Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
PA3.1 Oefentoets+ Havo
PA3.1 Extra oefentoets+
Hola clase 3hb!
febrero 2021
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
PA3.1 Extra oefentoets+
Hola clase 3hb!
febrero 2021
Slide 1 - Tekstslide
Las METAS de hoy
checken of je
de woordenschat van PA3.1 beheerst
de presente perfecto (regelmatig en onregelmatig) beheerst
de (imperativo) gebiedende wijs, bevestigend en ontkennend beheerst
het gebruik van de modale wekrwoorden beheerst
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
PA3.1
woordenschat
Slide 4 - Tekstslide
Schrijf de vertaling op van het rode woord.
Eso
depende de
la calle que coges
.
Slide 5 - Open vraag
Schrijf de vertaling op van het rode woord.
Tienes que
descargar
los documentos
.
Slide 6 - Open vraag
Kies het
signaalwoord
dat past in de zin.
Quiero ir de fiesta esta noche, ____
mañana me tengo que levantar muy temprano
.
también - pero - gracias a - por eso
Slide 7 - Open vraag
Kies het
signaalwoord
dat past in de zin.
Es fácil llegar, ____ la parada está a 2 minutos a pie.
hasta - aunque - porque - por eso
Slide 8 - Open vraag
Schrijf op in het Spaans: het tegenovergestelde van
subir
.
Slide 9 - Open vraag
Schrijf op in het Spaans:
3 transportmiddelen + lidwoord
Slide 10 - Open vraag
Schrijf de vertaling op van de zin:
Aunque las vacaciones son para descansar, yo prefiero subir montañas y pasear.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
gramatica PA3.1
presente perfecto
(voltooide tijd)
Slide 13 - Tekstslide
Vertaal het werkwoord én maak de presente perfecto.
¿Paula y tú _____ (maken) un viaje en barco este verano?
Slide 14 - Open vraag
Vertaal het werkwoord én maak de presente perfecto.
Juan _____ (uitstappen) en la otra parada .
Slide 15 - Open vraag
Vertaal het werkwoord én maak de presente perfecto.
El arquitecto _____ (ontwerpen) esta construcción curiosa.
Slide 16 - Open vraag
Vertaal het werkwoord én maak de presente perfecto.
Todos los días _____ (een ommetje maken/wij) por el barrio.
Slide 17 - Open vraag
Zet de zin in de juiste volgorde en in de presente perfecto
.
romper / esta mañana / la ventana / yo
Slide 18 - Open vraag
Zet de zin in de juiste volgorde en in de presente perfecto
.
en media hora / el parque / Jordi / recorrer
Slide 19 - Open vraag
Zet de zin in de juiste volgorde en in de presente perfecto
.
tener que / hacer / por la noche / los deberes / Isabel y Pep
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
gramatica PA3.1
imperativo
(gebiedende wijs, bevestigend en ontkennend)
Slide 22 - Tekstslide
Kies de juiste vorm van de imperativo.
María: ¡(hablar) tan rápido!
A
no hablas
B
no hables
C
no habláis
D
no hablad
Slide 23 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van de imperativo.
Señores, (escuchar) al guía de turista.
A
esuchad
B
escuchen
C
escuchamos
D
escuchas
Slide 24 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van de imperativo.
Señoras y señores, (pasar) por el área del comedor.
A
no pasan
B
no pasen
C
no pasamos
D
no paséis
Slide 25 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van de imperativo.
Chicos, (estudiar) para el examen.
A
estudien
B
estudiaos
C
estudiáis
D
estudiad
Slide 26 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van de imperativo. Chicos, (mirar) los exámenes de los compañeros.
A
no mirad
B
no miráis
C
no miréis
D
no miramos
Slide 27 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van de imperativo. Tessa, (abrir) la ventana; hace frío.
A
no abres
B
no abre
C
no abro
D
no abras
Slide 28 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van de imperativo.
Carlos, (girar) a la izquierda.
A
gira
B
giras
C
girad
D
gire
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
gramatica PA3.1
verbos modales
(modale werkwoorden)
Slide 31 - Tekstslide
Welk woord hoort op de lijn?
_____ estudiar arquitectura porque me gustan las construcciones.
A
quiero
B
puedo
Slide 32 - Quizvraag
Welk woord hoort op de lijn?
A mi hermana le gusta esquiar, pero ahora no _____ esquiar.
A
quiere
B
sabe
C
tiene que
D
puede
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de juiste vertaling van:
Hij moet leren maar hij wil niet.
A
tiene estudiar pero no quiere
B
tiene que estudiar pero no quiere
C
puede estudiar pero no quiere
D
sabe estudiar pero no quiere
Slide 34 - Quizvraag
Schrijf de Spaanse vertaling op.
Ik wil Spaans studeren in Madrid.
Slide 35 - Open vraag
Slide 36 - Tekstslide
je gaat met 1 klik naar...
de laatste vraag!
Slide 37 - Tekstslide
¿Qué tal ha ido el oefentoets?
Ben je klaar voor de echte toets?
A
Muy bien
B
Bien
C
Mwah
D
Mal
Slide 38 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
¿Qué saber de 12 lecciones para trabajar la autoestima? INTRODUCCIÓN (6-99 años)
Februari 2024
- Les met
18 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy
Repaso unidad 5+6
April 2022
- Les met
30 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Repaso unidad 5+6
Maart 2020
- Les met
26 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
¡Imperativos Ahora! Aprendamos a dar órdenes en español
Maart 2023
- Les met
17 slides
(3) PA 3 Capítulo 1
Januari 2021
- Les met
44 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1
Lección 12 Estar Presente
Februari 2024
- Les met
19 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy
3HV - Les 18
April 2024
- Les met
19 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3HV - Les 15 25th Maart
Maart 2024
- Les met
21 slides
Spaans
Speciaal Onderwijs
Leerroute 3