Mi colegio - voorbereiding mondeling

Mi colegio
1. gustar (en reageren op zinnen)
2. los días de la semana
3. las asignaturas
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mi colegio
1. gustar (en reageren op zinnen)
2. los días de la semana
3. las asignaturas

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objetivo de la clase
1. Ik snap hoe ik het werkwoord 'gustar' gebruik, en hoe ik kan reageren op stellingen met gustar
2. Ik kan vertellen wat ik een leuk vak vindt, en waarom.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gustar = houden van/leuk vinden
letterlijk: bevallen
Me gusta el libro - het boek bevalt mij.
Ik vind het boek mooi. 
Me gustan las hamburguesas - hamburgers bevallen mij.
Ik hou van hamburgers.

Wanneer gebruik je gusta? En wanneer gustan        

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GUSTA OF GUSTAN
  • gusta + een zelfstandig naamwoord enkelvoud
 Me gusta el fútbol.= Ik hou van voetbal.
  • gusta + een werkwoord
Me gusta bailar. = Ik hou van dansen.
  • gustan + een zelfstandig naamwoord meervoud
Me gustan los perros. = Ik hou van honden. 
                                        Denk aan het lidwoord

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meewerkend voorwerp
Om aan te geven wie het leuk vindt (letterlijk, aan wie het bevalt) gebruik je het meewerkend voorwerp. 
me
te
le
nos
os
les
Waar lijkt dit rijtje veel op?
wederkerende vnw.
me, te, se, nos, os, se

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadruk geven
(a mí)                           me gusta/gustan
(a tí)                             te  gusta/gustan
(a él/ella/usted)            le gusta/gustan
(a nosotros)                  nos gusta/gustan
(a vosotros)                  os gusta/gustan
(a ellos/ellas/ustedes)  les gusta/gustan

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus.....
(A mí) me gusta bailar.                      = Ik hou van dansen.
(A él) le gusta el fútbol.                     = Hij houdt van voetbal.
(A nosotros) nos gusta la música.    = Wij houden van muziek.
¿(A vosotros) os gustan los perros? = Houden jullie van                                                                          honden? 
(A ellos) les gusta bailar.                   = Zij houden van dansen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A José y Carlos (gustar) ver Netflix.
timer
0:15
A
le gustan
B
les gusta
C
les gusta
D
os gustan

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervoeg het werkwoord GUSTAR:
A mi hermano ___ ________ los perros
timer
0:30
A
le gusta
B
le gustan
C
se gusta
D
se gustan

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm in van 'gustar':

(A María).............los deportes.
timer
0:15
A
te gustas
B
le gusta
C
le gustan
D
te gusto

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul in:
A nosotros ...........................(gustar) la fruta.
timer
0:25
A
nos gustamos
B
nos gusta
C
nos gustan
D
nos gustas

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van GUSTAR in:
Me _________________ los profesores del instituto.
timer
0:15
A
gusta
B
gustan

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bepaalt de uitgang van gustar?
(2 correcte antwoorden)

timer
0:15
A
me, te, le, nos, os of les staat ervóór
B
het is mannelijk of vrouwelijk
C
over welk zelfstandig naamwoord het gaat
D
of het over een werkwoord gaat

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eens of oneens?
A mí me gustan las naranjas. ¿Y a ti?    (Ik hou van sinaasappels. En jij?
A mí también. (ik ook)
A mí no. (ik niet)

A mi  NO me gusta la música clásica? ¿Y a ti?
(Ik houd NIET van klassieke muziek, en jij?)
A mí sí (ik wel)
A mí tampoco. (Ik ook niet)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reageer op de stelling:
A mí me gustan las vacaciones.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reageer op de stelling:
A mí no me gusta la pizza.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reageer op de stelling:
A mí no me gustan los deberes.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lunes
Martes
Miércoles
Jueves
Viernes
Sábado
Domingo
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag

Slide 18 - Sleepvraag

sleepvraag asignaturas
las matemáticas
la Educación Física
la educación plástica
el español / castellano
la geografía
la química

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de Spaanse woorden naar de juiste plekken.
arte
español
historia
ciencias
tecnología
lengua
biología
educación
física
inglés
mate-máticas

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Te gusta o no te gusta?
¡Me  gusta!
No me gusta ...
interesante
anticuado
aburrido
difícil
estúpido
gracioso
estricto
bueno
fácil
amable

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Cuál es tu asignatura favorita?
¿Por qué?
(reageer in hele zinnen)

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Te gustan las matemáticas?
¿Por qué? / ¿Por qué no?
(reageer in hele zinnen)

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué asignatura no te gusta?
¿Por que? (reageer in hele zinnen)

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué asignaturas tienes el miércoles?
(reageer in een goedlopende zin)

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan uitleggen wat ik een leuk vak vindt, en waarom
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan reageren of ik een mening met iemand deel of niet.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies