HC Nederland - LV 1 - Deel 1: verzuiling, neutraliteit, babyboom en economische groei

Verzuiling
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verzuiling

Slide 1 - Tekstslide

Toets
GES HC Nederland + 
HC Duitsland 
+ tv 9 en 10
 30 %
 90 min.

Slide 2 - Tekstslide

HC Nederland

Leidende vraag 1: Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland van 1948 tot 1978?




2. Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland tussen 1978-2008? 

Slide 3 - Tekstslide

Wat valt op?
  • 2 leidende vragen
  • begin 1948
  • einde 2008
  • 1 tijdvak, tijdvak 10

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De leidende vraag is:
Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland in de periode 1948-1978?

Om te weten wat er allemaal veranderd is het nodig om te weten hoe de situatie was in 1948. 
Dat doen we dmv deze presentatie.
Loop de presentatie door en maak de vragen

Slide 6 - Tekstslide

1) Wat voor een soort regering was er in 1948?
A
een liberale regering net als nu
B
een christelijke regering want iedereen was gelovig.
C
Een rooms-rode regering. socialisten en katholieken.
D
een communistische regering, want iedereen moest gelijk zijn.

Slide 7 - Quizvraag

2) Als je 65 werd in 1948 hoe kon je dan je huur en boodschappen betalen?
A
Gewoon met een uitkering.
B
Mensen werkten altijd tot ze dood gingen.
C
Mensen waren afhankelijk van hun familie.
D
Mensen waren afhankelijk van de kerk of organisaties

Slide 8 - Quizvraag

3) Hoe vaak gingen mensen per jaar op vakantie of een dagje uit in 1948?
A
nooit
B
1 keer per jaar
C
Ongeveer de helft van nu.
D
Ongeveer net zo veel als nu

Slide 9 - Quizvraag

4) Nu heeft ongeveer 25% van de mensen in Nederland een migratieachtergrond. Hoeveel procent was dat in 1948?
A
meer dan 25%
B
25%
C
tussen de 5 en 20 %
D
1 %

Slide 10 - Quizvraag

5) Wie bepaalt in 1948 met wie jij gaat trouwen?
A
ik zelf natuurlijk
B
mijn ouders
C
de zuil waarin leef

Slide 11 - Quizvraag

6) Je partner blijk zeer onsympathiek/onaardig. Wat doe je?
A
Ik ga scheiden.
B
Ik ga terug naar mijn ouders, die gaan me helpen.
C
Ik loop weg, en zoek ergens hulp.
D
Ik doe helemaal niets, want die optie bestaat niet.

Slide 12 - Quizvraag

7) Je bent vrouw en je wil een verzekering afsluiten in 1955, mag dat?
A
natuurlijk
B
nee, alleen als je man, broer of vader meegaat om voor jou te tekenen.

Slide 13 - Quizvraag

Intro: Nederland toen en nu
Nederland in 1948
inwoners: 9,7 miljoen
1,1 % bevolking niet nederlands
+ Kolonien: Indonesië en Suriname

politiek: Rooms Rode coalitie
oorlog in Indonesie


Economie: wederopbouw, arm
sober leven, geen consumptie luxe goederen
mensen werken 6 dagen per week 
amper vakantie, geen uitkeringen, sociaal vangnet
geleide loon

Sociaal- cultureel
weinig persoonlijke vrijheid
verzuiling: leven volgens confessionele, sociale en liberale zuil
religie belangrijk 


Nederland 2021

17,44 miljoen inwoners
:25 % van de bevolking is oorspronkelijk niet nederlands,  hiervan is  14 % niet westers

politiek:
 liberaal vvd

economie: 
veel voorspoed
meeste mensen werken minder dan 40 uur per week


sociaal cultureel
kleine rol voor het geloof
individualisme
mensen mag hun eigen keuzes
kleine gezinnen, max 2 kinderen, veel mensen hebben geen kinderen.
veel verschillende gezinnen, gescheiden, homoseksualiteit

