welke vorm van de verleden tijd kun je op twee manieren vertalen
A
ἐνομίζεν
B
ἐνομίζον
C
ἐνομίζομεν
D
ἐνομίζετε
Slide 12 - Quizvraag
welke vorm is een verleden-tijd
A
ἔτε
B
ἦθε
C
ἄτε
D
ἦτε
Slide 13 - Quizvraag
welke verleden tijd komt van een ww met een -ε- stam
A
ἔχαιρον
B
ἤθελον
C
ᾔτουν
D
ἀπέκτεινον
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een augment?
Slide 15 - Open vraag
Het imperfectum
Als een werkwoord met een klinker of tweeklank begint, verandert die nooit in een ε!
De ε wordt dan samengetrokken met de beginklinker of tweeklank. Dat heet contractie.
Slide 16 - Tekstslide
Wat is contractie?
Slide 17 - Open vraag
Het imperfectum
Hierna volgt een overzicht van de klinkers en tweeklanken en hoe ze veranderen als ze samentrekken/contraheren met het aument.
Let bij het veranderen van een tweeklank op de iota subscripta bij ῃ en ῳ!
Slide 18 - Tekstslide
Augment ε en beginklinker
ε + α wordt η
ε + ε wordt η
ε + η blijft η
ε + ο wordt ω
ε + ω blijft ω
ε + ι blijft ι
ε + υ blijft υ
αι wordt ῃ
οι wordt ῳ
ευ wordt ηυ
Slide 19 - Tekstslide
Augment ε en begintweeklank
ε + αι- =ῃ-
ε + οι- = ῳ-
ε + ευ- = ηυ-
Een uitzondering op de regels vormt het imperfectum van
ἔχω : εἶχον = hebben
Slide 20 - Tekstslide
ἐθέλομεν
A
praesens
B
imperfectum
Slide 21 - Quizvraag
het imperfectum van ὁμολογέω is
A
ὡμολόγουν
B
ὡμολόγον
Slide 22 - Quizvraag
ἤθελον
A
praesens
B
imperfectum
Slide 23 - Quizvraag
ἥκομεν
A
imperfectum
B
praesens
C
imperfectum en praesens
D
kan niet
Slide 24 - Quizvraag
Augment
Let bij het veranderen van een tweeklank op de iota subscripta bij ῃ en ῳ!
Onthoud:
Begint een imperfectum met η-, dan kan de beginklinker van het werkwoord α-, ε- of η- zijn.
Slide 25 - Tekstslide
ᾔτουν is het perfectum van
A
εἰτέω
B
αἰτέω
C
ηἰτέω
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
SAMENGESTELDE WERKWOORDEN
Veel werkwoorden zijn samengesteld, d.w.z. ze beginnen met een voorzetsel. Bij samengestelde werkwoorden staat het augment achter het voorzetsel.
Slide 28 - Tekstslide
welk werkwoord is samengesteld?
A
εὑρίσκω
B
ἱκετεύω
C
ἀκούω
D
ἀναβαίνω
Slide 29 - Quizvraag
SAMENGESTELDE WERKWOORDEN
Eindigt het voorzetsel op een klinker (ἀπό, διά, κατά, ἀνά, παρά, ὑπό, ἐπί), dan komt in de verleden tijd het augment in plaats van deze klinker. Voorbeelden:
Slide 30 - Tekstslide
ἐπιθυμέω =
ἀναβαίνω =
ἐνδύνω =
ἀποφέρω =
Een uitzondering vormen ww met het prefix περί:
ἐπεθύμουν
ἀνέβαινον
ἐνέδυνον
ἀπέφερον
περιέβαινον.
Slide 31 - Tekstslide
Het imperfectum
Bij πρό kan samentrekking van de ο en het augment ἐ- plaatsvinden, maar dat hoeft niet: