Rekenen met verhoudingstabellen

                                                          Welkom!


Masterclass
Rekenen met verhoudingstabellen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

                                                          Welkom!


Masterclass
Rekenen met verhoudingstabellen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een masterclass? 


Een masterclass is een kort, maar intensief programma waarin één specifiek onderdeel van het rekenen van a tot z wordt behandeld. In deze masterclass maak je kennis met het onderdeel verhoudingstabellen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een verhoudingstabel?
Een verhoudingstabel is een tabel, waarin je gegevens kunt weergeven om verhoudingen mee te berekenen. Je kan in een verhoudingstabel zowel horizontaal (van links naar rechts) als verticaal (van boven naar beneden) getallen plaatsen. Als je dat goed doet, wordt het eenvoudiger om de juiste berekening te maken. Daarbij werk je met de klok-methode.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe maak je een tabel?
Om een verhoudingstabel te maken heb je altijd twee grootheden nodig.

In tabel 1 zijn dat de grootheden afstand en tijd. Afhankelijk van de opdracht kies je daar de passende eenheden bij, bijvoorbeeld
meters en minuten.


afstand in meters
     5000
          ?
tijd in minuten
        60
         22
Opdracht
Amina wandelt van haar werk naar huis in een tempo van 5 kilometer per uur. Bereken hoeveel meter ze aflegt in 22 minuten.
In de eerste kolom zet je altijd de grootheden en eenheden. In de andere kolommen de bijbehorende getallen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke grootheid moet bovenaan?
Voor het maken van de juiste berekening maakt het niet uit of je de afstand of de tijd bovenaan plaatst. Zolang de juiste getallen maar achter de juiste grootheden plaatst.

Bij tabel A staat de afstand bovenaan; bij tabel B is dat de tijd. Je ziet dat de getallen meeverhuizen. Dat is erg belangrijk. 


afstand in meters
      5000
            ?
tijd in minuten
         60
           22
tijd in minuten
         60
           22
afstand in meters
       5000
            ?
A
B

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies






1. Wat is voor deze verhoudingstabel de meest logische eenheid van afstand?
afstand in 
tijd in 
Bobby loopt de marathon van 42 kilometer in 2 uur en 15 minuten. Hoe lang doet hij over 1 kilometer?
A
centimeter
B
decimeter
C
kilometer
D
meter

Slide 6 - Quizvraag

C, want alle informatie in de opdracht staat in kilometers.





2. Wat is voor deze verhoudingstabel de meest logische eenheid van tijd?
afstand in 
tijd in 
Bobby loopt de marathon van 42 kilometer in 2 uur en 15 minuten. Hoe lang doet hij over 1 kilometer?
A
minuten
B
seconden
C
uren
D
Ik weet het niet.

Slide 7 - Quizvraag

A, want dat is voor de meest logische eenheid voor het berekenen van 1 kilometer. 





3. Welke tijd moet onder deze afstand staan?
afstand in kilometers
          42
tijd in minuten
            ?
Bobby loopt de marathon van 42 kilometer in 2 uur en 15 minuten. Hoe lang doet hij over 1 kilometer?
A
120 minuten
B
135 minuten
C
200 minuten
D
215 minuten

Slide 8 - Quizvraag

B, want 2 uur en 15 minuten zijn in totaal 120 + 15 = 135 minuten.





4. Welk getal kan je verder nog invullen?
afstand in kilometers
          42
tijd in minuten
         135
Bobby loopt de marathon van 42 kilometer in 2 uur en 15 minuten. Hoe lang doet hij over 1 kilometer?
A
1
B
60
C
1000
D
Ik weet het niet.

Slide 9 - Quizvraag

A, want je wil weten hoe lang Bobby over 1 kilometer doet.





5. ?
afstand in kilometers
          42
             1
tijd in minuten
         135
             ?
Bobby loopt de marathon van 42 kilometer in 2 uur en 15 minuten. Hoe lang doet hij over 1 kilometer?
A
1
B
60
C
1000
D
Ik weet het niet.

Slide 10 - Quizvraag

A, want je wil weten hoe lang Bobby over 1 kilometer doet.
timer
5:00
Pauze

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies