Hoofdstuk 3 zijn de voorvoegsels, die we net behandeld hebben.
Wat ga je maken?
Je maakt alle opdrachten van woordenschat af, die je nog niet hebt gemaakt, van hoofdstuk 1,2 en 3. Ben je klaar? Dan ga je verder met de uitdrukkingen op het blaadje. Schrijf uitdrukkingen die je vindt, op in je schrift.