V2 Unité 4 Leesvaardigheid/apprendre 1,2
1 / 25
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Qu'est-ce que c'est ?
Slide 3 - Open vraag
C'est quoi en français ?
de voet=
de voet=
A
la main
B
le pied
C
le genou
D
la jambe
Slide 4 - Quizvraag
Qu'est-ce que c'est?
Slide 5 - Open vraag
l'épaule
le ventre
le doigt
la bouche
les cheveux
le coude
les dents
Slide 6 - Sleepvraag
Qu'est-ce que c'est ?
Slide 7 - Open vraag
Wat is de juiste meervoudsvorm van l'oeil ?
A
les jeux
B
les oeils
Slide 8 - Quizvraag
Hoe zeg je : jij hebt keelpijn ?
A
tu as mal au gorge
B
tu as mal à la gorge
Slide 9 - Quizvraag
Waar heb je last van als iemand zegt: j'ai mal à la tête?
Slide 10 - Open vraag
wat is het woordgrapje in : finimal
Slide 11 - Woordweb
De spoedeisende hulp=
Slide 12 - Open vraag
De tandarts=
Slide 13 - Open vraag
De arts=
Slide 14 - Open vraag
Het ziekenhuis=
Slide 15 - Open vraag
Je me sens ..... (verschrikkelijk)
Slide 16 - Open vraag
Elle .... peur du dentiste.
A
est
B
a
Slide 17 - Quizvraag
Vous .... allergique au savon?
A
êtes
B
avez
Slide 18 - Quizvraag
(bouger) Zij bewegen= (mnl mv)
Slide 19 - Open vraag
(oser) Ik heb gedurfd=
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Waar zijn de Haribo snoepjes uitgevonden?
Slide 23 - Open vraag
Op woensdag 27 december om 16.30 wil ik het museum bezoeken.
Kan dat?
Kan dat?
Slide 24 - Open vraag
Na een bezoek aan het museum weet je hoe de snoepjes gemaakt worden.
A
vrai
B
faux
