Oefentoets Romeinen

Deze toets gaat over de Romeinen.
Welk plaatje hoort bij dit tijdvak?
A
Plaatje 1
B
Plaatje 2
C
Plaatje 3
D
Plaatje 4
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze toets gaat over de Romeinen.
Welk plaatje hoort bij dit tijdvak?
A
Plaatje 1
B
Plaatje 2
C
Plaatje 3
D
Plaatje 4

Slide 1 - Quizvraag

Een koninkrijk is een
A
land met een koning
B
land met een president
C
land met een keizer
D
land zonder koning

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een republiek?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de Romeinse limes?
A
Een natuurlijke grens, zoals de zee
B
Een grens, die versterkt is met een fort
C
Een Romeinse soldaat
D
Een Romeins leger

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor soort mensen zaten er in de senaat?
A
Rijke Romeinen
B
Belangrijke Romeinen
C
Rijke Romeinse mannen
D
Rijke en belangrijke Romeinse mannen

Slide 5 - Quizvraag

Welke geloven waren er allemaal in het Romeinse Rijk?
A
Christendom, Islam en geloof van Romeinen
B
Christendom, Jodendom en geloof van Grieken
C
Christendom, Jodendom en geloof van de Romeinen/Grieken
D
Hindoeïsme, Christendom en Jodendom

Slide 6 - Quizvraag

Leg uit wat romanisering betekent.

Slide 7 - Open vraag

Noem twee voorbeelden van romanisering.

Slide 8 - Open vraag

Julius Caesar was populair, toch werd hij vermoord.
1. Door wie?
2. Waarom?
3. Wanneer?

Slide 9 - Open vraag

De Romeinen hadden een sterk leger.
Geef daarvoor twee redenen.

timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Noem twee oorzaken voor de groei van het Romeinse rijk.

Slide 11 - Open vraag

In welk antwoord staat de goede volgorde van bestuursvormen die het Romeinse rijk heeft gehad?
A
monarchie – keizerrijk – republiek
B
Republiek – monarchie – keizerrijk
C
keizerrijk – republiek – monarchie
D
monarchie – republiek – keizerrijk

Slide 12 - Quizvraag

In het Romeinse rijk waren de sociale verschillen.......
A
....te verwaarlozen, vanwege de vele mogelijkheden te stijgen in de sociale piramide.
B
....tussen bevolkingsgroepen groot, omdat een kleine groep het meeste geld verdiende.
C
....tussen bevolkingsgroepen klein, omdat de rijkdom over alle lagen van de bevolking was verdeeld.
D
....zeer groot, omdat de keizer hoge belastingen eiste van iedereen.

Slide 13 - Quizvraag

Leg uit hoe Julius Caesar als generaal zoveel macht kon krijgen. Gebruik in je antwoord de woorden: Senaat / dictator / veroveringen

Slide 14 - Open vraag

Wie of wat ben ik?
Sleep het antwoord naar de juiste omschrijving.
Ik zorg ervoor dat de legertroepen zich vlot kunnen verplaatsen binnen het Romeinse rijk.
Ik ben het centrale plein! Ze noemen mij ook het hart van de stad
thermen
heerbanen
theater
aquaduct
suburba
forum

Slide 15 - Sleepvraag

Het Colosseum is een ...
A
theater
B
circus
C
amfitheater
D
school

Slide 16 - Quizvraag

Spektakels hielden het volk van de straat en het uitdelen van voedsel zorgde voor minder honger bij de stadsbevolking. Wat is de naam voor het evenement dat de keizer organiseerde om zijn volk gunstig te stemmen?
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

Wie of wat ben ik?
Sleep het antwoord naar de juiste omschrijving.
Ik ben een beroepsvechter maar ook een slaaf
Ik ben arm, ik heb geen werk en geen bezit
Ik ben een rijke Romein, ik woon in een villa
Ik was eerst een slaaf, maar nu ben ik vrij. Ik heb geen rechten, maar mijn kinderen wel.
Ik ben een van de leiders van de senaat
Vrijgelatene
Gladiator
Consul
Patriciër
Proletariër

Slide 18 - Sleepvraag