koolwaterstoffen 1
Covalenties; de volgende atoomsoorten hebben covalentie 1: H, Cl, S, Br
A
behalve H
B
behalve Cl
C
behalve S
D
behalve Br
1 / 12
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Covalenties; de volgende atoomsoorten hebben covalentie 1: H, Cl, S, Br
A
behalve H
B
behalve Cl
C
behalve S
D
behalve Br
Slide 1 - Quizvraag
Covalenties; de covalentie van koolstof is
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 2 - Quizvraag
Naamgeving moleculaire stoffen: CCl4 heet:
A
koolstoftetrabromide
B
koolstoftetrabroom
C
koolstof(IV)broom
D
methaan
Slide 3 - Quizvraag
namen en formules moleculaire stoffen:
glucose
glucose
A
C12H22O12
B
C5H12O6
C
C11H22O12
D
C6H12O6
Slide 4 - Quizvraag
naamgeving: de naam van NH3 is
A
ammonia
B
ammoniak
C
ammonium
D
stikstoftrihydride
Slide 5 - Quizvraag
de formule van waterstofperoxide is
A
H2O
B
HO2
C
H2O2
D
H2
Slide 6 - Quizvraag
koolwaterstoffen; benzine heeft moleculen met 5-8 C-atomen. Een molecuul met 5 C-atomen heet
A
propaan
B
butaan
C
pentaan
D
hexaan
Slide 7 - Quizvraag
een molecuul met 8 C-atomen heet
A
heptaan
B
octaan
C
nonaan
D
decaan
Slide 8 - Quizvraag
een alkaan met 4 C atomen heft als molecuulformule
A
C4H4
B
C4H6
C
C4H8
D
C4H10
Slide 9 - Quizvraag
een alkeen met 3 C- atomen heeft als molecuulformule
A
C3H8
B
C3H6
C
C3H4
D
C3H3
Slide 10 - Quizvraag
kraken; een groot molecuul C10H22 wordt gekraakt in 2 brokstukken: C4H10 en
A
C6H12
B
C4H12
C
C5H11
D
C6H10
Slide 11 - Quizvraag
C4H10 heet
A
methaan
B
butaan
C
buteen
D
glucose
