Les 4: Woordjes/zinnen leren

• Studievaardigheden
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

leren leren: woordjes leren

Woordjes leren

Woordjes leren

Voor welke talen?

Hoe leer je nu woordjes?

Flapmethode

1. Vel dubbelvouwen.

2. links woordjes, rechts antwoorden. 

3. Vel naar achteren vouwen.  4. Oefenen met woordjes. 

5. Oefen beide kanten op!

WRTS

Online woordjes leren

Flits/flipkaarten

1. Kleine kaartjes.

2. Ene kant de woordjes, andere kant de antwoorden.

3. Oefen de kaartjes.

4. 2 stapels: goed en nog niet goed.

Tekeningen

1. Tekeningen.

2. Oefen de tekeningen.

Plekken

Koppel de woordjes aan plekken in huis of je omgeving.

Ezelsbruggetje

Verzin gekke/ grappige ezelsbruggetjes bij de woordjes.

Overhoren

Laat je verhoren, in tweetallen.

Welke 2 methodes spreken je aan?

Woordjes schrijven

- Als je de woorden al een paar keer hebt geleerd/herhaalt, ga ze dan verschillende keren opschrijven.

- Doe het opschrijven beide kanten op. 

- Controleer op spelfouten.

- Hiermee leer je ook juist schrijven van woorden

Zinnen schrijven

- Soms moet je zinnen oefenen ipv woorden

- Lees 5 tot 10 zinnen

- dek ze af en zeg op (beide kanten op!)

- Leer op deze manier de zinnen

- Maar ook: alle voorgaande methodes

Oefenen!

Tweetallen

Oefen met de Engelse woordjes

Engelse woorden

-  Zwemmen - swimming

- Camping - camping 

- Winkel - store

- Badpak- swimsuit

- Duiken - to dive

- Zonnebrand - sunscreen

- EHBO - First Aid

Wat heb je geleerd?

Toepassen

- Pak je agenda en kijk welk leerwerk je aankomende week hebt.

- Ga leren voor die vakken (je kunt woorden leren of samenvatten)

Volgende les

- Hebben we het over het leren van grammatica

- Kijken we naar het onderdeel plannen en maken we een planning voor de proefwerkweek.