V5: Chapitre 2, herhaling Grammaire C

Bonjour!
  • Prends ton stylo et du papier.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!
  • Prends ton stylo et du papier.

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Objectif: Tu as répété les articles en français.

  • Herhaling lidwoorden
  • Oefenen: wanneer welk lidwoord?

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling lidwoorden
  • Welke lidwoorden waren er ook alweer?

    - Bepaald:
    - Onbepaald:
    - Delend: 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling lidwoorden
  • Welke lidwoorden waren er ook alweer?

    - Bepaald: le, la, les, l'
    - Onbepaald: un, une
    - Delend: du, de la, des, de l'

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer welk lidwoord?
  • Bepaald lidwoord: om de/het te vertalen;

  • Onbepaald lidwoord: om een te vertalen;

  • Delend lidwoord: als er geen lidwoord in de Nederlandse zin staat, en geen hoeveelheid

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
  • Je suis la nouvelle élève. 

  • Tu as un animal? 

  • Tu as de la chance. 

Slide 6 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
  • Je suis la nouvelle élève -> bepaald lidwoord, want die staat er in het Nederlands ook (ik ben de nieuwe leerling)

  • Tu as un animal? ->  onbepaald lidwoord, want die staat er in het Nederlands ook (heb jij een huisdier?)

  • Tu as de la chance -> delend lidwoord, want geen lidwoord en geen hoeveelheid (je hebt geluk)

Slide 7 - Tekstslide

Op deze regels bestaan enkele uitzonderingen:
  1. Wanneer er een hoeveelheidswoord in de zin staat, bijvoorbeeld peu, beaucoup, un tas, une vie,...;

  2. Wanneer er een ontkenning in de zin staat, ne...pas/rien/jamais/plus. 

    -> Wordt gevolgd door de of d'

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
  • Je n'ai pas de motivation

  • Vous avez trop de choses à faire

  •  L'athlète doit faire beaucoup de choses pour réussir

Slide 9 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
  • Je n'ai pas de motivation -> ontkenning (en: geen motivatie is ook een hoeveelheid motivatie!)

  • Vous avez trop de choses a faire -> hoeveelheid

  •  L'athtlète doit faire beaucoup de choses pour réussir -> hoeveelheid

Slide 10 - Tekstslide

MAAR:
  • Is de ontkenning met être?
    -> dan (on)bepaald lidwoord

  • Bijvoorbeeld: Je ne suis pas un sportif.;
    Tu n'es pas la nouvelle élève.

Slide 11 - Tekstslide

Verder:
  • Praat je over een groep in het algemeen, zoals sporters/leerlingen/hamsters/fietsen/ouders/...?

    -> Bepaald lidwoord!

  • Bijvoorbeeld: Les sportifs doivent rester en forme. 
    Les
    vélos sont très pratiques.

Slide 12 - Tekstslide

Tot slot:
  • Staat er een 'gevoelswoord' in de zin, zoals aimer, détester, adorer, préférer, supporter,...?

    -> bepaald lidwoord gebruiken, ook als de zin een ontkenning is
  • Bijvoorbeeld: Je ne préfère pas la bière. / Tu détestes l'école.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Kies het juiste lidwoord:
  1. Tu as pas mal ___ responsabilités.

  2. J'adore ___ sports.

  3. ___ sportifs ont ___ tournois tous les samedis.

  4. Ce n'est pas ___ sujet facile.

Slide 15 - Tekstslide

Kies het juiste lidwoord:
  1. Tu as pas mal de responsabilités.

  2. J'adore les sports.

  3. Les sportifs ont des tournois tous les samedis.

  4. Ce n'est pas un sujet facile.

Slide 16 - Tekstslide

Au travail !
Quoi?
Faire les exercices sur les articles.
Avec qui?
Individuellement.
Besoin d'aide?
- Gebruik de beslisboom / Grammaire C (p. 75)
Temps?

Pourquoi?
Afin de pratiquer les articles.
Fini?
- Haal een antwoordblad op;
- Leer voor de toets (SlimStampen, boek)
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Programme
  • Objectif: Tu as répété les articles en français.

  • Herhaling lidwoorden - ✔
  • Oefenen: wanneer welk lidwoord? - ✔

Slide 18 - Tekstslide

Le prochain cours...
...Lezen en schrijven.

  • Devoirs:
    - Leer voor toets, en neem je vragen mee naar de les.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide