haben - sein - werden - ott
1 / 19
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
HABEN
SEIN
WERDEN
ZIJN
HEBBEN
ZULLEN
WORDEN
Slide 2 - Sleepvraag
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 3 - Sleepvraag
Herr Schmidt, .... Sie morgen noch in Berlin?
A
Ist
B
Bist
C
Bin
D
Sind
Slide 4 - Quizvraag
Noteer het voltooid deelwoord van "SEIN"
Slide 5 - Open vraag
Bist du schon mal in New York ______ ?
Slide 6 - Open vraag
Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 7 - Sleepvraag
.... du morgen Zeit?
A
Habe
B
Hast
C
Hat
D
Habt
Slide 8 - Quizvraag
.... habt vergessen euere Geschenke mitzunehmen.
A
Wir
B
Er
C
Ihr
D
Sie
Slide 9 - Quizvraag
Noteer het voltooid deelwoord van "HABEN"
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
Slide 14 - Sleepvraag
Noteer het voltooid deelwoord van "Werden"
Slide 15 - Open vraag
Wie alt ___ du morgen?
A
werde
B
werdet
C
wird
D
wirst
Slide 16 - Quizvraag
Morgen ___ ich 14!
A
werde
B
werdet
C
wird
D
wirst
Slide 17 - Quizvraag
Mein Opa ist 94 ____ .
A
werde
B
werden
C
wird
D
geworden
