p1 week 6 - Ontstaan van de Westerse filosofie

Welkom

  • Schrijf op welke kenmerken een goed argument heeft
  • Welke drogredenen staan in de onderstaande zinnen:
-Leg jij maar uit waarom je je huiswerk niet zou moeten maken.
-Jeff Bezos heeft zijn school niet afgemaakt en is heel rijk geworden, je hoeft dus niet te studeren om rijk te worden.
-Je moet gewoon naar de docent luisteren, dat mag je niet eens betwijfelen.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

  • Schrijf op welke kenmerken een goed argument heeft
  • Welke drogredenen staan in de onderstaande zinnen:
-Leg jij maar uit waarom je je huiswerk niet zou moeten maken.
-Jeff Bezos heeft zijn school niet afgemaakt en is heel rijk geworden, je hoeft dus niet te studeren om rijk te worden.
-Je moet gewoon naar de docent luisteren, dat mag je niet eens betwijfelen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Aan het einde van deze les

13) kan je uitleggen wat het verschil is tussen wijsheidstradities, mythen en de manier waarop natuurfilosofen te werk gingen.




Slide 2 - Tekstslide

NB verwachting 'maak': schrijf op in je schrift.
Programma vandaag

  1. Mythes, wijsheidstradities, natuurfilosofie
  2. Waarom Griekenland?
  3. De natuurfilosofen
  4. Discussie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Lees 4.1 in je reader, schrijf de definities op van de volgende begrippen:
1. wijsheidstraditie
2. mythe
3. natuurfilosofie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de video op de volgende slide. Beantwoord de volgende vragen:
  1. Is dit verhaal een mythe, wijsheidstraditie of natuurfilosofie?
  2. Welk fenomeen wordt verklaard door de mythe?
  3. Heeft het verhaal een moraal?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Nadruk leggen op:
-mythes brengen je niet tot nieuwsgierigheid, verklaringen zijn puur met Goden
-Stel je voor hoe het is om te leven in een wereld zonder verklaringen van dingen
Waarom het oude Griekenland?

Slide 7 - Tekstslide

Zelf uit de kaart halen:
1. Eilanden, geen centraal gezag
2. Eilanden leiden tot handel -> andere ideeën
3. Steden als Athene hadden democratie -> meer nadruk op debat
4. Rijkdom -> slaven deden het werk, dus Grieken hadden tijd om te denken.

De natuurfilosofen
  • Begint bij Thales van Miletis (rond 600 v. Chr.)
  • Ook wel 'presocratici' genoemd
  • Verklaarden gebeurtenissen niet met Goden maar met werking van de natuur zelf

Slide 8 - Tekstslide

Zelf uit de kaart halen:
1. Eilanden, geen centraal gezag
2. Eilanden leiden tot handel -> andere ideeën
3. Steden als Athene hadden democratie -> meer nadruk op debat
4. Rijkdom -> slaven deden het werk, dus Grieken hadden tijd om te denken.

Archè
  • Meestal vertaald als 'oerstof'
  •  Het begin of ontstaan van 'alles' en van 'alle dingen'
  • Pas op! niet perse een materie

Slide 9 - Tekstslide

Zelf uit de kaart halen:
1. Eilanden, geen centraal gezag
2. Eilanden leiden tot handel -> andere ideeën
3. Steden als Athene hadden democratie -> meer nadruk op debat
4. Rijkdom -> slaven deden het werk, dus Grieken hadden tijd om te denken.

Thales van Miletis (ca 624-546 vC)
  • Stelde dat alles bestaat uit water
  • Argumenten: water verandert van vorm, water is overal om ons heen, alle vormen van leven hebben water nodig.

Slide 10 - Tekstslide

zeg hier bij:
-water dat uit steen komt
-nieuw: eerste met verklaring voor dingen zonder goden.
Pythagoras (570-500 vC)
  • Stelde dat alles bestaat uit getallen
  • Argumenten: Pythagoras gebruikte wiskunde om muziek uit te leggen. Hij stelde dat dit voor alles gedaan kan worden

Slide 11 - Tekstslide

Snaren:
-half is octaaf
-2/3e is kwint

https://www.musicca.com/guitar

Empedokles (ca 492-432 vC)
  • Stelde dat alles bestaat uit de vier elementen en wordt bewogen door haat en liefde.
  • Argumenten: Veel dingen worden gevormd door elementen die mengen of uit elkaar komen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demokritos (ca 460-370 vC)
  • Stelde dat alles bestaat uit kleine, ondeelbare deeltjes (atomen)
  • Argumenten: Als alles ergens uit bestaat moet er één ding zijn waar alles uit bestaat.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parmenides (ca 540-480 vC)
  • Stelde dat alles onveranderlijk is. Verandering is een illusie
  • Argumenten: Iets kan niet ontstaan zijn uit niets. Dat 'niets' is betekenisloos. Dus woorden als 'ontstaan en verandering' zijn ook betekenisloos

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heraclitus (ca 530-470 vC)
  • Stelde dat alles altijd veranderd en bestaat uit tegenstellingen
  • Argumenten: Niks kan bestaan zonder tegenstellingen. (warmte-kou, dag-nacht) door die tegenstellingen veranderd alles constant

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Open deze link op je laptop: https://existentialcomics.com/comic/362 
  • Welke filosofen herken je (gebruik je reader)
  • Één filosoof wordt anders uitgelegd dan in de reader, welke is dit?
  • Probeer te bedenken waarom er twee verschillende interpretaties zijn van deze filosoof.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1:
Filosofie begon in het oude Griekenland, daarvoor werd alles verklaard vanuit mythes en weishijdstradities.
vier vooronderstellingen

Slide 17 - Tekstslide

vooronderstellingen:
1. Bijvoorbeeld Oosterse filosofie was eigenlijk 'wijsheidstraditie'
2. De natuurfilosofen zijn geen wijsheidstradities.
3. Er is een directe lijn te trekken tussen de natuurfilosofen en filosofen van nu
4. Er kan eerdere filosofie geweest zijn die niet bewaard is gebleven
Stelling 2:
Om filosofie te studeren moeten we de oude Griekse filosofen kennen.
Twee ideeën van wat filosofie is

Slide 18 - Tekstslide

hangt af van opvatting filosofie:
1. Denken begrijpen -> weten waarom een cultuur wat denkt, of weten waarom we nu denken wat we denken.
2. Waarheid vinden -> leren van waarheid van vroeger, of niet fouten maken die vroeger zijn gemaakt.
Leerdoelen

Aan het einde van deze les

13) kan je uitleggen wat het verschil is tussen wijsheidstradities, mythen en de manier waarop natuurfilosofen te werk gingen.




Slide 19 - Tekstslide

NB verwachting 'maak': schrijf op in je schrift.
Donderdag

Lees hoofdstuk 5. Schrijf het antwoord op de volgende vijf vragen op:
  • Waarom is Socrates een keerpunt in de filosofie?
  • Waarom noemde Socrates zijn methode de vroedvrouwmethode?
  • Wat betekent de tem Socratisch rationalisme

Slide 20 - Tekstslide

NB verwachting 'maak': schrijf op in je schrift.