T3 Herhaling H4

Hoofdstuk 4
Ben je verzekerd?
Herhaling
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Ben je verzekerd?
Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
4.1 Van alles verzekerd

Slide 2 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met een onzeker voorval?

Slide 3 - Open vraag

Waarom keert een verzekeringsmaatschappij alleen uit bij een onzeker voorval?

Slide 4 - Open vraag

Welke bewering is onjuist?
A
Een eigen risico zorgt voor een lagere premie.
B
Een AVP dekt materiële en immateriële schade die je toebrengt aan anderen.
C
Als de verzekeraar meer risico loopt op schade zal deze een hogere premie vragen.
D
Naast de premie moet je het eerste jaar ook poliskosten, assurantiebelasting en BTW betalen.

Slide 5 - Quizvraag

Reken uit: De premie voor een AVP van een gezin is € 56 per jaar. De poliskosten zijn € 3,50 en er wordt 21% assurantiebelasting geheven. Wat zijn de totale verzekeringskosten in het eerste jaar?

Slide 6 - Open vraag

4.1 Van alles verzekerd
Verzekering afsluiten:
Verzekeringsmaatschappij / verzekeraar neemt financiële gevolgen van schade over.
Verzekerde betaalt premie.
Je krijgt polis met verzekeringsvoorwaarden/polisvoorwaarden met rechten en plichten van beide partijen
Alleen schade uitgekeerd bij onzeker voorval.

Slide 7 - Tekstslide

4.1 Van alles verzekerd
Bij sommige verzekeringen eigen risico: niet alle schade vergoed.

AVP (aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren):
Immateriële en materiële schade aan anderen.

Slide 8 - Tekstslide

Formule verzekeringskosten
Creditcard: betalingen doen, creditcardmaatschappij schiet voor.
Later terug betalen, veel gebruikt voor online betalen
Voordeel: aankoop is 6 maanden verzekerd.
Nadeel: onoverzichtelijk, later komt de rekening.

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
4.2 Woon je verzekerd?

Slide 10 - Tekstslide

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?
Juist
Onjuist
Een inboedelverzekering is alleen verstandig voor mensen wonend in een huurhuis
Als je in een koophuis woont is een opstalverzekering verstandig

Slide 11 - Sleepvraag

Welke bewering is juist?
A
Bij een opstal verzekering is het bedrag verzekerd tegen de herbouwwaarde
B
Als je oververzekerd bent krijg je ook meer schadeuitkering als er iets gebeurt.
C
Bij onderverzekering betaal je evenveel premie als bij juist verzekeren.
D
Inboedel- en opstalverzekeringen hebben in verhouding een hele hoge premie.

Slide 12 - Quizvraag

Reken uit: Je inboedel is voor € 50.000 verzekerd terwijl die in werkelijkheid € 54.000 waard is. Er wordt ingebroken en voor € 12.000 euro aan spullen meegenomen. Hoeveel waarde wordt er uitgekeerd?

Slide 13 - Open vraag

4.2 Woon je verzekerd?
Twee soorten woonverzekeringen
1. Inboedelverzekering: voor spullen in huis.
2. Opstalverzekering: voor het huis zelf.
Mogelijke schade: lekkage, brand, storm, inbraak etc.

Premie afhankelijk van verzekerde waarde en regio.

Slide 14 - Tekstslide

4.2 Woon je verzekerd?
Opstal verzekerd tegen herbouwwaarde
Inboedel verzekerd tegen nieuwwaarde.
Lage premie, vanwege lage risico.

Oververzekerd zijn: Meer premie betalen, nooit meer schade uitgekeerd krijgen. Je geeft een te hoge verzekerde waarde op.
Onderverzekerd zijn: Minder premie betalen, maar minder schade uitgekeerd krijgen. Je geeft een te lage verzekerde waarde op.
Juist verzekerd zijn: Precies, juist verzekerd zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Formule onderverzekeren
Internetspaarrekening:
Variabele rente, tussentijds opnemen.

Spaardeposito:
Vaste rente, boete voor tussentijds opnemen.

Inflatie: Slecht voor spaarders. Spaargeld wordt minder waard, want prijzen gaan omhoog. Hetgeen waarvoor je spaarde is duurder geworden.

Slide 16 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
4.3 Rij schadevrij!

Slide 17 - Tekstslide

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?
Juist
Onjuist
Een WA-verzekering dekt de schade die je met je auto toebrengt aan anderen
Een WA-verzekering is verplicht als je in een auto rijdt.
Een casco-verzekering dekt de schade die je zelf veroorzaakt hebt aan je eigen auto.
Een casco-verzekering is niet verplicht als je in een auto rijdt.

