04 VWO2 les 4 pag. 10 t/m 14 vervolg

godsdienst VWO2
6 oktober 2023
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

godsdienst VWO2
6 oktober 2023

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 6 oktober 2023

Huiswerk: Lezen pagina's 15 t/m 18

Maken: opdrachten 7 t/m 10 hoofdstuk 1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over koning Salomo worden veel goede dingen verteld
Wat hoort er NIET bij?
A
hij kon goed rechtspreken
B
hij won veel oorlogen
C
hij was rijk
D
hij bouwde een prachtige tempel

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het onderwerp van deze les:
Koningen en profeten in dienst van God

Koning Salomo was een echte Messiaanse koning. 
Maar hoe gaat het daarna verder?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar was Salomo beroemd om?
A
Zijn wijsheid
B
Zijn rijkdom
C
zijn vele vrouwen
D
zijn trouw aan God

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wie is salomo
A
broer van David
B
broertje van David
C
zoon van David
D
vader van David

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De 2 grote koningen en de Tempel (1000-900 v.Chr.)

Koning David
Koning Salomo
De Tempel is het symbool voor eenheid en vrede.
Koningen en de Tempel
Onder koning David wordt het joodse volk een eenheid, met Jeruzalem als hoofdstad. David voert oorlog tegen de Filistijnen. Koning Salomo (zoon van David) bouwt een tempel voor God. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Profeten
Lees 1 Samuel 8 : 10 - 18
Gebruik daarvoor de Online Bijbel
www.debijbel.nl 
(zoek het Bijbelboek, daarna het hoofdstuk en daarna het vers)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van de profeten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op!!!
De profeten

Wat zijn profeten en wanneer leefden zij?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

David

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koning David
Wat zijn psalmen?
Hoeveel zijn er?
timer
1:00
Onder koning David wordt het joodse volk een eenheid, met Jeruzalem als hoofdstad. David voert oorlog tegen de Filistijnen. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natan berispte David voor zijn overspel met Batseba.
 Natan zei ook  dat David voor God geen tempel mocht bouwen, omdat David te veel bloed aan zijn handen had.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadat Saul en David met elkaar gepraat hadden, werd David een soldaat van Saul. Saul liet David niet teruggaan naar zijn eigen familie.
Jonatan, de zoon van Saul, ging veel van David houden. Hij werd Davids beste vriend. En hij beloofde dat hij altijd Davids vriend zou blijven. Als teken van hun vriendschap gaf Jonatan zijn jas, zijn harnas, zijn wapens en zijn riem aan David.
Saul liet David in veel oorlogen vechten. En David won al die oorlogen. Daarom maakte Saul hem de leider van het leger. Het hele volk en alle dienaren van Saul waren daar blij om.
1 Samuel 18 : 1-4

Slide 15 - Tekstslide

David een gewone jongen verslaat de Fillistijnse reus Goliath. Saul (koning) is onder de indruk. Zijn zoon Jonatan kijkt toe en hoort wie David is.


Jonatan kiest ook in gevaarlijke situaties voor de kant van David, en niet die van zijn vader koning Saul. 
Saul zag David als een grote bedreiging voor zijn koningschap; trouwt met dochter Michal, en wint veel gevechten. 
Koning David 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn David en Salomo?
A
Vader en zoon
B
Koning en zoon
C
Twee koningen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de davidster?
A
B

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het tweede beroep van David
A
Muzikant
B
Therapeut
C
Konings dienaar
D
niet bekend

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

David en Goliat.
David durft het wel. Hoe komt dat?
A
hij denkt dat Goliat niet zo sterk is
B
hij denkt dat hijzelf sterk genoeg is
C
hij weet dat God hem zal laten winnen
D
hij wil de beloning graag hebben

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies