te voorkomen.
De Pil
De pil is een hormonaal voorbehoedsmiddel dat door vrouwen wordt ingenomen en zwangerschap voorkomt door de eisprong te onderdrukken.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit wat de pil is en hoe het werkt als voorbehoedsmiddel.
Spiraaltjes
Een spiraaltje is een klein, T-vormig apparaat dat in de baarmoeder wordt geplaatst om zwangerschap te voorkomen.
Slide 8 - Tekstslide
Beschrijf de werking en plaatsing van een spiraaltje.
Anticonceptiering
Een anticonceptiering is een flexibele ring die in de vagina wordt geplaatst en hormonen afgeeft om zwangerschap te voorkomen.
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijf wat een anticonceptiering is en hoe het werkt.
Voordelen van voorbehoedsmiddelen
Voorbehoedsmiddelen helpen zwangerschap en SOA's te voorkomen, geven vrouwen controle over hun seksuele gezondheid en kunnen ook helpen bij het reguleren van menstruatie.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit wat de voordelen zijn van het gebruik van voorbehoedsmiddelen.
Nadelen van voorbehoedsmiddelen
Sommige voorbehoedsmiddelen kunnen bijwerkingen hebben, zoals misselijkheid of gewichtstoename, en sommige middelen bieden geen bescherming tegen SOA's.
Slide 11 - Tekstslide
Leg uit wat de nadelen zijn van het gebruik van voorbehoedsmiddelen.
Persoonlijke keuze
Het kiezen van een voorbehoedsmiddel is een persoonlijke keuze die afhankelijk is van individuele behoeften en omstandigheden.
Slide 12 - Tekstslide
Leg uit dat het belangrijk is om een voorbehoedsmiddel te kiezen dat past bij persoonlijke behoeften en omstandigheden.
Quiz
Test je kennis over voorbehoedsmiddelen met onze quiz!
Slide 13 - Tekstslide
Gebruik een interactief element, zoals een quiz, om de kennis van de leerlingen te testen.
Huiswerkopdracht
Schrijf een kort essay over welk voorbehoedsmiddel je zou kiezen en waarom, op basis van je eigen persoonlijke behoeften en omstandigheden.
Slide 14 - Tekstslide
Geef een opdracht om de leerlingen te laten nadenken over welk voorbehoedsmiddel zij zouden kiezen en waarom, en hoe dit past bij hun persoonlijke behoeften en omstandigheden.
Vragen
Zijn er nog vragen over voorbehoedsmiddelen?
Slide 15 - Tekstslide
Geef de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen over het onderwerp en beantwoord deze zo goed mogelijk.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.