5.2 Chromosomen

5.2 Chromosomen
Basisstof 2 Chromosomen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.2 Chromosomen
Basisstof 2 Chromosomen

Slide 1 - Tekstslide

DNA is
A
het materiaal waaruit een chromosoom grotendeels bestaat
B
het materiaal waaruit je fenotype grotendeels bestaat

Slide 2 - Quizvraag

DNA
Celkern + 
Chromosoom
Gen
Chromosoom

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is het fenotype?
A
Alle waarneembare eigenschappen
B
Je innerlijk
C
Alle erfelijke eigenschappen
D
Je uiterlijk

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het genotype?
A
Alle waarneembare eigenschappen
B
Je innerlijk
C
Alle erfelijke eigenschappen
D
Je uiterlijk

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
  • Je kunt uitleggen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen.
  • Je kunt uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.

Slide 6 - Tekstslide

Chromosomen in paren

Elke cel van de mens heeft 46 chromosomen.

Dus 23 paren van 2 chromosomen.

Slide 7 - Tekstslide

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Menselijke lichaamscellen hebben 46 chromosomen.
Alleen de zaadcel en de eicel NIET!!

WAAROM IS DIT ?




Slide 8 - Tekstslide

Ontstaan geslachtcellen
  • Bij geslachtcellen worden cellen gevormd met 23 chromosomen
  • De 23 chromosomenparen worden opgesplitst 
  • Van ieder paar komt 1 chromosoom terecht in de geslachtcel

Slide 9 - Tekstslide

Hoe kun je aan een karyogram zien of iemand een jongen of meisje is?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Samenvatting chromosomen 2
  • Mensen hebben 23 paren chromosomen.
  • Totaal 46 chromosomen.
  • Behalve de Y en X chromosomen zijn de paren gelijk aan elkaar.

Slide 12 - Tekstslide

Varianten van genen

Slide 13 - Tekstslide

Variatie in genotype
Één chromosoom per paar doorgegeven.
Vader 1/2 en moeder 1/2 chromosomen.
Deel dat vader en moeder doorgeven elke keer anders.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Werktijd
- Ga rustig aan de slag met de opgaven van BS 2. Je mag fluisterend overleggen.
- Klaar me de opgaven? Oefen met flitskaarten, de "test jezelf" of op www.biologiepagina.nl

Slide 16 - Tekstslide