Taaldorp

Taaldorp
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Taaldorp

Slide 1 - Tekstslide

Conversaciones
Estrategias de comunicación 

= handige zinnen voor Taaldorp

Slide 2 - Tekstslide

Frases útiles Handige zinnen
  • Je weet niet wat iets betekent
  • Je hebt denktijd nodig
  • Je weet het ff niet
  • Het gaat te snel
  • Je wil dat de ander het herhaalt
  • Je begrijpt de ander niet
  • Je wil reageren

Slide 3 - Tekstslide

Frases útiles Handige zinnen
  • Je weet niet wat iets betekent: ¿Qué significa ...?
  • Je hebt denktijd nodig: Déjame pensar, Pues.., Bueno.., Ehm..
  • Je weet het ff niet: No sé (cómo decirlo)
  • Het gaat te snel: Puede(s) hablar más despacio, ¿por favor?
  • Je wil dat de ander het herhaalt: ¿Puede(s) repetir?
  • Je begrijpt de ander niet: No entiendo. 
  • Je wil reageren: ¡Ah!, ¡Claro!, ¡Qué bonito!, ¡Qué interesante! ..

Slide 4 - Tekstslide

Revisar el vocabulario
Con tu compañero, 
escucha y lee la conversación

Slide 5 - Tekstslide

Actividad 4 página 93. Answer in the next slide...
En tu cuaderno, ordena las  imágenes de acuerdo al texto. 

Ejemplo: 
1 -c




Slide 6 - Tekstslide

Respuestas
1- c
2- e
3- a
4- i
5- b
6- j
7- d
8- h
9- f
10- g

Slide 7 - Tekstslide

.
En tu cuaderno escribe un parrafo sobre qué haces en tu tiempo libre. Minimo 5 frases. 

Slide 8 - Tekstslide

Conversación 1

Slide 9 - Tekstslide

 La rutina diaria

Slide 10 - Tekstslide

ducharse
peinarse
vestirse
irse a la escuela
desayunar
almorzar
hacer los deberes
dormirse
despertarse

Slide 11 - Sleepvraag


Yo ___ lavo la cara.
A
te
B
nos
C
se
D
me

Slide 12 - Quizvraag


Ella ____ despierta a las siete de la mañana.
A
te
B
nos
C
se
D
os

Slide 13 - Quizvraag


Nosotros ____ cepillamos los dientes.
A
nos
B
os
C
se
D
me

Slide 14 - Quizvraag


Ellas ___ peinan.
A
nos
B
se
C
me
D
te

Slide 15 - Quizvraag


Tú ___ acuestas a las diez de la noche.
A
nos
B
se
C
me
D
te

Slide 16 - Quizvraag

Lee el texto

Slide 17 - Tekstslide

¿Cuántos años tiene Pablo?
A
14
B
15
C
16
D
17

Slide 18 - Quizvraag

¿Dónde vive Pablo?
A
en Barcelona
B
en Madrid
C
en Murcia
D
en Valencia

Slide 19 - Quizvraag

¿Con quién vive Pablo?
A
con su familia
B
con su novia
C
con sus amigos
D
con sus hermanos

Slide 20 - Quizvraag

¿Es Pablo hijo único?
A
No, tiene un hermano.
B
No, tiene cuatro hermanos.
C
Sí, no tiene hermanos.
D
No, tiene tiene tres hermanos.

Slide 21 - Quizvraag

¿A qué hora se levanta Pablo?
A
Son las siete de la mañana.
B
A las seis de la mañana.
C
A las siete de la mañana.
D
Son las seis de la mañana.

Slide 22 - Quizvraag

¿Qué desayuna Pablo?
A
Cereales con leche y café.
B
Cereales con chocolate caliente.
C
Tostadas con mermelada.
D
Cereales con leche y zumo.

Slide 23 - Quizvraag

¿Cómo va Pablo al instituto?
A
en coche
B
en bus
C
en taxi
D
en bicicleta

Slide 24 - Quizvraag

¿Qué pasatiempos tiene?
A
juega fútbol y escribe
B
baila y se va de compras
C
juega waterpolo y lee
D
monta a caballo y ve televisión

Slide 25 - Quizvraag

¿A qué hora se acuesta?
A
11:00 a.m.
B
11:30 p.m.
C
12:30 p.m.
D
11:30 a.m.

Slide 26 - Quizvraag

Zelfstandig werken in stilte
Zelfstandig werken en fluisteren
Zelfstandig werken en overleggen

Slide 27 - Tekstslide

El restaurante

Slide 28 - Tekstslide

Alles gaat mis
JE GAAT LEKKER ETEN BIJ HET RESTAURANT ‘LA PAELLA’ MAAR HELAAS GAAT ER EEN HELEBOEL MIS!

JE BESTELT:
  • OM TE DRINKEN: FRISDRANK
  • VOORGERECHT: STOKBROOD MET BOTER
  • HOOFDGERECHT: KIP MET FRIETJES
  •  VRAAG OF ER PEPER OVER DE KIP ZIT
(MAAR JE KRIJGT KIP MET RIJST EN JE HEBT GEEN MES)
  • NAGERECHT: EEN KOPJE THEE
(MAAR JE KRIJGT EEN KOPJE KOFFIE)
  •  VRAAG OM DE REKENING.
  • GEEF AAN DAT JE WIL BETALEN MET DE PINPAS
  • NEEM AFSCHEID






Slide 29 - Tekstslide

VERKEERDE REKENING
JE GAAT LEKKER ETEN BIJ HET RESTAURANT ‘LA PAELLA’
MAAR BIJ HET BETALEN MERK JE DAT DE REKENING NIET KLOPT.

JE BESTELT:
  • OM TE DRINKEN: EEN GLAASJE WATER
  • ALS VOORGERECHT: EEN SOEPJE
  • ALS HOOFDGERECHT: VIS, RIJST EN SALADE
  • ALS NAGERECHT: FRUIT
  • BIJ HET BETALEN MERK JE DAT DE REKENING NIET KLOPT! HET SOEPJE KOST GEEN €50!
  • JE VRAAGT NAAR DE GOEDE REKENING, JE BEDANKT DE OBER EN JE NEEMT AFSCHEID.




Slide 30 - Tekstslide