In deze LessonUp worden de tenses nog een keer uitgelegd.
Bij de uitleg staan ook een aantal oefenvragen. De toets bestaat deels uit invulzinnen en deels uit vertaalzinnen. Zorg dat je - naast deze LessonUp - ook de opdrachten in je reader herhaalt!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
TENSES
In deze LessonUp worden de tenses nog een keer uitgelegd.
Bij de uitleg staan ook een aantal oefenvragen. De toets bestaat deels uit invulzinnen en deels uit vertaalzinnen. Zorg dat je - naast deze LessonUp - ook de opdrachten in je reader herhaalt!
Slide 1 - Tekstslide
TENSES (OVERZICHT)
Present simple
Past simple
Present continuous
Past continuous
Present perfect
Past perfect
Future
Past future
Slide 2 - Tekstslide
PRESENT SIMPLE
Wanneer: ALTIJD, FEITEN, REGELMATIG
Hoe: STAM (+ (E)S)
Signaalwoorden: always, normally, every day, often, never, etc.
They alwayslock the door when they go out.
She neverdrinks coffee in the morning.
Slide 3 - Tekstslide
PRESENT CONTINUOUS
Wanneer: NU GAANDE, ERGERNIS
Hoe: [TO BE] + WW+ING
Signaalwoorden: now, right now, at the moment, at present, etc.
He is writing a letter at the moment.
I hate that they are talking behind her back.
Slide 4 - Tekstslide
NOW PICK THE CORRECT ONE!
Choose between PRESENT SIMPLE and PRESENT CONTINUOUS
Slide 5 - Tekstslide
Most days he wakes up around 6:45.
A
present simple
B
present continuous
Slide 6 - Quizvraag
They are talking to that man right there.
A
present simple
B
present continuous
Slide 7 - Quizvraag
Right now I am busy writing a letter to my grandma
A
present simple
B
present continuous
Slide 8 - Quizvraag
They never go out when the weather is bad.
A
present simple
B
present continuous
Slide 9 - Quizvraag
USE THE CORRECT TENSE
and pay close attention to words that will help you figure it out
Slide 10 - Tekstslide
Every Tuesday he ... until 9pm.
A
works
B
is working
Slide 11 - Quizvraag
He ... dinner in the kitchen right now.
A
cooks
B
is cooking
Slide 12 - Quizvraag
I ... a really nice book now.
A
read
B
am reading
Slide 13 - Quizvraag
PAST SIMPLE
Wanneer: TOEN
Hoe: STAM + ED of 2
Signaalwoorden: yesterday, last week, this morning, in 2013, etc.
I watched an interesting documentary last night.
When I was a little girl I read a lot of books.
Slide 14 - Tekstslide
Last Friday we [...] for dinner.
A
go out
B
are going out
C
went
Slide 15 - Quizvraag
In general, I [...] attention during class
A
pay
B
am paying
C
paid
Slide 16 - Quizvraag
Right now they [...] to help that man.
A
try
B
are trying
C
tried
Slide 17 - Quizvraag
TENSES
PAST CONTINUOUS: om aan te geven dat iets op een specifiek moment in het verleden gebeurde
[WAS/WERE] + WW+ING
Signaalwoorden: while, when, as
Vaak in combinatie met PAST SIMPLE
I was helping him.
You weren't watching TV when she entered.
Slide 18 - Tekstslide
He [to play] a videogame when the bell rang.
Slide 19 - Open vraag
I [to pack] my bags when you called.
Slide 20 - Open vraag
While they [to sing] along to the song, the door slammed shut.
Slide 21 - Open vraag
PRESENT PERFECT
TOEN TOT NU
een handeling is in het verleden begonnen en duurt tot nu
resultaat van een handeling in het verleden is nu merkbaar
HAVE/HAS + 3
SIGNAALWOORDEN: for a week now, since, already, yet, just, ever, never, recently, lately, up till now
Slide 22 - Tekstslide
He [not + to eat] yet.
Slide 23 - Open vraag
They [to be] living here for years now.
Slide 24 - Open vraag
We [to wait] for him since 7am.
Slide 25 - Open vraag
Every Monday we ... dinner together.
A
eat
B
are eating
C
ate
D
have eaten
Slide 26 - Quizvraag
We ... every episode since the first one aired.
A
see
B
are seeing
C
saw
D
have seen
Slide 27 - Quizvraag
At the moment they ... English grammar
A
study
B
are studying
C
studied
D
have studied
Slide 28 - Quizvraag
Last week schools ... again.
A
start
B
are starting
C
started
D
have started
Slide 29 - Quizvraag
PAST PERFECT
Om aan te geven dat een handeling eerder plaatsvond dan een andere handeling in het verleden (tijdlijn).
HAD + 3
Signaalwoorden: before, after, when, by the time, as soon as
Slide 30 - Tekstslide
PAST PERFECT
She had lived there for a long time before she moved.
We had been ringing the bell for an hour before they answered the door.
They had never been arrested before.
He had never been able to write but then a new writing method was used.
Slide 31 - Tekstslide
Before he started his homework for Geography he [to study] for English.
Slide 32 - Open vraag
After we [to visit] the Eiffel Tower we walked to the Louvre
Slide 33 - Open vraag
PRESENT FUTURE
Gebruiken we om aan te geven dat een handeling in de toekomst plaatsvindt.
WILL + HELE WW
[BE] GOING TO + HELE WW
Signaalwoorden: tomorrow, next week, in 10 hours etc.
Slide 34 - Tekstslide
In a few weeks we ... (test) our knowledge on the exam.
Slide 35 - Open vraag
... (you, to help) me with this task tomorrow?
Slide 36 - Open vraag
PAST FUTURE
Gebruiken we om aan te geven dat een handeling plaatsvindt na een andere handeling in het verleden (tijdlijn).