2.3 de wereldeconomie

Mens en Maatschappij
Cursus 2.3: de wereldeconomie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mens en Maatschappij
Cursus 2.3: de wereldeconomie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Terugblik 2.2
Uitleg 2.3
Werk aanleveren: online / foto's boek
Aan het werk!

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik 2.2 
Plantages

Slaven/ Slavernij: slavenvangers boden slaven aan, aan de Europeanen
Kolonialisme: als een land heerst over buitenlands grondgebied. 


Slavenmarkt
West-Indische Compagnie (WIC): schepen vertrokken naar het westen, vanuit NL werden kostbare spullen meegenomen. 
Driehoekshandel: Europa, Afrika en Azië

Abolitionisme: journalisten/schrijvers
Keti Koti: gebroken kettingen

Arbeidscontract: na de slavernij

Slide 3 - Tekstslide

Waar handelde de WIC in?
Kies het juiste antwoord
A
Slaven
B
Specerijen
C
Kostbare spullen
D
A, B en C

Slide 4 - Quizvraag

Wat is slavernij?
A
Als mensen eigendom zijn van iemand anders
B
Als één heerser over volk heerst
C
Als een persoon werkt tegen een klein loon

Slide 5 - Quizvraag

Tussen welke drie continenten vond de driehoekshandel plaats?

Slide 6 - Open vraag

Hoe noem je de afschaffing van de slavernij?

Slide 7 - Open vraag

Wat gebeurde er na de afschaffing van de slavernij?

Slide 8 - Open vraag

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je:
- uitleggen hoe de wereldeconomie is ontstaan 
- uitleggen wat de VOC voor bedrijf was en hoe zij geld konden verdienen 
- De begrippen kapitalisme en NV uitleggen in eigen woorden
- uitleggen wat aandelen zijn

Slide 9 - Tekstslide

Kapitalisme

Slide 10 - Woordweb

Kapitalisme
Door de internationale handel was de rijkdom in Nederland enorm gegroeid
Veel Nederlands hadden dus een tweede huis: buitenhuis 

Rijke Nederlanders lieten met hun geld (kapitaal) plantages in Suriname aanleggen en handelden in plantageproducten
Een bedrijf beginnen met het doel daar winst uit te halen, noemen we kapitalisme

Ondernemers die dit doen, noem je kapitalisten 

Een ander woord voor geld in een bedrijf steken noem je: investeren

Slide 11 - Tekstslide

Aandelen 
Mensen die geld in de VOC investeerden, ontvingen daarvoor een document waarop het bedrag stond. 
Dit noem je een aandeel

Mensen wilde vooral graag investeren in een bedrijf waarvan ze wisten dat er winst gemaakt ging worden. 
Als de VOC winst maakte, kregen deze mensen dus een deel van die winst. In 1620 was dit 37% van het geïnvesteerde bedrag 

Een bedrijf met zo'n aandelensysteem noemen we tegenwoordig een naamloze vennootschap

Slide 12 - Tekstslide

Tabellen en diagrammen
Om ingewikkelde gegevens van bijvoorbeeld bronnen overzichtelijk te maken, kunnen we overzichten met cijfers maken. Dit noem je tabellen. 
Een andere manier is een overzicht met staafjes en lijnen: diagrammen. 

Slide 13 - Tekstslide

Wel of niet betrouwbaar
Om meer te weten te komen over het verleden, bekijken wij bronnen
Om te weten of een bron betrouwbaar is, is het belangrijk om te bekijken of de maker zelf aanwezig was bij de gebeurtenis. 
Of heeft hij het van horen zeggen? 

Slide 14 - Tekstslide

Europa en de wereld
- In de 17e eeuw gingen de Europeanen ook buiten hun eigen werelddeel handel drijven
- Ze gingen producten verkopen in Azië, Amerika en Afrika en zo ontstond de wereldeconomie
- De Europeanen hadden al schepen en vuurwapens.  Door deze technische voorsprong werden West-Europese landen erg welvarend en machtig

- Frankrijk was in deze tijd het machtigste land ter wereld

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noemen we het als mensen geld in een bedrijf steken?

Slide 16 - Open vraag

Hoe noemden we bedrijven als de VOC?
A
Besloten Vennootschap
B
Naamloze vennootschap
C
Gesloten vennootschap

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heette het document dat mensen kregen als ze geld geïnvesteerd hadden?

Slide 18 - Open vraag

Wat zie je hier?
A
Tabel
B
Diagram
C
Grafiek

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent het begrip wereldeconomie?
A
Handel tussen Europa, Afrika en Amerika
B
Handel tussen Europese landen
C
Handel over de hele wereld

Slide 20 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Bedrijf dat geld krijgt door de verkoop van aandelen
A
Aandeel
B
Kapitalisme
C
Investeren
D
Naamloze Vennootschap

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag
Vandaag: Foto's sturen van 2.1 en 2.2 
Online maken 

Aan de slag met 2.3 !

Slide 22 - Tekstslide