Ik heb geen idee wat is er ______________ (gebeuren)
Wat _____________ jij lekkerder? (vinden, tt)
Vorig jaar __________________ sommige leerlingen andere leerlingen (beïnvloeden, vt)
Slide 5 - Tekstslide
verandert/ veranderd
Verandert = stam + t (pvtt)
Veranderd = voltooid deelwoord (dus moet met een hulpwerkwoord!)
Slide 6 - Tekstslide
beide/beiden
Sommige/sommigen leerlingen hebben veel moeite met spelling. Andere/anderen vinden het helemaal niet moeilijk. Voor de meeste/meesten leerlingen helpt het om veel te lezen, maar voor enkele/enkelen heeft ook dat weinig meerwaarde.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Toets bekijken
- tel de punten na
- kijk wat je fout hebt gedaan
- stel vragen
Slide 9 - Tekstslide
Tekstbegrip
Het onderwerp
De hoofdgedachte
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Moeilijke woorden
Woordraadstrategieën
Slide 13 - Tekstslide
De zeven woordraadstrategieën
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Vandaag
Stil lezen
Leesopdracht - tekstbegrip
Slide 16 - Tekstslide
Gebruik woordraadstrategieën
Noteer de betekenis van het onderstreepte woord in elke zin.
1. Iedereen moet een steentje bijdragen voor het kerstfeest.
2. Hij garandeert dat hij morgenochtend op tijd zal zijn.
3. De bezorgers zullen de kast bij levering ook direct monteren.
timer
1:00
Slide 17 - Tekstslide
antwoorden
1. een steentje bijdragen = meehelpen
2. garanderen = beloven dat iets zeker of goed is
3. monteren = in elkaar zetten
Slide 18 - Tekstslide
Tekstbegrip
In de Classroom staat een tekst met vragen.
Lees de tekst en bedenk: wat is het onderwerp en wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Slide 19 - Tekstslide
Classroom
- Lees de tekst
- Bepaal het onderwerp
- Bepaal de hoofdgedachte
- Geef de betekenissen van de onderstreepte woorden
De opdracht moet deze les af! - Lever in op Classroom.