Hoofdstuk 6 - §1

Paragraaf 1 De grens over
Leerdoelen:
1. Je weet wat Export en Import is
2. Je kunt een aantal producten opnoemen die wij importeren en exporteren.
3. Je kunt de export- en importquote berekenen en uitleggen


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 De grens over
Leerdoelen:
1. Je weet wat Export en Import is
2. Je kunt een aantal producten opnoemen die wij importeren en exporteren.
3. Je kunt de export- en importquote berekenen en uitleggen


Slide 1 - Tekstslide

Import en export
Import (invoer)
- Goederen/diensten naar Nederland
- Geld naar het buitenland

Export (uitvoer)
- Goederen/diensten naar het buitenland
- Geld naar Nederland

Slide 2 - Tekstslide

Import/invoer
Welke producten komen er allemaal uit het buitenland?


Import zorgt voor:
  • Beschikking over goederen die we niet zelf kunnen produceren
Export/uitvoer
Wat kun je in het buitenland aan Nederlandse producten kopen?

Export zorgt voor:
  • Werkgelegenheid en inkomen in Nederland
  • Buitenlandse valuta


Slide 3 - Tekstslide

Open economie
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land in een jaar is het bruto binnenlands product (bbp)







Hoe hoger de optelsom van de export- en importquote, hoe meer open de economie is.





Slide 4 - Tekstslide

Een land met een open economie heeft een hoge export- en importquote.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Door het vrije verkeer van goederen en diensten zijn de export en import tussen landen van de Europese Unie afgenomen
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag


Land A
Land B
Land C
BBP
800
2000
1250
Import
350
225
400
Export
150
500
200
Welk land heeft de meest open economie?
A
Land A
B
Land B
C
Land C

Slide 10 - Quizvraag

HW
Maken §1-  1 tm8

Slide 11 - Tekstslide

 Schaalvoordelen 
= door de groei van een bedrijf kan het over het algemeen goedkoper produceren. 

Ontstaan schaalvoordelen:
- bedrijven worden groter en kunnen goedkoper inkopen bij hun leveranciers. Als een bedrijf groot is kan het ook een lagere prijs bij leveranciers afdingen. 

- naarmate een bedrijf meer gaat produceren kan het de Totale kosten over steeds meer verschillende producten verdelen --> productie aantal stijgt, de gemiddelde kosten van de producten dalen en heeft het bedrijf een schaalvoordeel.


Slide 12 - Tekstslide

EU
  • Vrij verkeer van goederen en diensten
  • Vrij verkeer van kapitaal en arbeid
  • schaalvoordelen

Slide 13 - Tekstslide

De Eu stimuleert de handel
  • Subsidies
  • Protectie
  • Multinationals 

Slide 14 - Tekstslide

Verschillen tussen de lidstaten van de EU
  • - Verschillende tarieven voor btw en vennootschapsbelasting
  • - Milieuregels
→ oneerlijke concurrentie

Europese Commissie wil gelijke regels om gelijkwaardige concurrentie mogelijk te maken. 

Slide 15 - Tekstslide

De EU binnen de wereld- economie

De EU stimuleert de vrije handel binnen haar grenzen, maar ten opzichte van de rest van de wereld is dat minder het geval. 

Protectie d.m.v. invoerrechten en exportsubsidies

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

De EU en multinationals
De EU trekt als handelsblok multinationals aan. Multinationals kiezen in Europa de meest geschikte locaties om zich te vestigen (landen met goedopgeleide maar goedkope werknemers). Ook op wereldniveau bestaat een internationale arbeidsverdeling

Multinationals: bedrijven met vestigingen in veel landen.
Internationale arbeidsverdeling: ieder land produceert goederen en diensten waar het het best of goedkoopst is.

Slide 18 - Tekstslide