hilfsverben prät/präs/perfekt

uitleg
voorbeeldopgave:
haben (präsens) essen (perfekt)
Dit betekent dat je in onderstaande zin haben in VT moet opschrijven en essen als Volt. deelw.
ich ---- ein Eis ----
Wordt: ich habe ein Eis gegessen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

uitleg
voorbeeldopgave:
haben (präsens) essen (perfekt)
Dit betekent dat je in onderstaande zin haben in VT moet opschrijven en essen als Volt. deelw.
ich ---- ein Eis ----
Wordt: ich habe ein Eis gegessen

Slide 1 - Tekstslide

haben (präs) brechen (perfekt)
Meine Mutter ---- das Glas ----
A
habe, gebrechen
B
hast, gebrochen
C
hat, gebrochen
D
hat, gebrechen

Slide 2 - Quizvraag

haben (präs) rechnen (perfekt)
Mit diesem Problem ---- ich nicht ---
A
hatte, gerechnet
B
hat, gerechnet
C
hast, gerechnet
D
habe, gerechnet

Slide 3 - Quizvraag

sein (präs) sein (perfekt)
--- ihr oft in Italien ----
A
sind, gesein
B
seid, gewesen
C
sind, gewesen
D
seid, gesein

Slide 4 - Quizvraag

werden (prätritum)
meine Schwester ---- von ihrem Freund gekusst

Slide 5 - Open vraag

sein (prätritum)
Ich ---- gestern im Supermarkt

Slide 6 - Open vraag

haben (präteritum)
--- du dich im Wald verirrt?

Slide 7 - Open vraag

werden (präteritum)
Senna und Sanne ---- eindlich für ihre Arbeit ausbezahlt

Slide 8 - Open vraag

sein (präteritum)
Samuel, MAarten und Mitchell ---- gestern in einer Kneipe (café)

Slide 9 - Open vraag

haben (präteritum)
ihr ---- ziemlich viel Glück

Slide 10 - Open vraag