Kader 4 Ne Kern les 6 en 7: doel en hoofdgedachte van programma's

Kern les 6 en 7
Doel en hoofdgedachte van programma's
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kern les 6 en 7
Doel en hoofdgedachte van programma's

Slide 1 - Tekstslide

Denk aan een programma waar jij vaak naar kijkt / luistert. Wat is het doel van dat programma? Kies uit:
informeren / amuseren / overtuigen / uitleg geven / overhalen / gevoelens oproepen / mening geven

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Kijk naar fragment F603 uit het tv-programma What the #hack?!
Wat betekent het als je ‘akkoord gaat met de algemene voorwaarden’?
A
Je start een onderhandeling over een akkoord voor een gezamenlijke overeenkomst.
B
Je accepteert de regels die de aanbieder in de overeenkomst heeft gezet.
C
Je klikt op een button met algemene voorwaarden om in te loggen op een website.
D
Je geeft toegang tot je persoonlijke gegevens op je smartphone of tablet.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste boodschap in dit fragment? Kies uit:
A
De bloedbank heeft een groot tekort aan donoren en werft daarom nieuwe bloedgevers.
B
Als je gebruik maakt van gratis WiFi dan moet je regelmatig een tegenprestatie doen.
C
Je moet weten waarvoor je toestemming geeft wanneer je akkoord gaat met de voorwaarden van gratis WiFi.
D
De gasten reageren verschillend wanneer ze plotseling bloed moeten geven.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het doel van het programma?
Kies uit:
A
informatie geven + overtuigen
B
Informatie geven + instructie
C
Informatie geven + amuseren
D
Overtuigen + instructie

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van dit programma?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Schrijf in je eigen woorden op wat de hoofdgedachte is van dit fragment.

Slide 12 - Open vraag

Tijdens het rijexamen blijkt steeds vaker dat kandidaten niet kunnen rijden. De woordvoerster
van het CBR noemt twee voorbeelden van fouten die gemaakt worden door kandidaten. Welke?

Slide 13 - Open vraag

Rijschoolhouder Henk Brauers vertelt dat rijschoolhouders vroeger meer betrokken waren.
Is deze informatie een hoofdzaak of een bijzaak?

Slide 14 - Open vraag

Aan het eind van het fragment vertelt de woordvoerster wat het doel is van het CBR.
Wat is het belangrijkste doel van het CBR?

Slide 15 - Open vraag