Slide 14 - Tekstslide

Wat vind jij het grootste verschil tussen Nederland toen en Nederland nu? Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open vraag

Historische Context "Nederland 1948-2008"

Een welvarende samenleving (1948-1978)
Tijdens deze LessonUp bespreken we 4 onderwerpen uit Leidende vraag 1.
 We gaan kijken hoe Nederland eruit zag in periode 1948-1960. 
Vanaf de jaren '60 vinden er grote veranderingen plaats. 
De basis hiervan wordt gelegd in de jaren '50.
1)  De verzuiling 
2)  Neutraliteitspolitiek
3)  Babyboom
4)  Economische groei

Over elk onderwerp kijk je een kort uitlegfilmpje en beantwoord je vragen.
De filmpjes en vragen staan in deze LessonUp. 

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoel 
*Alinea in je boek: economische groei en de verzorgingsstaat
1) Je kan beschrijven wat verzuiling is en hoe deze na de Tweede Wereldoorlog werd hersteld.
2) Je kan beschrijven hoe na 1945 de Nederlandse economie zich herstelde, welke rol de overheid hierbij speelde.

Slide 17 - Tekstslide

Liever zonder Jort? kijk de sheets op de volgende slides
Bekijk dit filmpje over de verzuiling in Nederland. Hierna volgen er vragen over de inhoud. 
Leerdoel: Je kan beschrijven wat verzuiling is en hoe deze na de Tweede Wereldoorlog werd hersteld.

Slide 18 - Tekstslide

Wat is verzuiling?

Slide 19 - Tekstslide

Welke zuilen zijn er?


Confessionele zuil
De confessionele zuil bestaat uit: protestanten en katholieken.

Slide 20 - Tekstslide

Tijdens de WO2 was er even geen verzuiling.

Slide 21 - Tekstslide

Na de oorlog komt de PVDA: bedoeld als  partijen die boven de zuilen staat maar:

Slide 22 - Tekstslide

politieke partijen
KVP (12-1945) - Katholieke Volkspartij (katholieke partij) (Rooms)
PVDA  (2-1946)- Partij van de Arbeid (socialistische partij) (rood)
ARP (4-1879) - antirevolutionaire Partij (protestants)
VVD (1-1948) (liberale partij)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

1) Welke vier zuilen waren er in Nederland?

Slide 25 - Open vraag

2) Wat voor politieke partijen zaten in rooms-rode regeringen?
A
Katholiek en Sociaal-Democraten
B
Katholiek en Liberaal
C
Liberaal en Sociaal-Democraten

Slide 26 - Quizvraag

Confessionelen
Liberalen
Socialisten
Rood
Bijbel
VARA
Vrijheid
Algemeen Handelsblad

Slide 27 - Sleepvraag

Op welke twee manieren droeg de Duitse bezetting bij aan een mogelijk einde van de verzuiling?

Slide 28 - Open vraag

Juist / onjuist?
Nederland was na de Tweede Wereldoorlog een verzuilde samenleving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Leerdoel 2: Wederopbouw
Je kan beschrijven hoe na 1945 de Nederlandse economie zich herstelde, welke rol de overheid hierbij speelde
en welke verschillen er waren tussen de vooroorlogse en de naoorlogse Nederlandse economie.

Slide 30 - Tekstslide

Wederopbouw

Na WO2 moest Nederland herstellen en beginnen aan de wederopbouw. 

Wederopbouw
: het opnieuw opbouwen van Nederland na de Tweede Wereldoorlog.
 

Slide 31 - Tekstslide

Wederopbouw

Slide 32 - Tekstslide

Kijk onderstaande filmpjes over de wederopbouw
Of lees blz 72 en 73 uit je examenkatern
Hierna volgen vragen over de inhoud.

Slide 33 - Tekstslide

Noem 3 oorzaken voor de groei van de Nederlandse economie in de jaren 50

Slide 34 - Open vraag

Bij welk kenmerkend aspect past het Marshallplan het beste?
A
De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
B
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
C
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
D
De toenemende westerse welvaart en ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.

Slide 35 - Quizvraag

Wat was géén oorzaak van de economische groei en industrialisatie in de jaren 1950 / 1960?
A
Aardgas in Groningen werd gevonden
B
De geleide loonpolitiek
C
Het ontstaan van een nucleaire wapenwedloop
D
Wirtschaftswunder in de BRD

Slide 36 - Quizvraag

onderdeel 3: 
neutraliteitspolitiek

Slide 37 - Tekstslide

Bekijk video: Einde neutraliteitspolitiek of lees blz 72/73.
En beantwoord daarna de vragen.
Neutraliteitspolitiek: Politiek beleid van een land dat in het geval van een oorlog of conflict geen partij kiest.

Slide 38 - Tekstslide

Wat betekent: neutraliteitspolitiek?

Slide 39 - Open vraag

Welke partij wilde de neutraliteitspolitiek steunen?
A
de liberalen
B
de socialisten
C
de confessionelen
D
alle partijen

Slide 40 - Quizvraag

Noem twee momenten van kort na de Tweede Wereldoorlog waardoor Nederland brak met de oude neutraliteitspolitiek.

Slide 41 - Open vraag

Waarom deed Nederland mee aan het Marshallhulpprogramma en de NAVO?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Uit angst voor de SU
B
Om nieuwe oorlogen te voorkomen
C
Omdat de neutraliteitspolitiek mislukt was
D
Om Nederland snel te laten herstellen

Slide 42 - Quizvraag

Onderdeel 4: 
babyboom

Slide 43 - Tekstslide

Kijk dit filmpje over de babyboom

Slide 44 - Tekstslide

begrippen
Babyboom: geboortegolf (net na de Tweede Wereldoorlog)

Hierdoor b.v. in de jaren '60 heel veel jongeren. 
Hierdoor nu heel veel 65+-ers

Slide 45 - Tekstslide

Wat is een babyboom?
A
Een periode na de Tweede Wereldoorlog waarin veel arbeidersmigranten kinderen kregen
B
Een periode na de Tweede Wereldoorlog met een geboortegolf
C
Een periode waarin minder baby's geboren werden
D
Een gevolg van de Amerikanisering waarbij een geboorte wordt gevierd met een baby onder een boom.

Slide 46 - Quizvraag

Kort samengevat
Na de Tweede Wereldoorlog werden de verzuilde verhoudingen van voor de oorlog aanvankelijk hersteld. Nederland begon aan een snelle wederopbouw, waarbij de
Marshallhulp steun bood.  De Koude Oorlog en het begin van Europese samenwerking lieten zien dat Nederland niet langer een neutraliteitspolitiek voerde. Direct na de Tweede Wereldoorlog was er sprake van een babyboom. De natuurlijke
bevolkingsgroei zette zich in de eerste decennia na de oorlog voort. In de jaren 1950 en
1960 kende Nederland een periode van economische groei en toenemende
industrialisatie. Met geleide loonpolitiek stimuleerden de rooms-rode regeringen de
export en de werkgelegenheid. Daarnaast profiteerde Nederland van het economisch
herstel van Duitsland (Wirtschaftswunder) en de vondst van aardgas in Groningen. 

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Gebruik bron 1
2p Leg met behulp van de afbeelding uit welke gevolg de babyboom had op korte termijn en lange termijn.

Slide 49 - Open vraag

Jaartallen uit deze les

  • 1940-1945: Tweede Wereldoorlog in Nederland.
  • 1948-1958: Willem Drees is minister-president van Nederland.
  • 1948-1952: Marshallplan werd uitgevoerd.
  • jaren '50: harmoniemodel

Slide 50 - Tekstslide

Volgende les:
1) welvaart en de consumptiemaatschappij
2) Maakbare samenleving
3)  verzorgingsstaat & sociale partners

Slide 51 - Tekstslide