Les 15 - Leesstrategieën

Leesstrategieën
Leesvaardigheid
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leesstrategieën
Leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Terugblik
Lesdoelen
Wat weet je nog?
Uitleg
Opdrachten
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
In de vorige les heb je geleerd wat hoofd- en bijzaken zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik weet welke leesstrategieën er zijn.
  • Ik kan een gegeven leesstrategie toepassen op een gegeven tekst.
  • Ik kan uitleggen wanneer ik verschillende leesstrategieën gebruik.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog/al over leesstrategieën?

Slide 5 - Tekstslide

Leesstrategieën
Hoe je een tekst leest, hangt af van je doel. 

Als je snel wilt weten waar een tekst over gaat, lees je anders dan als je precies wilt weten wat er in een tekst staat. 

De verschillende manieren van lezen noem je leesstrategieën.

Slide 6 - Tekstslide

Globaal lezen
Je leest globaal als je een tekst bekijkt om een eerste indruk te krijgen. Je leest de tekst nog niet helemaal.

Globaal lezen doe je zo:
• lees de titel en de eerste en de laatste alinea;
• lees tussenkopjes en vet- of schuingedrukte woorden;
• bekijk eventuele afbeeldingen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Zoekend lezen
Je leest zoekend als je in een tekst zoekt naar antwoorden op vragen of naar teksten die je kunt gebruiken voor een onderzoek. 

Zoekend lezen doe je zo:
  • Bedenk trefwoorden en zoek daarmee op internet;
  • Zoek in een boek of artikel naar trefwoorden in de inhoudsopgave, kopjes of vetgedrukte begrippen.

Slide 9 - Tekstslide

Intensief lezen
Je leest intensief als je de tekst wilt begrijpen en precies wilt weten wat erin staat.

Intensief lezen doe je zo:
• Lees de tekst aandachtig, zin voor zin;
• Let op de informatie in de inleiding en het slot;
• Vraag je af wat het belangrijkste is wat over het onderwerp wordt gezegd;

Slide 10 - Tekstslide

Lerend lezen
Je leest lerend als je belangrijke informatie wilt onthouden.

Lerend lezen doe je zo:
  • Lees de tekst eerst globaal (hoofdgedachte achterhalen);
  • Lees de tekst vervolgens intensief (details en begrippen begrijpen);
  • Vat de tekst samen of markeer de belangrijkste punten.

Slide 11 - Tekstslide

Kritisch lezen
Je leest kritisch als je wilt bedenken wat het doel van de schrijver is.

Kritisch lezen doe je zo:
  • Controleer of wat de schrijver zegt ook echt klopt;
  • Kijk naar de vindplaats van het artikel.

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten maken
Wat: Je maakt les 15. Maak opdracht 1 t/m 17.

Sta je in het oranje vak? Je mag x en x overslaan.

Hoe: Je maakt de opdrachten in je schrift. Je mag zachtjes overleggen.

Tijd: Je hebt tot het einde van de les.

Klaar: - Nakijken
            - NUMO
            - Extra opdrachten
            - Lezen

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Tekstslide