2E week 47 les 2

in telefoontas
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

in telefoontas

Slide 1 - Tekstslide

De vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag

10 min stil lezen
Leesvaardigheid: H2 tekstdoelen
PO poëzie en creatief schrijven


Slide 3 - Tekstslide

Stil lezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Twee onderwerpen in P2
Leesvaardigheid
Toets leesvaardigheid 16 december 2022
H 2, 3 en 4

Schrijfvaardigheid
PO poëzie en creatief schrijven
Inleverdatum 20 januari 2023

Slide 5 - Tekstslide

De PO
Je maakt in groepjes van vier een bundel met gedichten en een kort verhaal. 

De dichtbundel bevat de volgende onderdelen:
  • 6 gekozen bestaande gedichten
  • 5 zelf geschreven gedichten
  • 1 kort verhaal
Bekijk het voorbeeld in Teams. 

Slide 6 - Tekstslide

Kort verhaal


Bekijk ter inspiratie eens een aantal voorbeelden op deze website. 

Slide 7 - Tekstslide

Kern
Verwerkingsopdracht

H7 Spanning 30
H8 Perspectief 34
H22 Tijd 90
H23 Ruimte 94
H37 Plot 150
Leesvaardigheid

H2 Teksdoelen 10
H3 Leesstrategieën 14
H4 Woordraadstrategieën

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling vorige les

PO uitgelegd

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen

Je leert welke doelen een schrijver kan hebben met een tekst.

Slide 10 - Tekstslide

Tekstdoelen
Wat is het doel van de schrijver?

Een tekst is altijd met een doel geschreven. 

Slide 11 - Tekstslide

Noem drie voorbeelden van een informerende tekst.

Slide 12 - Open vraag

Vijf tekstdoelen
1. Informeren :     presenteren van enkel de feiten zonder poespas.

2. Overtuigen:     de schrijver wil dat de lezer de mening van de schrijver overneemt. 

3. Beschouwen:  onderwerp op verschillende manieren bekijken met als doel dat jij als lezer je     eigen mening objectief kan bepalen. 

4. Activeren:         aanzetten tot actie > iets doen!

5. Amuseren:        vermaken




Slide 13 - Tekstslide

Welke doelen kan een schrijver met zijn tekst hebben?

Slide 14 - Woordweb

Een reclame heeft als belangrijkste doel:
A
overtuigen
B
activeren
C
beschouwen
D
informeren

Slide 15 - Quizvraag

Een ingezonden brief van een lezer in de krant heeft als belangrijkste doel:
A
Uiteenzetten
B
activeren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 16 - Quizvraag

Een achtergrondartikel over het nut van het eten spinazie tijdens een toetsweek heeft als belangrijkste doel:
A
beschouwen
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een uitnodiging?

Slide 18 - Open vraag

Informeren
  • Je leest feiten.
  • Er staat geen mening in.

  • Bijvoorbeeld: krantenbericht, schoolboek, menukaart of een handleiding.

Slide 19 - Tekstslide

Overtuigen
  • De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn gelijk. 

  • Bijvoorbeeld: recensie, betoog, ingezonden brief in een krant.

Slide 20 - Tekstslide

Activeren
  • Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan. Een stapje verder dan overtuigen. 

  • Bijvoorbeeld: advertentie, 
filmposter, verkiezingsaffiche.

Slide 21 - Tekstslide

Amuseren
  • De schrijver wil dat je plezier beleeft. 
  • Bijvoorbeeld: strip, roman

Slide 22 - Tekstslide

Beschouwen
  • De schrijver wil dat de lezer zijn eigen mening vormt door informatie te verschaffen en verschillende kanten te belichten. 

Slide 23 - Tekstslide

Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Welk tekstdoel past bij een recept?
A
Informeren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Amuseren

Slide 25 - Quizvraag

Welk tekstdoel past bij een ingezonden brief?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Instrueren

Slide 26 - Quizvraag

Welk tekstdoel past bij een betoog?
A
Amuseren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 27 - Quizvraag

Welk tekstdoel past bij een schoolboek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 28 - Quizvraag

Een advertentie hoort bij het tekstdoel:
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren

Slide 29 - Quizvraag

Welk tekstdoel past bij een strip?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 30 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 31 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
instrueren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 32 - Quizvraag

Huiswerk nakijken

H2 opdracht 1 t/m 3

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk
Noteer in je agenda voor woensdag 30 november lesuur 5:

Maken  H2 opdracht 4 en 5.






Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag
Keuze

1. Verbeter jullie beeldgedicht (verwerkingsopdracht poëzie)
of
2. Maak een start met je kort verhaal; gebruik hierbij de theorie uit de LessonUp en deze website: klik hier
of
3. Ga alvast aan de slag met je huiswerk (leesvaardigheid)

Keuze

Slide 35 - Tekstslide

Ben je klaar?

  • Ga dan aan de slag met je PO. Lees de opdracht in de LessonUp (nogmaals) goed door. 
  • Ga vervolgens op zoek naar gedichten en vertel daar in 150 woorden iets over. Hiervoor gebruik je de theorie uit de LessonUp's die ik met je gedeeld en besproken heb. 
  • Bekijk het inkijkexemplaar als de opdracht je niet duidelijk is, of bekijk in Teams het voorbeeld. Of vraag mij :-)


Slide 36 - Tekstslide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik kan uitleggen welke verschillende tekstdoelen er zijn. 

Slide 37 - Tekstslide

Volgende les

Je neemt je leesboek mee.
We gaan verder met leesvaardigheid H2 tekstdoelen en de PO.


Slide 38 - Tekstslide

Hoe ging deze les?
Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Slide 39 - Tekstslide


Fijn weekend en tot woensdag!

Slide 40 - Tekstslide