Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 6 week 41 Engelse werkwoorden en tegenwoordig deelwoord leerjaar 1 PW/OA
Les 6
Les Nederlands
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les 6
Les Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Planning vandaag
Uitleg:
Werkwoordspelling Engelse werkwoorden
Tegenwoordig deelwoord
Uitvoeren:
Werken aan probleemstelling
Slide 2 - Tekstslide
Engelse werkwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Welke Engelse werkwoorden ken je?
Slide 4 - Open vraag
0
Slide 5 - Video
Engelse ww
-Hetzelfde als Nederlandse werkwoorden
-Bij werkwoorden die eindigen op -e de 'e' laten staan
faken --> stam: fake --> hij fake+t (tt)
--> hij fake+te
Slide 6 - Tekstslide
Bij de meeste werkwoorden werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.
Bij de meeste werkwoorden werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.
Slide 7 - Tekstslide
maar..... let op de uitspraak -n
Maar..... let op de uitspraak -n
Slide 8 - Tekstslide
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: timen
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 9 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: lunchen
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 10 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet
Slide 11 - Quizvraag
Mijn vader (downloaden, tt) elke dag een paar nieuwe liedjes
A
download
B
downloat
C
downloadt
D
downloadde
Slide 12 - Quizvraag
Op die gladde weg (skate, tt) mijn vriendje het liefst.
A
skatet
B
skate
C
skated
Slide 13 - Quizvraag
Tegenwoordig deelwoord
Bellend reed ze op de fiets
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Het tegenwoordig deelwoord
Renske werkt graag staand.
Job rende gillend weg.
Het tegenwoordig deelwoord beschrijft iets dat aan de gang is of was.
Vaak geeft het aan dat twee handelingen tegelijk plaatsvonden.
bv bellen en fietsen, lopen en huilen, stampen schreeuwen.
Ik ging lopend naar mijn werk.
Al bellend zat ik op de fiets.
- schrijf het werkwoord + d.
bellend, huilend, stampend
Ik ging lopen-d naar mijn werk.
Rosita ziet er stralen-d uit.
Tegenwoordig deelwoord
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Laatste les om te werken aan de methode
Inleveren aan het einde van de les.
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 5 week 41 Nederlands
Januari 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
groep 8 werkwoord spelling cito
29 dagen geleden
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 7 werkwoordcito oefenen
Maart 2023
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
7 dagen geleden
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
Engelse werkwoorden
Maart 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
MOA1B Werkwoordspelling MOA1: herh + vd
Januari 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling MA2 les 2 TT en VT
Februari 2021
- Les met
29 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Werkwoordspelling incl Engelse werkwoorden
Februari 2021
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2