1. De grondwet van 1848

H2 - Op weg naar democratie
1. De Grondwet van 1848
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H2 - Op weg naar democratie
1. De Grondwet van 1848

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Met andere woorden: Wat is/hoort typisch bij dit tijdvak?

1. Het ontstaan van een parlementair stelsel en de toename van volksinvloed.
2. De industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen.
3. De politiek-maatschappelijke stromingen nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

Welke woorden hierboven ken je niet?

Slide 3 - Tekstslide

hoofdvraag: Hoe ontstond in de negentiende eeuw de parlementaire democratie in Nederland?
deelvragen:
1. Hoe ontstond in Nederland door de grondwetswijziging van 1848 een parlementaire democratie?
2. Hoe werd de basis gelegd voor de verzuiling van de Nederlandse samenleving?
3. waarom ontstond aan het eind van de negentiende eeuw een beweging voor de emancipatie van de vrouw?
4. Hoe en wanneer is in Nederland het algemeen kiesrecht ingevoerd?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun jij uitleggen hoe in Nederland door de grondwetswijziging van 1848 een parlementaire democratie ontstond.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een grondwet?
A
wet die de belastingen regelt
B
wet die de rechten van het volk regelt
C
basiswet van een land
D
wet die de plichten van het volk regelt

Slide 6 - Quizvraag

De grondwet
Basiswet in een land waarin de rechten en plichten van  volk en bestuur geregeld worden.

Slide 7 - Tekstslide

Welke 2 politieke groeperingen waren er in de 19e eeuw?
A
protestanten en katholieken
B
conservatieven en liberalen
C
conservatieven en socialisten
D
protestanten en liberalen

Slide 8 - Quizvraag

Conservatieven
conservare

koningsgezind
willen alles zo houden zoals het is
Liberalen
liberté

willen zoveel mogelijk vrijheid
willen zelf kunnen beslissen

Slide 9 - Tekstslide

Tot 1848
Na de val van Napoleon:  koning Willem I  ( met  grondwet)
Na de erkenning van Belgie: koning Willem II
1845-1848: grote honger door mislukte aardappeloogst.
Gevolg:  er dreigde een revolutie
Willem II geeft de liberalen (olv Thorbecke) de opdracht tot het maken van een nieuwe grondwet

Slide 10 - Tekstslide

Nieuw in de grondwet van 1848 was:
A
Censuskiesrecht
B
Algemeen kiesrecht
C
De regering is de hoogste macht
D
Recht op onderwijs

Slide 11 - Quizvraag

wie liet de grondwet van 1848 schrijven?

A
Koning Willem I
B
Willem III
C
Thorbecke
D
Koning Willem II

Slide 12 - Quizvraag

Belangrijkste punten van de grondwet 1848
1. Rechtstreekse verkiezingen 
                   ( via censuskiesrecht en districtenstelsel)
2. Macht bij het parlement
                    - koning onschendbaar
                    - ministers verantwoordelijk
                    - Eerste en Tweede kamer met  5 rechten
3. Rechten en plichten in de grondwet (grondrechten)
             
                    

Slide 13 - Tekstslide

Rechten van Tweede Kamer
1. recht van initiatief :recht om wetsvoorstellen te maken
2.recht van amandement : recht wetsvoorstellen te                         veranderen
3. recht van interpellatie : recht om de minister vragen te stellen
4. recht van enquete : recht een onderzoek in te stellen
5. budgetrecht: recht een begroting vast te stellen ( 1x per jr)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Was Nederland ná 1848 een échte democratie?

Slide 16 - Open vraag

Jij hebt grondrechten, noem er 3

Slide 17 - Open vraag

Welke plichten heb jij ?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Aan de slag!

mk WB opdr  par 1
1 - 10

Gebruik daarbij de teksten uit je TB

Slide 20 - Tekstslide

Afronden
nabespreken opdr  9 en 10

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun jij uitleggen hoe in Nederland door de grondwetswijziging van 1848 een parlementaire democratie ontstond.

Slide 22 - Tekstslide

huiswerk
In principe geen huiswerk, tenzij je in de les niet klaar was.

mk WB opdr par 1
1 - 10

Gebruik daarbij de teksten uit je TB


Slide 23 - Tekstslide