1. Waarnemen. Schrijf op wat je ziet in de afbeelding (alleen wat je ziet)
2. Interpreteren. Wie of wat stellen de figuren voor? Welke betekenis hebben de symbolen?
3. Beoordelen. Ik vind de spotprent goed want.. Ik vind de spotprent niet goed omdat..
4. Actualiteit. De spotprent gaat over de actuele situatie van ……