Engels - Pasen

Engels - Pasen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Engels - Pasen

Slide 1 - Tekstslide

Easter

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

What is the meaning of the word:
Presents
A
Cadeautjes
B
Tegenwoordige tijd
C
Paaseieren
D
Snoepjes

Slide 4 - Quizvraag

What is the meaning of the word:
Easter egg
A
Pasen
B
Gekookt ei
C
Paasei
D
hardgekookt ei

Slide 5 - Quizvraag

What is the meaning of the word:
Chocolate Easter bunny
A
Chocolade konijn
B
Chocolade paashaas
C
Paashaas
D
Chocolade eieren

Slide 6 - Quizvraag

What is the meaning of the word:
To celebrate
A
Zoeken
B
Bakken
C
Vieren
D
Koken

Slide 7 - Quizvraag

What is the meaning of the word:
to decorate
A
Versieren
B
Koken
C
Verven
D
Kleuren

Slide 8 - Quizvraag

What is the meaning of the word:
Hot Cross Buns
A
Een soort brood
B
Een spel
C
Een snoepje
D
Een sport

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

What is the meaning of the word:
Church
A
Dienst
B
Speeltuin
C
School
D
Kerk

Slide 11 - Quizvraag

What is the meaning of the word:
Easter egg hunt
A
Tikkertje
B
Paaseieren zoeken
C
Verstoppertje
D
Paashazen zoeken

Slide 12 - Quizvraag

What is the meaning of the word:
Egg-rolling
A
Eieren rollen
B
Eieren tikken
C
Eieren versieren
D
Eieren zoeken

Slide 13 - Quizvraag

What is the meaning of the word:
Hard-boiled
A
Zacht gekookt
B
Boos
C
Eigenwijs
D
Hard gekookt

Slide 14 - Quizvraag

Practice
There are English words in various places in the classroom. Write the Dutch translation of the word on your worksheet. Write the word next to the correct number.

Slide 15 - Tekstslide

Talking


    Read the sentences aloud to each other in pairs. The sentences are on the worksheet

Slide 16 - Tekstslide

Evaluation

Slide 17 - Tekstslide