Wisk 2.3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

WISK-X 

Deze les

Herhaling vorige week

Uitleg 2.2 en 2.3

opdrachten maken

Vlakke figuren bestaan uit lijnen

rechte lijn

gebogen lijn

evenwijdige lijnen

loodrecht 

Hoekpunten en zijden

Een vierkant heeft 4 hoekpunten: 

De lijnen tussen de hoekpunten noemen we zijden.

- Hoeveel zijden heeft een vierkant?

- Welke vlakke figuren hebben ook 4 hoekpunten? 

Diagonaal

Een diagonaal is een lijn tussen twee hoekpunten die niet naast elkaar liggen. 

Kijk maar:

- Welk figuur zie je hiernaast?

- Hoeveel diagonalen heeft dit figuur?

Een rechthoek heeft dus twee diagonalen. 

Overstaande zijden

Cirkel: middelpunt - diameter - straal

Een cirkel heeft geen hoeken, dus ook geen diagonalen. 

Een cirkel heeft wel een middelpunt, een diameter en een straal. 

Tegenover elkaar

8 vlakke figuren

Dit vlakke figuur heet: ellips

Soorten hoeken

1

2

3

4

5

6

vlieger

rechthoek

cirkel

ellips

trapezium

(rechthoekige)

driehoek

Les 2.3 

Wiskundewoorden 

Liniaal

Met een liniaal kan je meten.

Met een liniaal kan je rechte lijnen tekenen.

Geodriehoek

Met een geodriehoek kan je hoeken meten en tekenen.
Je kan met een geodriehoek ook meten en rechte lijnen tekenen

Ruitjespapier

Dit papier gebruik je bij Rekenen en Wiskunde.

Rekenmachine

Met een rekenmachine kan je berekeningen maken

Windroos

Met een windroos kan je windrichtingen aflezen:
Noord - Oost - Zuid - West

Met een ................ kan je rechte lijnen tekenen

1. Liniaal
2. Geodriehoek
3. Windroos
4. Passer

Met een ........... kan je hoeken meten

1. Liniaal
2. Geodriehoek
3. Windroos
4. Passer

Waarmee kan je cirkels tekenen?

Welk papier gebruik je bij wiskunde?

1. Rijtjespapier
2. Lijntjespapier
3. Ruitjespapier
4. Rietjespapier

1. Rekenmachine
2. Calculator
3. Passer
4. Keyboard

Welke windrichting hoort er bij 1.

1. zuid
2. west
3. oost
4. noord

Welke windrichting hoort er bij 4.

1. zuidoost
2. noordoost
3. zuidwest
4. noordwest

Welke windrichting hoort er bij 5.

1. zuid
2. west
3. oost
4. noord

Welke windrichting hoort er bij 3.

1. zuid
2. west
3. oost
4. noord

Welke windrichting hoort er bij 7.

1. zuid
2. west
3. oost
4. noord

De windrichting van
de gele pijl is

1. NNO
2. NOO
3. ONN
4. ONO

Uitrekenen / Berekenen 

Ik reken de som uit in mijn hoofd.

Ik bereken de som in mijn hoofd.

Ik reken de som uit met een rekenmachine.

Ik bereken de som met een rekenmachine. 

                                     

Uitrekenen / Berekenen 

Bij berekenen of uitrekenen moet het antwoord
PRECIES of EXACT goed zijn

   75 + 25 = 100

Op de tafel van Maria liggen 12 potloden. Op de tafel van Asra liggen 4 potloden. Hoeveel potloden zijn er in totaal?

1. 12-4=8
2. 12+4=16
3. 12:4=3
4. 12x4=48

Er zijn 10 koekjes. Merel eet er 2 op, Abel eet er 4 op. Hoeveel zijn er over?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Er liggen 12 tassen in de klas.
In elke tas zitten 2 pennen.
Hoeveel pennen zijn er totaal?

Er zitten 14 leerlingen in de klas.
Elke leerling krijgt 3 velletjes papier.
Hoeveel totaal?

Schatten

- Ik reken de som uit, maar niet precies.

- Ik schat het antwoord. 

- Het antwoord moet ongeveer goed zijn. 

                                74 + 27 ≈ 100
                                74 + 27 = 101

                                                                    ≈  betekent : ONGEVEER (BIJNA)

1003 ≈

1. 1000
2. 1005
3. 1010

28 ≈

1. 25
2. 29
3. 30
4. 50

9761 ≈

1. 9000
2. 9500
3. 9700
4. 10000

SCHAT het antwoord!
19 x 2 ≈

1. 38
2. 40
3. 45
4. 50

SCHAT het antwoord!
32+19≈

1. 40
2. 45
3. 50
4. 51

SCHAT het antwoord!
24 : 5 ≈

SCHAT het antwoord!
12 x 9 ≈

Tekenen en schetsen

Tekenen doe je met een lineaal.

                                                                  Schetsen doe je zonder lineaal.  

1. Schets
2. Tekening

1. Schets
2. Tekening

1. Schets
2. Tekening