Dagbesteding les 3 en 4 HZ3O12

Dagbesteding
les 3 en 4
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dagbesteding
les 3 en 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagbesteding

Les 3 en 4 in 1 les. In Lessonup staan de volledige lessen. Neem deze door!!

Leerdoelen les 3
- De student weet hoe de ontwikkelingsfasen en ontwikkelingstaken van de mens centraal staat bij dagbesteding. 
- De student weet wat structuur is en hoe dit toegepast kan worden in de praktijk.
- De student kan uitleggen wat een hulpvraag is en weet  wat vraaggericht werken inhoud.
- De student kent de 3 stappen betreft het geven van instructies


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les agenda 
  • Herhalen theorie vorige lessen in spelvorm. 
  • Behandelen nieuwe theorie 
  • Vragen


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagbesteding

Spel in Powerpoint

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ontwikkelingsfase?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingsfasen
Mensenlevens kun je indelen in ontwikkelingsfasen: 
Baby
Peuter
Kleuter
Kind
Puber
Adolescentie
Volwassenheid
Ouderen
Elke fase kun je koppelen aan ontwikkelingstaken. 

Om beter te begrijpen hoe je vanuit verschillende ontwikkelingsfasen kunt aansluiten, moet je je verdiepen in de bijbehorende ontwikkelingstaken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Ontwikkelingsfasen
Maak tweetallen. 

Ga naar Teams, in kanaal Dagbesteding. Hier staat de opdracht 'Ontwikkelingsfasen' 

Vul per ontwikkelingsfase in welke ontwikkelingstaken erbij horen. 
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingstaken
Adolescentie: belangrijk is de eigen verantwoordelijkheid en het daarop aangesproken worden. 

Volwassenheid: een bijdrage leveren aan het welzijn en voortbestaan van de maatschappij. 

Ouderen: Lars Tornstam (1997, Zweedse gerontoloog) stelt dat ouderen  op deze leeftijd de gebeurtenissen in hun leven meer filosofisch en beschouwend benaderen. 



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wat is volgens jou structuur?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Structuur
Structuur = een ordening van de dingen in de wereld om je heen, een patroon. De manier waarop dingen steeds gebeuren. 

Structureren = is het programma zo duidelijk maken dat de cliënt er zelf wat mee kan doen, het zelf ook kan eigen maken. 




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je volgens jou structuur bieden als begeleider binnen dagbesteding?
timer
1:30

Slide 12 - Open vraag

Veilige leefruimte, geen chaos, vaste dagindeling, vaste begeleiders (op dagen), vaste regels, vaste gewoonten, niet teveel regels, consequent zijn in het hanteren van grenzen, communiceren etc., 
Structureren in de leefomgeving
--> aan de ruimte en de organisatie van de dagbesteding. 

  • Ruimtelijke structuur: o.a.biedt een rust plek aan, spullen op vaste plek, wat afleidt verwijderen.

  • Sociale structuur: o.a. welke regels zijn er,geef positieve consequenties bij goed gedrag, maak regels visueel, niet teveel. 
  • Tijdstructuur: o.a.  zorg voor een dagorde, geef het vorm met picto's, gebruik een time-timer

  • Materiële structuur: o.a. kies de juiste materialen, controleer ze op veiligheid/aantrekkelijkheid, markeer het materiaal met kleuren, leg uit waarvoor het bedoeld is. 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur tijdens de dagbesteding
--> tijdens de activiteit

  • Programmastructuur:  o.a.  mogelijkheden en wensen inventariseren, kort en bondig bespreken, veranderingen doorgeven. 
  • De structuur in bijzondere situaties: welke situaties kunnen gevaarlijk zijn, hoe deze te voorkomen? 
  • De spelstructuur: o.a. kijk wat iemand aankan en jouw rol hierbij.
  • De tafelstructuur: o.a. duidelijk begin en einde, hoeveelheid voorwerpen om zich heen.
  • Taakstructuur: o.a. duidelijkheid, korte opdrachten
  • Taalstructuur: o.a. taalgebruik, verbaal en non-verbaal 
  • Fysieke structuur: o.a. niet in discussie gaan bij een conflict, time-out aanbieden. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmje over dagbesteding bij mensen met NAH
Bekijk de film en beantwoord de volgende vragen: 

Welke activiteiten worden bij deze dagbesteding onder andere aangeboden?
Wat is het doel van deze dagbesteding?
Wat zijn de toekomstplannen van deze dagbesteding?





Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden: 
Welke activiteiten worden bij deze dagbesteding onder andere aangeboden?

sporten (Fit en Vitaal), muziek (RGM), koken.

Wat is het doel van deze dagbesteding?
dat mensen zo zelfstandig mogelijk dingen kunnen doen en dat ieder dat op zijn eigen niveau kan doen.

