Quiz over kanker
1 / 22
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Video
De leerlingen krijgen eerst een algemene clip over kanker te zien
Slide 7 - Tekstslide
Hierbij ga ik de leerlingen eerst uitleggen hoe kanker ontstaat
Bij kanker heb je te maken met een kapotte cel die zich constant blijft delen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Mannen kunnen ook borstkanker hebben.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Borstkanker is alleen te herkennen aan een bolletje op je borst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Borstkanker is alleen te herkennen aan een bolletje op je borst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Benigne is
A
kwaadaardig
B
apoptose
C
verkeerde celdeling
D
goedaardig
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat moet je doen als je een symptoom van kanker herkent?
A
Direct naar de huisarts gaan
B
Eerst even wachten, het gaat misschien vanzelf weg
C
Naar de spoedeisende hulp gaan
D
Direct een afspraak in de ziekenhuis maken
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke afdeling in de ziekenhuis onderzoekt borstkanker?
A
mammapoli
B
paaz afdeling
C
cardiologie
D
interne afdeling
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een goedaardige gezwel is ook een tumor
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke klieren worden ook weggehaald zodra een tumor wordt weggehaald?
A
bloedvatenklieren
B
speekselklieren
C
schildklier
D
lymfeklieren
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De behandeling van kanker begint altijd bij een chemokuur.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Van chemokuren wordt je altijd kaal.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Noem twee oorzaken waardoor de kans op kanker wordt verhoogd.
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Kanker ??
Slide 20 - Woordweb
Hier vullen de leerlingen de belangrijke begrippen in die horen bij kanker. Dit zijn dan voornamelijk nieuwe begrippen die ze hebben geleerd.
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
