paragraaf 3.1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

hoe heette de eerste koning van het Koninkrijk der Nederlanden?

welke huidige landen maakten deel uit van dat Koninkrijk der Nederlanden?

Van welk land was koning Willem I nog meer het staatshoofd?

tips voor de toets

opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 9

de handel verbeteren

• koning willem I wilde dat zijn land en zijn onderdanen zo rijk en welvarend mogelijk werden
• hij ging de handel verbeteren

1. kanalen werden gegraven
2. spoorlijnen werden aagelegd
3. oprichting Nederlandse Handel-Maatschappij --> handel met kolonie Nederlands-Indië

België onafhankelijk

• Nederland en België vormden samen het Koninkrijk der Nederlanden
  
• veel verschillen

1. taal
2. de koning investeerde meer in het noordelijke deel dan het zuidelijke deel
3. in het noorden was met voornamelijk Protestant en in het zuiden was men voornamelijk Katholiek

• de Belgen begonnen te protesteren

België onafhankelijk

• de koning negeerde de klachten van de Belgen
• er braken rellen uit
• de Belgen riepen de zelfstandigheid uit
• de koning stuurde troepen soldaten om de relschoppers met geweld te stoppen

in Londen werd door een aantal Europese landen besloten dat België onafhankelijk mocht worden en dat Willem I zijn troepen terugmoest trekken --> zo niet dan zouden die landen Nederland aanvallen

in 1839 werd België een onafhankelijk koninkrijk

de koning verliest zijn macht

• in 1848 werd koning Willem II onder druk gezet door de liberaal Thorbecke --> doen wat wij willen of we zetten je af

1. de koning beslist niet --> de ministers besturen het land
2. ministers moeten verantwoording afleggen bij het parlement
3. het parlement wordt dmv vrije verkiezingen gekozen
4. mensen die een bepaald bedrag aan belasting betalen mogen stemmen

de koning verliest zijn macht

• de koning had in Nederland alle macht 
• ondanks dat er een parlement en ministers waren waarmee
  

de koning moest samenwerken maar deed hij dat in de praktijk bijna niet

• de liberalen wilden dat veranderen
  

staatsinrichting

Nederland is een democratie --> het volk regeert dmv volksvertegenwoordigers die gekozen worden dmv vrije verkiezingen

• 18 jaar en ouder 
  
• Nederlands paspoort 
  
• je woont in Nederland
  

aktief kiesrecht --> je hebt het recht om te stemmen

passief kiesrecht --> je hebt het recht om je verkiesbaar te stellen zodat mensen op je kunnen stemmen

 

Parlement = Staten Generaal

2e Kamer --> wordt direct gekozen via vrije verkiezingen

1e Kamer --> na de vrije verkiezingen voor de provincie worden door deze mensen vertegenwoordigers gekozen die naar de Eerste Kamer gaan --> dit heet indirecte verkiezingen