Slide 18 - Sleepvraag

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?
Juist
Onjuist
De hoogte van de premie van een WA-verzekering is afhankelijk van het gewicht van de auto.
De hoogte van de premie van een casco-verzekering is afhandelijk van het gewicht van de auto.
Een WA+Casco-verzekering noem je ook wel All-risk verzekering.
Alleen de hoogte van de premie van een casco-verzekering is afhankelijk van de regio waar je woont.

Slide 19 - Sleepvraag

Welke bewering over de bonus-malusladder is juist?
A
Het nummer van de trede en het aantal schadevrije jaren is bij een bonus-malusladder altijd hetzelfde
B
De premie zonder korting noemen we de nettopremie.
C
Het is altijd beter om de schade te claimen, ook als je een kleine schade hebt.
D
In sommige gevallen moet je een toeslag op je premie betalen.

Slide 20 - Quizvraag

4.3 Rij schadevrij!
Auto verzekeren:
WA-verzekering voor motorvoertuigen(wettelijke aansprakelijkheid):
- Verplicht en dekt de schade die je toebrengt aan anderen.
Casco-verzekering:
- Vrijwillig en dekt schade aan eigen auto.
Allriskverzekering:
- WA+casco

Slide 21 - Tekstslide

4.3 Rij schadevrij!
Premie WA afhankelijk van gewicht van de auto
- Zwaardere auto, meer premie.
Premie casco afhankelijk van de nieuwwaarde (ook bij tweedehands auto's)

Slide 22 - Tekstslide

4.3 Rij schadevrij!
Premie autoverzekering in het algemeen afhankelijk van:
- Aantal km. per jaar.
- Regio
- Leeftijd verzekerde bestuurder
- Hoogte eigen risico
- Aantal schadevrije jaren (bonus-malusladder)

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld bonus-malusladder: Op de volgende pagina staat een vraag: Maak een screenshot van de afbeelding hierboven.
Leenmotieven (redenen om te lenen)
1. Tijdelijk geldtekort
2. Duurzaam consumptiegoed kopen, zonder te sparen en aankoop uit te stellen
3. Onverwacht dringend geld nodig (calamiteiten)
3. Voor het kopen van een huis (hypothecaire lening)

Slide 24 - Tekstslide

De brutopremie is € 1.600per jaar. Frans dit jaar in trede 15. Helaas heeft hij dit jaar 2 schades gemaakt die hij claimt bij de verzekering. Hoeveel euro premie gaat hij volgend jaar meer betalen?

Slide 25 - Open vraag

Hoofdstuk 4
4.4 Een zorg minder?

Slide 26 - Tekstslide

Welk gedeelte van een zorgverzekering is verplicht?

Slide 27 - Open vraag

Vanaf welke leeftijd moet je premie voor de zorgverzekering gaan betalen?

Slide 28 - Open vraag

Bij een zorgverzekering is er sprake van solidariteit. Leg uit wat dit inhoudt.

Slide 29 - Open vraag

Welke uitspraak is juist?
A
Het bedrag dat men krijgt aan zorgtoeslag is altijd gelijk
B
De kosten van een huisarts vallen niet onder het eigen risico
C
Kosten voor de zitten in de basisverzekering als je meerderjarig bent.
D
Zorgtoeslag moet je aanvragen bij het UWV.

Slide 30 - Quizvraag

4.4 Een zorg minder?
Zorgverzekering;
Iedereen vanaf 18 moet er verplicht een afsluiten (basisverzekering)
Basisverzekering
- Huisarts, ziekenhuisopnames (levensreddende en noodzakelijke zorg)
Aanvullende verzekering (optioneel)
- Fysiotherapie, tandheelkunde, manuele therapie etc.
Voor je 18e: gratis meeverzekerd.

Zorgverzekeraars zijn commerciële bedrijven en premies verschillen onderling.


Slide 31 - Tekstslide

4.4 een zorg minder?
Verplicht eigen risico (in 2021 en 2022: € 385)
- Om de zorg betaalbaar te houden
- Je moet zelf een deel betalen
- Huisarts valt hier buiten.

Bij zorgverzekeringen is solidariteit belangrijk:
- We betalen allemaal mee, maar hebben het niet allemaal nodig.
- Zorgverzekeringen moeten verplicht iedereen accepteren.

Slide 32 - Tekstslide

4.4 een zorg minder?
Zorgtoeslag:
- Niet iedereen kan premie betalen
- Daarom kun je zorgtoeslag krijgen.
- Afhankelijk van je inkomen
- Aanvragen bij de belastingdienst

Slide 33 - Tekstslide

De bedragen voor 2022. Zoals je ziet krijg je bij een hoger inkomen minder zorgtoeslag (natuurlijk hoef je deze bedragen niet uit je hoofd te leren)

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag.
Maak de oefentoets en diagnostische toets van hoofdstuk 4 in de learningportal.

Slide 35 - Tekstslide