Observeren, interpreteren en rapporteren

rapporteren
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

rapporteren

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud

  • Rapporteren volgens de SOAP-methode 
  • Oefenen met de SOAP-methode

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is je bijgebleven van de vorige les over observeren? Noem voorbeelden

Slide 4 - Open vraag

Even oefenen met observeren
Spot de verschillen

Hoe
Tweetallen: A en B staan tegenover elkaar
.
Stap 1: A en B observeren elkaar gedurende 20 seconden. Vervolgens draaien ze zich om en veranderen allebei 1 ding aan hun uiterlijk of kleding.
Ze draaien terug en proberen te ontdekken wat de ander aan zichzelf veranderd heeft.

Stap 2: hetzelfde als stap 1, alleen veranderen A en B nu 3 dingen aan zichzelf.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is waarnemen?

Slide 6 - Open vraag

Waarnemen
Waarnemen:
  • Opnemen van nieuwe informatie d.m.v. zintuigen.
  • Onbewust, de hele dag, elk moment.
  • Selectief waarnemen: je bepaalt (bewust of onbewust) zelf wat je waar wilt nemen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen waarnemen en observeren?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het verschil tussen observeren en waarnemen
Waarnemen is iets opmerken via een of meer van je vijf zintuigen. Je kunt iets horen, zien, proeven, ruiken of voelen.
Waarnemen is het resultaat van een selectieproces. Je kunt niet alle zintuigen te gelijk gebruiken. Je gebruikt hiervoor een selectie, bewust of onbewust. Kijken, waarnemen, doe je altijd en overal.
Van observeren spreken we pas als je bewust waarneemt vanuit een vraag. Maar goed observeren kun je alleen als je goed kijkt.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is rapporteren belangrijk?

Slide 11 - Open vraag

Verzamelen van gegevens
Zonder gegevens kun je niet rapporteren!

  • Observeren: kijken, ruiken, voelen, horen...
  • Vragen stellen en luisteren naar...
  • Lichaamsfuncties meten;
  • Andere disciplines of collega's raadplegen;
  • Verpleegkundig dossier of overdracht.

Slide 12 - Tekstslide

Definitie van rapporteren
Rapporteren is een ander woord voor melden of verslag uitbrengen. 

Waarom van belang?
  • Belangrijk communicatiemiddel tussen jou en je collega's
  • Mogelijkheid tot terugkijken
  • Verantwoording afleggen

= waarborgen van de continuïteit en kwaliteit van de zorg

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Rapporteren

        Mondeling

        Schriftelijk 

Slide 15 - Tekstslide

Mondeling rapporteren
  • rustige plek
  • naam en leeftijd zorgvragen noemen
  • reden van opname noemen
  • actuele vragen en bijzonderheden noemen
  • onderscheidt tussen feiten en meningen
  • controleren of de ander je begrijpt
  • zo nodig schriftelijk van leggen

Slide 16 - Tekstslide

aandachtspunten mondeling rapporteren
Beschik je over voldoende kennis en goede communicatieve vaardigheden?
Bereid je voor
Let op een logische opbouw (evt met steekwoorden)
Stem je woordkeus af op de ander
Check of de ander je begrijpt (verbaaal en non-verbaal)
Maak onderscheid tussen feiten en je eigen mening
Geef ruimte voor reactie en vragen
Houdt het kort en vermijd overbodige informatie.

Slide 17 - Tekstslide

Objectief
Subjectief
Bloeddruk
Waarnemingen
Weegschaal
Vooroordelen
Individuele gevoelens
Feiten
Mooi
Urineproductie

Slide 18 - Sleepvraag

SOAP
Staat voor..
S = Subjectieve gegevens
O = Objectieve gegevens
A = Analyse van het probleem
P = Plan

Bij SOEP: E = Evaluatie

Slide 19 - Tekstslide

Het belang van SOAP
  • Meer overzicht en structuur;
  • Mogelijkheden om beter te observeren;
  • Biedt mogelijkheden om te analyseren;
  • Dwingt tot nauwkeurigheid en volledigheid.

Slide 20 - Tekstslide

S = Subjectieve gegevens

Slide 21 - Tekstslide

O = Objectieve gegevens

Slide 22 - Tekstslide

A = Analyse

Slide 23 - Tekstslide

P = Plan

Slide 24 - Tekstslide

Belangrijk
Wees specifiek

Niet zo..
Mevrouw ging vaak naar het toilet

Maar..
Mevrouw ging vandaag 8 keer naar het toilet, normaliter is dit 4 keer

Slide 25 - Tekstslide

Waarvoor staat de A in SOAP?
A
Actie
B
Analyse
C
Antwoord
D
Argument

Slide 26 - Quizvraag

'Mevrouw gaat te weinig naar haar familie toe' is een correcte objectieve rapportage
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Mevrouw gaat te weinig naar haar familie toe
Het is niet objectief

S: Mevrouw geeft aan haar familie te missen
O: De familie van mevrouw komt één keer per maand op bezoek
A: In de beleving van mevrouw is dit te weinig
P: Bespreekbaar maken met familie. Ik zal contact opnemen met de eerste contactpersoon en dit bespreekbaar maken.

Slide 28 - Tekstslide

'Meneer was erg onrustig' is correct gerapporteerd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Meneer was erg onrustig
Dit is niet concreet. Hoe uit deze onrust zich?

S: Dhr. voelt zich erg onrustig
O: Dhr. liep heen en weer over de gang. Dhr. stond tijdens de middagmaaltijd 5 keer op en riep hard "hallo" door de gang. Dhr. kon niet gerustgesteld worden.
A: Toename van de onrust ten opzichte van gisteren.
P: De komende drie dagen de onrust van dhr. observeren en rapporteren op de volgende tijdstippen: 8, 14 en 21 uur. Indien er na deze drie dagen geen verbetering zichtbaar is, overleg met arts of psycholoog.

Slide 30 - Tekstslide

Tips bij verslaglegging
- Schrijf respectvol;
- Vermeld afspraken;
- Beschrijf alleen feiten, vermeld het als jij jouw mening geeft;
- Rapporteer niet vanuit emotie;
- Stel geen diagnose als je niet bevoegd bent;
- Vermijd vaktaal en afkortingen;
- Let op taal-, schrijf- en typfouten;
- Schrijf kort, krachtig en volledig.

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht: individueel
Schrijf volgens de SOAP een rapportage over onderstaande.

Je werkt op een verpleegafdeling in een verzorgingstehuis waar momenteel buikgriep in hoge mate heerst. Een cliënt geeft aan dat ze zich hondsberoerd voelt en vanmorgen drie keer heeft overgegeven. Zojuist heeft mevrouw haar temperatuur gemeten: 38,6 °C.


timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide

Nabespreken opdracht 
Bekijk elkaars SOAP, geef op een post- it feedback.
Wat vind je goed? Welke tip geef je mee?

Slide 33 - Tekstslide

Uitwerking
Je werkt op een verpleegafdeling in een verzorgingstehuis waar momenteel buikgriep in hoge mate heerst. Een cliënt geeft aan dat ze zich hondsberoerd voelt en vanmorgen drie keer heeft overgegeven. Zojuist heeft mevrouw haar temperatuur gemeten: 38,6 °C.

S: ‘Ik voel me hondsberoerd, ik heb al drie keer overgegeven.’
O: Mevrouw heeft een temperatuur van 38,6 graden en voelt klam aan op haar voorhoofd.
A: Wellicht gerelateerd aan buikgriep.
P: Mevrouw stimuleren om minimaal 2 liter water te drinken en zouten in te nemen, om 8 - 14 en 21 uur controle van de temperatuur. Indien de situatie binnen 24 uur niet verbeterd dan contact leggen met de huisarts.

Slide 34 - Tekstslide

Evalueren

Slide 35 - Tekstslide

Wat zou evalueren van zorg inhouden? En waarom is deze fase belangrijk?

Slide 36 - Open vraag

Evalueren
Evalueren is terugkijken op zaken die gebeurd zijn. 

Het gaat hierbij om wat er is gebeurd en hoe dat is verlopen. 

Slide 37 - Tekstslide

Evalueren
Je kijkt terug op de zorg die is verleend volgens het verpleegplan.

Doelen van de evaluatie zijn:
  • nagaan of de afspraken zijn nagekomen
  • nagaan of de gestelde doelen zijn bereikt
  • nagaan of er volgens de afgesproken manier aan de doelen is gewerkt

Tijdens de zorg gebruik je de evaluatie om de verpleegkundige diagnose, de verpleegdoelen en de verpleegkundige interventies bij te stellen.



Slide 38 - Tekstslide

Evalueren en bijstellen
Evalueren doe je om te beoordelen of je acties effect hebben en om te kijken of de situatie van je zorgvrager veranderd is. Evalueren doe je altijd samen met de zorgvrager.

Dit kan bijv. tijdens een zorgplanbespreking of het Multidisciplinair overleg (MDO), maar over het algemeen evalueer je vaker.
Goed evalueren vergt communicatieve vaardigheden en tijd en aandacht.


Slide 39 - Tekstslide

Verschillende vormen van evaluatie
Productevaluatie 
Zijn de gestelde doelen  bereikt. 

Vragen die je bijvoorbeeld stelt voor het verzamelen van gegevens voor een productevaluatie:
  • Heeft de zorgvrager iedere dag een liter gedronken?
  • Heeft de zorgvrager tot het eind van de gang gelopen?

Slide 40 - Tekstslide

Verschillende vormen van evaluatie
Procesevaluatie
Hoe is verpleegkundige zorg verricht: je evalueert het verpleegkundig handelen zelf. Zijn de gebruikte methoden, procedures en werkwijzen doelmatig en bevredigend geweest.

Vragen die je bijvoorbeeld stelt voor het verzamelen van gegevens voor een procesevaluatie:
  • Zijn de betrokkenen tevreden over de manier waarop de zorg wordt uitgevoerd?
  • Hoe was de samenwerkingsrelatie tussen de zorgvrager en de verpleegkundige?
  • Is de zorg verleend volgens de professionele standaard?



Slide 41 - Tekstslide

Oefenen met observeren, interpreteren en rapporteren
Met behulp van een 360 graden tour ga je observeren, interpreteren en rapporteren of een oudere zorgvrager nog veilig thuis kan wonen.
Casus:
Hilda Smets (85 jr) is weduwe en woont nog thuis, maar... is dit nog verstandig. D.m.v. observatie van (de inrichting) van haar woning en het verzamelen van informatie over Hilda maak je een inschatting.
Noteer je observaties en informatie en maak nadien een rapportage.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

Nabespreken van oefening
Wat heb je allemaal geobserveerd?
Was dit objectief of subjectief?
Wat is je conclusie na deze observaties en informatie?
Wat heb je gerapporteerd?

Slide 44 - Tekstslide

Evaluatie van de les

Zijn de lesdoelen behaald en zo ja waaruit blijkt dat?
Wat heb je na deze les ontdekt?
En wat ga je hiermee doen?
Aan welk werkproces in de WSI zou je deze les kunnen koppelen?
Tip: ga in je praktijk kijken hoe er gerapporteerd wordt en oefen de SOAP methode.

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide