2V Hoofdstuk 5 Paragraaf 4

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
-Herhalen van vorige les
-Botsen en Remmen
-Oefenopdrachten Hoofdstuk 5
Planning

Slide 2 - Tekstslide


Wat voor beweging is dit?
A
Versneld
B
Eenparig
C
Vertraagd

Slide 3 - Quizvraag


Wat voor beweging is dit?
A
Versneld
B
Eenparig
C
Vertraagd

Slide 4 - Quizvraag


Wat voor beweging is dit?
A
Versneld
B
Eenparig
C
Vertraagd

Slide 5 - Quizvraag

Een vliegtuig begint met rijden om op te stijgen. Wat voor beweging is dit?
A
Versneld
B
Eenparig
C
Vertraagd

Slide 6 - Quizvraag

Een stoplicht springt op rood en de auto moet stoppen. Wat voor beweging is dit?
A
Versneld
B
Eenparig
C
Vertraagd

Slide 7 - Quizvraag

Een skydiver springt uit een vliegtuig en valt naar de aarde. Wat voor beweging is dit?
A
Versneld
B
Eenparig
C
Vertraagd

Slide 8 - Quizvraag

Een parachutist glijdt langzaam naar de grond. Wat voor beweging is dit?
A
Versneld
B
Eenparig
C
Vertraagd

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

s = v*t
De reactieafstand = Snelheid * reactietijd
Reactieafstand

Slide 13 - Tekstslide

De afstand die een voorwerp of voertuig erover doet om stil te staan.
Factoren zijn:
-Massa
-Snelheid
-Remkracht
Remweg

Slide 14 - Tekstslide

Stopafstand = Remweg + reactieafstand
Stopafstand

Slide 15 - Tekstslide

Wat: Je gaat aan de slag het huiswerk van hoofdstuk 5
Hoe: Opdrachten 1,2,5,6,7
Hulp: Klasgenoot
Tijd: 10 min

Opdrachten

Slide 16 - Tekstslide

Leg de voertuigen op volgorde van snelste naar langzaamste

Slide 17 - Tekstslide

Leg de voertuigen op volgorde van Lichtste naar zwaarste

Slide 18 - Tekstslide

Leg de voertuigen op volgorde van kortste naar langste remweg

Slide 19 - Tekstslide

Wat: Je gaat aan de slag met herhalen van hoofdstuk 5
Hoe: Het werkblad van hoofdstuk 5
Hulp: Klasgenoot
Tijd: 15 min
Uitkomst: Je weet wat je al goed kan en wat je nog moet oefenen.
Oefenopdrachten

Slide 20 - Tekstslide


Opdrachten 1,2,3,5,6,7,8


Huiswerk

Slide 21 - Tekstslide