Werkbladen plusopdracht (A2- thema 5)

• knm
• Voortgezet speciaal onderwijs

Extra opdrachten KNM

School

Werk /stage

Lesdoelen

Deze les herhalen we lesstof over het Nederlandse onderwijs. 

Je leest teksten en kiest de juiste school.

Je kiest een opleiding voor een  persoon en beschrijft waarom je deze keuze maakt.

Je bekijkt een stagedag van een Tamara en beschrijft wat ze die dag op stage heeft gedaan.

Uitleg opdracht 1

luister hier

Na het vmbo kun je naar het ....
Het .....heeft 4 niveaus. Niveau 1 is het laagst en duurt het kortst.
Niveau 4 is het hoogst en duurt het langst. Op het .... leer je een beroep waarbij je veel met je handen werkt. Bijvoorbeeld bakker, schilder op timmerman.

De meeste kinderen gaan naar de ...... als ze 4 jaar zijn. In de eerste twee groepen leren kinderen vooral door te spelen. Ze maken puzzels, zingen liedjes, lezen boekjes en spelen veel buiten. In groep 3 tot en met 8 leren kinderen ook lezen, schrijven, rekenen, geschiedenis, dingen over Nederland en over de wereld, de natuur en het verkeer. Groep 8 is de laatste groep.

Na de basisschool gaan kinderen naar de ........ Ze zijn dan ongeveer 12 jaar. Er zijn 3 niveaus: vmbo, havo en vwo.
Na de ....... kiezen ze een school. Ze kunnen dan naar het mbo, hbo of de universiteit. Daar leren ze een beroep of ze leren over dingen die ze interessant vinden.

Na de havo kun je een ..........- opleiding gaan doen. Het ..... heeft een hoger niveau dan het mbo. Op het ..... kun je bijvoorbeeld studeren voor leraar.

De ..... is voor kinderen van 2,5 tot ongeveer 4 jaar. Kinderen leren hier samen spelen en samen delen. Ze zingen veel liedjes, doen spelletjes en bewegen veel. Kinderen die naar de basisschool gaan, gaan niet meer naar de .........

Je kunt na het vwo gaan studeren aan de ...... De ....... heeft het hoogste niveau. Je leert op de ..... veel theorie. Je studeert hier bijvoorbeeld voor dokter of tandarts.

De ..... is voor kinderen van 2,5 tot ongeveer 6 jaar die niet goed Nederlands spreken. Ze leren hier Nederlands, zingen liedjes, doen spelletjes en leren samen spelen en delen. Een kind kan tot en met groep 2 van de basisschool naar de ....... gaan.

opdracht 2

Luister naar de teksten over de personen. Kies welke opleiding je voor deze personen goed vindt. Vertel ook waarom!

Kies uit:

● een opleiding voor timmerman

● een opleiding voor kok

● een opleiding voor kapper

● een opleiding voor docent

● een opleiding voor buschauffeur

● een opleiding voor verpleegkundige

luister hier

luister hier

luister hier

luister hier

luister hier

luister hier

opdracht 3

Kijk naar de plaatjes. Tamara loopt stage bij een kapper. Vertel wat ze vandaag op haar stage heeft gedaan.  Schrijf de zinnen in de voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.)

  

 

 

Gebruik de woorden : 

eerst, dan, daarna,
vervolgens en ten slotte.

Lukt dit nog niet?
Schrijf dan de zinnen in de onvoltooide tegenwoordige tijd (o.t.t.)

Schrijf hier de tekst.