Lesweek 6

Persoonlijke verzorging
                      W2
Les 5
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Persoonlijke verzorging
                      W2
Les 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les weet je hoe je ademhalingsstelsel in elkaar zit. 
  • Aan het einde van de les weet je welke aandoeningen ervoor kunnen komen bij je ademhalingsstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Theorie les ademhalingsstelsel
  • Zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke smaak proef je bij
groen?
A
Bitter
B
Zout
C
Zuur
D
Zoet

Slide 4 - Quizvraag

Bitter: paars
Blauw: ZOut
Rood: Zoet
Wat is de aandoening tinnitus?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verworven doofheid ontstaat door letsel of ziekte van de cliënt?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ligt je gehoorzintuig?
A
Slakkenhuis
B
Trommelvlies
C
Evenwichtsorgaan
D
Gehoorbeentjes

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Theorie les 
Pak je aantekeningen/notities erbij

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhalingsstelsel: neus- en mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, bronchiën en longblaasjes. 

Functie luchtwegen:
- Transport zuurstof en koolzuurgas
- Inademing: zuurstof (via longblaasjes naar het bloed)
- Uitademing: kooldioxide (verbranding van voedingsstoffen)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1: Neusholte
Lucht die door de neus wordt ingeademd stroomt minder snel dan lucht die door de mond gaat. Vuiltjes in de lucht blijven kleven aan de neusharen en slijmlaag in de neusholte.



2. Keelholte
Achter in de mond vind je de keelholte. In de keelholte bevindt zich ook het strottenhoofd: de ingang naar de slokdarm en de luchtpijp. In het strottenhoofd liggen de stembanden.


3. Strottenklepje
Het strottenklepje sluit luchtpijp af tijdens het slikken. Dat voorkomt dat er voedsel in de luchtpijp komt.


4. Luchtpijp
De luchtpijp is een stevige buis die bestaat uit kraakbeenringen.




 
Hoe komt lucht je lichaam binnen?

Slide 11 - Tekstslide

In de neus gaat een deel van de stofjes en bacteriën er al uit omdat ze niet door de kronkelige neusholte kunnen komen; andere worden gevangen ofwel door het slijm of door de dunne trilharen.
In de luchtpijp worden de meeste overblijvende bacteriën door slijm opgevangen evenals die stofdeeltjes die de neusholte hebben weten te passeren. Als ze ons irriteren veroorzaken deze onzuiverheden in neus en luchtpijp respectievelijk het niezen en hoesten.

Huig zorgt ervoor dat de neusholte wordt afgeschermd tijdens het eten. 


5. Long
De longen bestaan uit longblaasjes. Om de longblaasjes lopen bloedvaatjes. De longblaasjes geven zuurstof af aan de bloedvaatjes en nemen koolstofdioxide op uit het bloed.



6. Bronchiën
De luchtpijp vertakt in de twee bronchiën. Die zorgen dat de lucht naar de longblaasjes vervoerd kan worden.



7. Longblaasjes

De bronchiën vertakken zich in de longen steeds verder en steeds kleiner. Aan de uiteinden van de allerkleinste takjes zitten de longblaasjes. Het zijn een soort zakjes waar gaswisseling plaatsvindt.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

teer opbouw in de longen

Slide 13 - Tekstslide

Dit gebeurd er bij roken
Bekenden aandoeningen aan ademhaling stelsel
COPD
Astma
Tuberculose

Slide 14 - Tekstslide

Tuberculose is een besmettelijke infectie door een bacterie,
0

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ga naar de website van Longfonds. Lees de informatie over COPD, en bekijk het filmpje bovenaan de pagina (2:18).

https://www.longfonds.nl/copd/alles-over-copd/wat-is-copd?gclid=CPeYv6ra78wCFUgq0wodDmwKsg

Beantwoord de volgende vragen:  
- Waar staat de afkorting COPD voor?
- Beschrijf in eigen woorden wat COPD is; 
- Beschrijf wat het verschil is tussen chronische bronchitis en longemfyseem. 
Opdracht

Slide 16 - Tekstslide

COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Chronische Obstructieve Long Ziekte). 

Als u COPD heeft ademt u moeilijker omdat uw longen beschadigd zijn.
Uw longen kunnen niet voldoende zorgen voor een goede ademhaling. Vergelijk het met een tankwagen waar zo’n tienduizend liter zuurstof in kan.

•Chronische bronchitis
Bij chronische bronchitis zijn uw bronchiën steeds ontstoken. De bronchiën zijn de vertakkingen van uw luchtpijp naar uw longen. Daardoor maakt uw lichaam meer slijm aan en is ademhalen lastiger.

•Longemfyseem
Bij longemfyseem of emfyseem gaan er langzaam longblaasjes verloren. De longblaasjes zorgen ervoor dat zuurstof na het inademen in uw bloed komt. En dat u afvalstoffen weer kunt uitademen. Hoe minder longblaasjes er zijn, hoe moeilijker dit wordt. Hierdoor kunt u het benauwd krijgen.

Zelfstandig werken
https://www.anatomie-online.nl/ademhaling-luchtwegen-nl.html

Lezen thema 3.9 spijsvertering
Voorbereiden wie ben ik presentaties, W3 groepsopdracht (instructievideo's)?



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies