Woche 3 2HV 2V 2425

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Woche 3 P1

- Hausaufgabenkontrolle (5 Min.)

- PW Kap. 4 aankondigen (week 7) (5 Min.)

- Übersetzen: Grammatik A (15 Min.) 

- Sprechen F36 (10 Min.)

  

Stundenziele

- Je kan vertellen wat je moet leren voor PW Kap. 4

- Je kan de FEesttenten- regel in zinnen toepassen. 

- Je kan het uiterlijk en eigenschappen van dieren beschrijven. 

PW Kap. 4 aankondigen (week 7: topweek)

- Blz. 136, 137

- GR A: FEesttenten regel, s-klank, -d/t groep (zie je notitie) 

- GR B: Volt. deelwoord: zwakke werkwoorden (zie je notitie),  sterke werkwoorden (zie woordenlijst) 

- haben en sein kunnen vervoegen

- Schrijfopdracht: mijn schoolleven

- Schrijfopdracht: mijn huisdier

GR A FEesttenten, s-klank, -d/t

FEesttenten	s-klank	-d/t
ich mach e
du mach st	du heiß t	du arbeit e st
er/sie/es mach t		er/sie/es arbeit e t
wir mach en
ihr mach t		ihr arbeit e t
Sie/sie mach en

Übersetze die Sätze (GR A)

1. Mijn oom schenkt mij (mir) een boek. (schenken: schenken)

2. Jullie schrijven een verhaal. (Het woord verhaal is het zelfde als "geschiedenis". )

3. Mijn zus vindt jou (dich)  aardig. vinden: finden

4. Gaat u naar huis? (naar huis: nach Hause)

5. Mijn vader houdt van me (mich). 

6. Mijn broer maakt nooit zijn huiswerk. 

7. Hoe heet je neef? 

8. Waar kom je vandaan?

9. Wanneer bezoeken jullie haar (sie)?

10. Ik raak de hond aan. 

11. Wie aait mijn kat? 

Die Antworten

1. Mein Onkel schenkt mir ein Buch.

2. Ihr schreibt eine Geschichte. 

3. Meine Schwester findet dich nett.

4. Gehen Sie nach Hause? 

5. Mein Vater liebt mich. 

6.Mein Bruder macht nie seine Hausaufgaben. 

7. Wie heißt dein Cousin? 

8. Woher kommst du? 

9. Wann besucht ihr sie? 

10. Ich fasse den Hund an. 

11. Wer streichelt meine Katze? 

Woche 3 P2 

2HVb: t/m zin 6 besproken, F36+37 moeten nog       2HVa: F37

2Aa, 2Ab: F36

- Sprechen F37 (10 Min.)

- F38: Beschreib dein Haustier mit Hilfe der Katzenbeschreibung(30 Min.) 

   Minimal 50 Wörter.

   Hilfsmittel: Seite 126, 136

   Plak de foto van je huisdier erop en lever hem aan het einde van de les in. 

Eventuell: Übersetzung Partizip Arbeitsblatt

Stundenziele

- Je kan de werkwoorden in voltooid tegenwoordige tijd vervoegen. 

- Je kan "haben" en "sein" correct vervoegen. 

- Je kan je huisdier in 50 woorden beschrijven. 

Die Lernziele dieser Unterrichtsstunde

- Je kan alle zwakke werkwoorden in volt. tegenwoordige tijd vervoegen.

- Je kan alle sterke werkwoorden van hfd. 4 in volt. tegenwoordige tijd vervoegen. 

- Je kan met behulp van Lernliste en Sprachmittel je huisdier beschrijven. 

Frau Lius Kater: Floki

Über Haustiere erzählen

Aussehen	kurze/ lange Beine/ Haare, braune Flecken, ein weiches Fell, pflauschig, schöne Feder, schafe Zähne, getigert, gepunktet, gestreift, Rassekatze Kaliko-Katze, Schildpatt-Katze, Schlappohr,
Futter	Gemüse, Fleisch, Gras, Heu, Katzenfutter frisches Futter
Charakter	total lieb, frech, verspielt, süß, scheu, dumm, klug, schlau, tollpatschig, anhänglich

de.islcollective.com

Woche 3 P3

- MO instructie en groepenverdeling voorbereiding Kap. 1, 2

- Feedback geven voor schrijfopdracht huisdier 

 

Stundenziele

- Je kan je schooldag beschrijven.

- Je kan vertellen wat je moet doen voor het MO. 

- Je weet met wie je samenwerkt. 

- Je kan de vragen uit de Sprachmittel Kap. 1 en 2 stellen en beantwoorden. 

MO instructie 

- Jullie werken met z'n vieren.

- Elke groep maakt vóór week 21 zeven  video's, namelijk van hfd. 1+2, 3, 4, 5, 6, 7, 9

- Jullie krijgen elke week wat tijd tijdens de les om aan je MO te werken. Wanneer de docent het aankondigt, kunnen jullie jullie video inleveren voor feedback. Docent vertelt je alleen of het een voldoende of onvoldoende is. 

- Je spreekt vrij, dwz. je leest niet voor. Geen voice over.  Tijdens het filmen ben je goed zichtbaar, hoorbaar. Iedereen spreekt minimaal 30 seconden. Per persoon mag je maximaal 1 keer pauzeren. 

- Bewaar jullie videos goed. Verloren= live mondeling doen bij de docent. 

- In week 21 kiest elke groep 4 videos waar jullie er trots op zijn en lever deze via teams in. 

MO Kap. 1+2

Voorbeeld: blz. 56 opdr. 43

Alle vragen uit Sprachmittel Kap.1 en 2 moeten gesteld en beantwoord worden.