Wat zijn de toekomstplannen van deze dagbesteding?
meer op locatie gaan werken, meer met de samenleving gaan doen




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is belangrijk om je te kunnen inleven in de cliënt, noem twee oorzaken waardoor dit lastig kan zijn

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding instructie geven
  • Vat samen waar de nieuwe kennis over gaat
  • Peil de voorkennis van de cliënt 
  • Als er geen voorkennis is, geef je uitleg door bijv. voorbeelden te geven


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van de instructie
  • Geef aan wat het doel van de activiteit is
  • Geef informatie in kleine stappen
  • Geef concrete voorbeelden
  • Sluit in taalgebruik aan bij de cliënt
  • Controleer of de cliënt je begrijpt (laat de cliënt samenvatten wat je hebt vertelt)
  • Blijf bij de kern van wat je wilt vertellen
  • Vat tussendoor en aan het eind de hoofdlijnen van de instructie samen


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het belangrijk dat de instructie in kleine stukjes wordt gegeven?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stappen van instructie
Beginsituatie wat weet de cliënt?
Doelstelling waar wil je naar toe?
Kerninstructie wat vertel ik, wat laat ik de cliënt zelf uitzoeken?
Voordoen, samen doen, nadoen werk in kleine stappen
Instructiemateriaal heb je een stappenplan of oefenmateriaal nodig? 
Evaluatie heb jij je doel bereikt? 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de juiste tekst bij elkaar
Beginsituatie
Doelstelling
Kerninstructie
Voordoen, samen doen, nadoen
Instructiemateriaal
Evaluatie
Wat weet de cliënt?
Waar wil je naar toe?
Heb je een stappenplan of oefenmateriaal nodig?
Heb jij je doel bereikt? 
Wat vertel ik, wat laat ik de cliënt zelf uitzoeken?
Werk ik kleine stappen

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf instructie geven 
Maak groepjes van twee. 
Ga naar Teams, kanaal dagbesteding, hier staat de opdracht 'Instructie geven' 



timer
20:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagbesteding
les 4

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les agenda 
  • Terugblik vorige les
  • Behandelen theorie
  • Uitleg opdracht  dagbestedingsactiviteit

  • Vragen?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagbesteding

Leerdoel:
aan het einde van de les:
...weet je wat de methodische cyclus is, wat de begin situatie is en waaraan je moet denken bij het opstellen van doelen. 

 ...ken je  de 4 hoofdelementen die nodig zijn om passende dagbesteding aan te bieden.  

 



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wat is passende dagbesteding?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Passende dagbesteding
Is de afstemming tussen datgene wat de client nodig heeft in combinatie met zijn/haar wensen (vraag) en de randvoorwaarden en kenmerken waaraan het activiteitenprogramma voldoet (aanbod). 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de vier hoofdelementen van passende dagbesteding

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodische cyclus

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Beginsituatie
Eerste indruk : een warm welkomstgevoel laten ervaren --> veiligheid is een basisvoorwaarde. 
Voorinformatie:  is er al een dossier? Gericht informatie verzamelen
De hulpvraag: deze is leidend. 



Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beginsituatie
Gericht observeren
- Hoe maakt hij contact in de groep? 
- Hoe reageert de groep op hem? 
- Hoe maakt hij contact met het materiaal, de opdracht?
- Wat zijn mogelijkheden (en onmogelijkheden) m.b.t emotionele en cognitieve vaardigheden
- Zijn er bijzondere gedragingen 
-  Welke nog meer? 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Analyse van de beginsituatie
Alle Informatie ordenen en de inhoud moet juist worden geïnterpreteerd. 

--> het doel is om te komen tot een doelformulering en een aansluitende activiteitenkeus. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Stap 2: doelen formuleren
Wat is belangrijk bij het stellen van doelen?

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Doelen formuleren

Samen met de cliënt bepaal je waar je uit wilt komen. 
Doelen geven richting aan je handelen. 




Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: Plan voorbereiden
Doorloop de 6 ' W's'
1) Om wie gaat het?
2) Waarom vindt de activiteit plaats?
3) Wat vindt er precies plaats?
4) Welke activiteiten zijn er nodig (waarmee) ? 
5) In welke omgeving vindt de activiteit plaats (waar)? 
6) Het tijdstip, de duur en de frequentie (wanneer)? 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan uitvoeren
De activiteit is het middel om je doel te bereiken, nooit het doel op zich. 

Tijdens de activiteit: Observeren, signaleren en durven bij te stellen. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fragment dagbesteding
Er volgt een filmpje over dagbesteding. 
Noteer welke zaken jij ziet/hoort ten opzichte van 
de 6 W's: 
Wie, waarom, wat, waarmee (welke activiteiten), waar (welke omgeving), wanneer (tijdstip, duur en frequentie). 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Waar denk je aan bij evalueren?

Slide 41 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Activiteit 
Ga naar teams en open daar het volgende bestand: 
Eindopdracht bedenk een nieuwe activiteit. 

Maak groepjes van 3. 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor de aandacht. 
Neem zelfstandig les 3 en 4 door in lessonup en bestudeer de informatie over structuur in je teams tegel. 

Volgende week integeren en herhalen van de kennis in spelvorm + werken eindopdracht. 
week 24 theorietoets + werken aan eindopdracht
week 25 presentatie eindopdracht

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies