3M week 41

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

3M week 41 les 1

Please sit down, put your books on the table

 and start reading in your reading books. If you didn't bring your reading book start copying the irregular verbs One by one get a chromebook. 

If you did your homework lessons 1/2/3 and 4 should be completed

Grammar recap

You are going to do the selftest to prepare for the test next lesson. But first a grammar recap!

The Past Simple

1. is de tegenwoordige tijd
2. is de simpele verleden tijd
3. is de voltooid verleden tijd
4. is de voltooid tegenwoordige tijd

De regelmatige werkwoorden zet je in de Past Simple door

1. stam + ing
2. stam + s
3. die hebben allemaal een eigenvorm
4. stam + ed

Hieronder zie je onregelmatige werkwoorden die moet je leren. Welke klopt niet

1. have- had
2. see- seen
3. go -went
4. lie- lay

Maak een zin in de Past Simple

Maak een vragende zin in de Past Simple

Maak een ontkennende zin in de Past Simple

Posessive

's voor personen

s' voor personen waarvan het woord op een s eindigt maar niet bij een persoonlijke naam die op een s eindigt. Hans's car!

.....of the....    voor dingen

's

s'

..... of the....

parents

Peter

car

Boris

neighbours

the bird

Hoe geef je bezit aan in het Engels bij personen?

1. Peters bike
2. Peter his bike
3. Peter's bike
4. The bike of Peter

Hoe geef je bezit aan bij dingen?

1. The door of the car.
2. The car's door
3. The cars door
4. The car his door

Hoe bij woorden die al op een s eindigen?

1. The car of my parents
2. My parents' car
3. My parents car
4. My parents's car

's

s'

....of...

adventurers

airlines

Boris

basement

businessman

cat

designers

explorer

flight

oceans

planes

police officers

politicians

performer

soldier

conjunctions

Daarvan moet je voornamelijk de betekenis leren

and

both and

because

so

but

although

or

either ...or

as soon as

until

when

if

unless

en

zowel als

omdat

dus

maar

alhoewel

of 

of ...of

zodra

tot,totdat

wanneer

als

tenzij

Past Simple

toen-> belangrijk wanneer

regelmatige ww: stam +ed

onregelm ww: 2de rij ormww

Yesterday, last night, in 1993

this morning

Present Perfect

toen-> niet belangrijk wanneer

toen t/m nu

have/ has + volt dw

(stam + ed of 3d rij orww)

already, yet, since, for

https:

Als het niet belangrijk is wanneer het is gebeurd gebruik je een

1. Simple Past
2. Past Perfect
3. Present Simple
4. Present Perfect

De Present Perfect

1. het is belangrijk wanneer het is gebeurd
2. je gebruikt altijd have/has + voltooid deelwoord
3. is toen
4. is nu

Short answers

For a short answer you repeat the subject and the first verb.

Is he your brother?

Do you like Engish?

Now do the selftest

Next lesson test Unit 2~!!!!