maw havo 4 16/9

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Wat gaan we doen?

Oefenen met de kernconcepten tot nu toe. 

Huiswerk bespreken en afspreken wie dinsdag het huiswerk bespreekt. 

Actualiteit bespreken.

Lesdoel

Je krijgt de kernconcepten beter onder de knie.

Je krijgt meer inzicht in hoe je de kernconcepten kunt koppelen aan een actualiteit. 

Om welk aspect van identiteit gaat het?

'De leden van sportvereniging X vinden het belangrijk dat ze motivatie hebben, hun best doen en proberen te winnen.'

1. Persoonlijke identiteit
2. Sociale identiteit
3. Collectieve identiteit

'Ik ben sociaal, vriendelijk en behulpzaam.'

Over welk aspect van identiteit gaat het hier?

'Ik ben sociaal, vriendelijk en behulpzaam'

Over welk soort identiteit gaat het hier?

1. Persoonlijke identiteit
2. Sociale identiteit
3. Collectieve identiteit
4. Externe collectieve identiteit

Om welk aspect van identiteit gaat het?

'Ik ben opgegroeid als enig kind. Ik weet daarom niet hoe het is om op te groeien met een zusjes/broertjes.'

1. Persoonlijke identiteit
2. Sociale identiteit
3. Collectieve identiteit
4. Referentiekader

Om welk aspect van identiteit gaat het hier?

1. Persoonlijke identiteit

Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, het zelfbeeld

2. Sociale identiteit

Het beeld dat iemand van zichzelf heeft als lid van sociale groepen waar hij/zij toe behoort

3. Externe collectieve identiteit

Een beeld van een groep dat als blijvend en kenmerkend wordt beschouwd

(externe) collectieve identiteit

Sociale identiteit

Persoonlijke identiteit

Mijn vriend en ik hebben dezelfde muzieksmaak, daardoor passen we heel goed bij elkaar

Nederlanders zijn direct en gierig

Iedere keer als ik in de spiegel kijk voel ik me onzeker

Identiteit (Kernconcept)
 
- Het             dat iemand van                heeft, dat hij                                   en anderen                       

- en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon
- en dat is afgeleid van zijn perceptie over de groep(en) waar hij wel of juist niet deel van uitmaakt.

beeld

uitdraagt

zichzelf

voorhoudt

Het beeld dat iemand van zichzelf heeft

Het deel dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt.

Het beeld dat de samenleving heeft van een groep en het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vindt.

Persoonlijke identiteit

Sociale identiteit

Collectieve identiteit

Terugblik op de vorige les over identiteit en cultuur.

Om welk aspect van identiteit gaat het?

'Mensen die bij een vereniging horen, kijken vaak meer naar elkaar om, steunen elkaar soms financieel als het nodig is en hebben eigen regels en wetten.'

1. Persoonlijke identiteit
2. Sociale identiteit
3. Collectieve identiteit
4. Referentiekader

KERNCONCEPT Socialisatie (2)

Het proces van                       en                        van de                           van de groep(en) en de                           waar mensen toe behoren. Het               bestaat uit                                            ,                     en andere vormen van omgang met anderen.

overdracht

cultuur

opvoeding

verwerving

onderwijs

proces

samenleving

Noem 3 verschillende socialisatoren

Een referentiekader is het geheel van .....1,.......2,.........3 en ...........4 vanuit waaruit iemand denkt en handelt.

Sleep het begrip (R) naar de juiste situatie (L).

Internalisatie

Nurture

Nature

Cultuur
verwerving

Identificatie

Cultuur
overdracht

Erik krijgt uitleg over het bedrijf waar hij gaat werken tijdens de introductiedag

Na een studie in het buitenland spreekt Sarah vloeiend Engels

Nadine legt grammaticaregels uit aan Zidane, die net naar Nederland  is geëmigreerd

Een pasgeboren baby kan bij het huilen verschillende klanken maken

Elisabeth begon al op haar zesde met vioolles en is nu een bekende muzikant

Nina van drie wil net als haar oudere broer met mes en vork eten