Europa les 1

Europa
Doel: Aan het einde van deze les weet je meer over de topo van Europa, zoals landen en hoofdsteden en weet je een paar belangrijke algemene dingen over Europa.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Europa
Doel: Aan het einde van deze les weet je meer over de topo van Europa, zoals landen en hoofdsteden en weet je een paar belangrijke algemene dingen over Europa.

Slide 1 - Tekstslide

Benoem de bekendste landen met hoofdsteden

Slide 2 - Tekstslide

Europa
-Europa is een rijk werelddeel en telt ruim 746 miljoen inwoners.
-Daarom komen er veel mensen uit minder rijke landen naar Europa voor een beter leven of ze zijn op de vlucht voor oorlog of vervolging in hun eigen land.
-Het is niet overal even warm: In het noorden in IJsland, Noorwegen, Finland en Zweden zijn de winters streng. In de landen aan de Middellandse zee zijn de zomers warm. In de streken die aan de zee liggen valt de meeste neerslag.
-

Slide 3 - Tekstslide

vluchtelingen

Slide 4 - Tekstslide

EU: De Europese Unie
Heel veel Europese landen werken samen op het gebied van handel, landbouw, industrie, werkgelegenheid, vervuiling en het bestrijden van misdaad.

Slide 5 - Tekstslide

Sinds 1 januari 2002 betalen we met de euro.

Slide 6 - Tekstslide

Het westen
-De meeste landen hebben veel hetzelfde.-
-Ze behoren allemaal tot de Westerse cultuur of het Westen
-Dat komt omdat lang geleden een groot deel van Europa bij het Romeinse rijk hoorde. Daar waren dezelfde wetten, regels en gebruiken.

Slide 7 - Tekstslide

Het Romeinse rijk

Slide 8 - Tekstslide

Christendom
- Later gingen de Europeanen de wereld verkennen en namen ze hun cultuur mee naar andere werelddelen, zoals Noord-Amerika, Australië.
-In de Westerse wereld is het christendom de grootste godsdienst.
-De meeste mensen wonen in de steden en verdienen hun geld in de industrie en dienstverlening.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Colosseum

Slide 12 - Tekstslide

Portugal
Lissabon
druiven voor de port

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

de muur
Brandenburger Tor

Slide 15 - Tekstslide

basiliuskathedraal
huis van regering

Slide 16 - Tekstslide

Polen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

opera
universiteit

Slide 19 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting EU?
A
Europese Eenheid
B
Europa Universeel
C
Europese Unie
D
Europa Universum

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Rusland?
A
Kiev
B
Moskou
C
Belgrado
D
Oekraïne

Slide 21 - Quizvraag

Op welk gebied werken de EU-landen niet samen?
A
milieu
B
handel
C
landbouw
D
onderwijs

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Portugal?
A
Madrid
B
Lissabon
C
Malaga
D
Taag

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel inwoners heeft Europa?
A
ruim 740 miljoen
B
ruim 930 miljoen
C
ruim 880 miljoen
D
ruim 600 miljoen

Slide 24 - Quizvraag

Sinds wanneer gebruiken we de Euro als munt?
A
2000
B
2001
C
2002
D
2003

Slide 25 - Quizvraag

Waar zijn de winters erg streng?
A
In Spanje
B
In Noorwegen
C
In Frankrijk
D
In Polen

Slide 26 - Quizvraag

Bij welke zee zijn de zomers warm?
A
De Noordzee
B
De Waddenzee
C
De Oostzee
D
De Middellandse zee

Slide 27 - Quizvraag

Waar in Europa wonen de meeste mensen?
A
In het noord-oosten
B
In het noord-westen
C
In het zuid-oosten
D
In het zuid-westen

Slide 28 - Quizvraag

Waarom betalen ze in Zwitserland niet met de euro?

Slide 29 - Open vraag