par. 4.1 Waarom verzeker je dat?

Hoofdstuk 4: Kies je voor zekerheid?
Par. 4.1 Waarom verzeker je dat?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Kies je voor zekerheid?
Par. 4.1 Waarom verzeker je dat?

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leer je
  1. Wanneer het zin heeft om een verzekering af te sluiten
  2. Om de premie van een verzekering vast te stellen
  3. Hoe je de kosten van een verzekering berekent
  4. Hoe je de schadevergoeding kunt berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het begrip verzekeren?

Slide 3 - Woordweb

4

Slide 4 - Video

4.1: Waarom verzeker je dat?
Wat is verzekeren?
  • Het afdekken van risico's voor een onverwachte gebeurtenis

Wanneer verzeker je iets?
  • Als je een groot risico loopt. Het risico hangt af van de kans op schade én van de waarde van wat je wil verzekeren

Onzeker voorval


Slide 5 - Tekstslide

4.1: Waarom verzeker je dat?

Hoe werkt een verzekering?
  • Premie: afhankelijk van risico en aantal verzekerde mensen
  • Je kan iets alleen verzekeren tegen een onzeker voorval, oftewel iets waarvan je niet weet wanneer en of dat ooit zal gebeuren. 


Slide 6 - Tekstslide

4.1: Waarom verzeker je dat?
Hoe kan je voorkomen dat mensen schade maken?
  • Eigen risico! --> deel van de schade zelf betalen

Slide 7 - Tekstslide

Verzekeringskosten
Premie
Poliskosten (kosten afsluiten )
Assurantiebelasting
---------------------------------  +
Verzekeringskosten






Slide 8 - Tekstslide

03:11
Juist of onjuist?
Hoe hoger het risico, hoe hoger de premie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

03:49
Een ... verzekering dekt de schade die je door brand, inbraak of waterlekkage hebt aan de spullen in je huis.
A
opstal
B
inboedel

Slide 10 - Quizvraag

04:11
AVP staat voor Aansprakelijkheids Verzekering voor Personen
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

05:14
Welke van de volgende autoverzekeringen is verplicht?
A
Cascoverzekering
B
WA-verzekering

Slide 12 - Quizvraag

Voorbeelden van verzekeringen

Verplicht:

  • Zorgverzekering
  • WA-verzekering motorvoertuigen

Niet verplicht:

  • Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP)
  • Inboedelverzekering
  • Opstalverzekering
  • WA + cascoverzekering




Slide 13 - Tekstslide

Juist of onjuist?
Hoe hoger het risico, hoe hoger de premie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn poliskosten?
A
Kosten van de overheid
B
Kosten om de polis te maken en te versturen.
C
Kosten die de verzekeraar betaald
D
Kosten die de verzekeringsmaatschappij moet betalen.

Slide 15 - Quizvraag

Ik wil mijn telefoon verzekeren en betaal ........ aan de .......
A
premie, verzekerde
B
premie, verzekeringsmaatschappij
C
schadevergoeding, verzekerde
D
schadevergoeding, verzekeraar

Slide 16 - Quizvraag

Ik verzeker mijn telefoon. Ik ben dan de.....
A
verzekeraar
B
verzekeringsmaatschappij
C
verzekerde

Slide 17 - Quizvraag

Een onzeker voorval is een gebeurtenis waarvan jij weet dat die zal plaatsvinden
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Premie
Poliskosten
Eigen risico
Dekking
Dit geeft aan waarvoor je bent verzekerd en voor welk bedrag.
Het bedrag dat de verzekerde betaalt aan de verzekeraar.
Kosten voor het maken en het opsturen van de polis.
Het deel van de schade dat niet door de zorgverzekeraar wordt vergoed. Dit deel moet de verzekerde zelf betalen.

Slide 19 - Sleepvraag

Zelfstandig werken
Paragraaf 4.1 afmaken tot en met opdracht 9.







timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide